Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 73
college-dictaat van een der studenten
§ geen
brengen
regen
en
indringt
de
in
kluit
De
3.
Providentia kxt' ISmu.
den hemel, maar
van
klanken
der aarde, ze
73
de kracht
zijn
zijn
de influxus, die
die in die kluit werkt.
zelf,
Zoo gaan Gods gebiedende gedachten naar de aarde uit. Zijn stem bestaat niet in klanken, maar realiseert, wat God in de geschiedenis hebben wil. Zacharia 4 : 6. Toen antwoordde hij en sprak tot mij, zeggende : Dit is hét woord des Meeren, tot Zerubbabel, zeggende : Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijnen Geest zal het geschieden, zegt de Heerede heirscharen. „Het woord des Heeren tot Zerubbabel" is natuurlijk een woord in klanken, een maar wat is nu de inhoud daarvan ? Een tegenstelling tusschen kracht profetie en geweld en tusschen geest ; niet naar de gewone opvatting (dat de geest sterker is dan dom geweld), maar hier aldus bedoeld, dat de vijand zou opkomen tegen Jeruzalem Zerubbabel nu was bang maar God zegt het geweld des menschen zal niet overwinnen, de beslissing geven, maar wat van Mij in ;
:
:
;
Dit wordt tot Z. gezegd niet, opdat
de dingen uitgaat. Mijn Geest.
zou
hij
stil
maar de instrumenten zou gebruiken, met moed zou voortgaan. Kracht en geweld is hier uitdrukking voor al wat menschen doen en er wordt gezegd, zitten,
dat alleen de beslissing wordt gegeven die bezig
de dingen
in
is
Micha 2
Zijn dat zijne
verkort?
te
werken.
O, gij die Jacobs huis geheeten
7.
:
door de gedachte, den Geest, den Logos,
dan de Geest des Heeren
zijt ! is
werken? Doen mijne woorden geen goed
wandelt? „Doen mijne woorden geen goed?" dat
bij
dengene, ^die
op de woorden van den Bijbel; neen, er is sprake van, dat vroeger Gods werk Israël deed overwinnen en dat het nu werd teruggeslagen. „Zijn dat zijne werken?" wil recht
zeggen
dragen die
:
geen goed?"
is
en volken besluit)
Job 33
:
doet, v/at
:
van Mij
4.
uitsluitend in
men in
uitgaat,
bestel,
wat
Ik
„Doen mijne woorden wat God over personen
over dat volk gebied en
het dus
:
neemt
woord, geest of adem, altoos
als
van God uitgaande, steeds reëel
maar öók
op het
De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen Ook weer het leven, dat in een mensch is, rust de kracht, van God uitgaande.
leveni gemaakt.
mij
Hetzij
van verkorting Zijns almachts.
geen goed ?
erin realiseer
heeft
blijk
hier dus bedoeld (ziende
ziet niet
hun zóó
zijn
is,
waardoor de dingen
blijft,
dat de macht,
niet slechts in
hun
zijn
gehandhaafd worden.
Psalm 19 : 4 lezen we de hQk^ndQ.v,'oox<\t\\\ Geene spraak en geene woorden waar hunne {der hemelen) stem niet wordt gehoord. Dus van de Schepping
zijn er, als
zoodanig
zelf in
is
er
voortdurend een stem uitgaande, de gedachte, door
God
de Schepping gelegd en onderhouden door Zijn Voorzienigheid.
Zoo verstaan we ook, wat we lezen / Petr. 1
:
25;
vers 23 luidt
:
'
:
Avxyiycuurj/xév:!
oir.
'm a-7ropxg
(pB-xpr?,i:,
y.A?.'/.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 73](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's