Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 136
college-dictaat van een der studenten
Lócus DE Providentia.
136
Gods
het leven door
een
van
lijstje
wordt beheerscht zoo, dat
wil en bestel
dingen
voor een
een
die
is,
ware
er als het
nummers van
als
het program
worden uitgevoerd. Nu daarentegen tengevolge van den grooten omkeer van ziensv^ijze door de statistische onderzoekingen ook op het gebied van den
men
vrijen wil teweeggebracht, toen
heerschen,
op elk gebied van
ja
ontdekte, dat ook daar algemeene wetten
menschel. leven,
't
het ons niet
is
meer ge-
oorloofd de mechan. voorstelling te blijven kweeken.
Op a.
doen.
God
in
organisch
Dat
nooit iets mechanisch
dan
zoo,
dit
Is
is.
Wij kunnen nooit
iets
het noodzakelijk, dat
is
:
dan mechanisch
we
van Gods scheppend vermogen vinden
product
elk
In
organische.
b.
twee ernstige bezwaren
zich zelf toch reeds bestonden daartegen deze
Dat
ook de
altoos het
wereld
geestel.
zij.
het mechanische van lager orde is
dan het organische. Zoo
kwam men
dus door deze voorstelling daartoe, dat de hoogere orde voor de lagere (de natuurwereld, de lagere orde voor de hoogere (de geestelijke) wereld zou gelden.
lijke)
Om
deze reden geeft die opvatting dus reeds geen bevredigende voorstelling.
Bovendien
komt
dat
daarbij,
het
voor de eenheid Gods en de eenheidscon-
we
ceptie
van Zijn werk ons meer bevredigt, dat
zijden
van den kosmos één methode van werken vinden. Wijzen nu de onder-
voor de conceptie der twee
zoekingen op een organische constructie en brengen bied
over,
hebben
dan
we
van
eenheid
we
opvatting
die
op het
geestel. ge-
van het werk Gods
als
Schepper en Onderhouder.
Moeten
dien
op de wetten,
zijn
zaken
ondergeschikte en
steunt
nu
een
doet
hij,
ondergeschikte afhangt. doodsberichten,
we
komt,
de
als
doet
denken we
zeker
Hierdoor
vertrouwen,
ook zoo persoonlijk
rustig lot.
die eerste opvatting
het altijd en in alles. lederen
slechts is
niet
allerlei
omdat de wet van de
wie der jongeren
Zoo wordt
zijn,
den
op
zij
zaak atomistisch van den vrijen wil van dien
Zoo gaat
men
tegen-
Ieder, die in
toch verschrikkelijk gaan knorren, als
zal
maakt.
fout
aanwijzing, wie de individuen
bereiken.
we zoo
voor ons het vreemde, dat
weten, dat er zooveel menschen
zullen sterven en toch
men onwel, dan Dat
is
zoo tegenstrijdige gewaarwordingen hebben.
en
leven
zijn
gezet
grond dus aannemen, dat metterdaad die wetten het
beheerschen, dan
leven
geestel. strijdig
we op
:
zoo
is
in die
dag lezen we
en die tijdruimte
ook mijn sterfdag bepaald.
Is
dingen, alsof het leven wisselvallig was.
statistiek
wel het totaal geeft maar
die dat totaal saamstellen.
middelbaren
of
den
dus tweeërlei mogelijk: dat
we
We
hoogeren
niet
weten
leeftijd
de
niet,
zullen
eenerzijds handelen met
dat de proporties ieder jaar terugkeeren, anderzijds echter
onzen weg gaan, alsof
er
geen bepalingen waren voor ons
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's