Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 149
college-dictaat van een der studenten
§
De Providenüa
5.
voltrokken,
En
kan.
is
ad peccatum.
in relatione
149
de grootste zonde, die ooit plaatsgreep of plaatsgrijperl
toch
deze gewelddadige dood van den Christus met de
is
daaraan inklevende zonden van verraad, priesternijd, moord-
velerlei
zucht enz. niet alleen
Godsbestuur opgenomen, maar vormt het
in het
Volgens het getuigenis der H.
middelpunt ervan.
S.
behoort dan ook
te worden beleden, dat God de zonde niet alleen niet verhindert, en dus toeliet, maar haar opkomen en haar ontzettend verloop in Zijn ondoorgrondelijk raadsbesluit heeft opgenomen, zóó echter, dat wel de
een zondig karakter dragen, door
feiten, die zulk
en naar Zijn bestel en door den
zijn,
Hem
vooruit bepaald
influxus van Zijn almacht tot
in
stand komen, maar dat de zedelijke qualiteit, die ze tot zonde maakt,
aan gegeven wordt door God, maar door het zedelijk schepsel,
er niet
dat
ze
komt
neiging en met zondige bedoeling heeft
zondige
uit
mag de mensch
Hierbij
voor
hij
het
in
En overmits
geslacht.
door eenheid
van
kan alleen
Adams
eerste
wilskeuze
wilskeuze
van
bij
en alleen
in
met heel het menschelijk
verband
tot
eerste keuze niets
zedelijke
Adam
zelfbepaling
van absoluut
vrije
wilskeuze sprake
Ook
al
stelt
hem lag, maar men nu, dat deze
het tegenovergestelde had
dit in niets
mensch
kon komen,
bepaald, dat achter
wat daarna kwam.
alles
toch verstoort
overmits
organisch
gewild.
worden opgevat, maar
heel dit geslacht alleen in den eersten
daad was door
voor
besliste
dan
bij
Zijn
zijn.
niet individualistisch
kunnen
zijn,
den samenhang van het Godsbestuur,
beide keuzen het verloop
in
de qualificatie van ethisch
de potenzen hetzelfde
+
of
—
verschilt.
blijft,
Maar
zelfs
die eerste beslissing stelt de Schrift ons niet voor als anceps. Immers,
de
verlossing, die val en schuld onderstelt,
hoofdstuk
van
Gods
raadsbesluit
is
van eeuwigheid
af het
en mist elk conditioneel karakter.
Neemt men toch zulk een vooruitzien passief, dan vindt men wel, dat de mensch niet bepaald wordt door God, maar laat men omgekeerd de vrijheid Gods bepalen en binden door den mensch. En neemt men zulk vooruitzien actief, dan bindt God door Zijn vooruitzien toch alles wat kome zal, Dit uit een vooruitzien te willen verklaren baat niet.
en
blijft
de vooruitgeziene zonde evenzeer onvermijdelijk en noodzakelijk,
men dan bovendien nog voor de ernstige vraag komt te staan, waarom God, dit schrikkelijk uitbreken van de zonde en hare vernieling terwijl
voorziende, ze heeft laten komen,
Ook wie
in
plaats van ze
niet verhindert
een kwaad, dat
daarvoor verantwoordelijk.
Ons voegt dan
houding
te
erkennen, dat het inzicht
in
hij
te-
verhinderen.
verhinderen kon, staat
ook, zonder eenige terug-
den nexus rerum ons hier ten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's