Zions roem en sterkte - pagina 267

VAN DEN HEILIGEN DOOP. Vraag.

Is

Apostelen,

die

259

de Doop van Johannes, die van God, en die der van den Heere Christus is ingesteld, een en de

Doop?

zelfde

Antw. Ja toch in wezen, hoewel verschillende eenigszins in anderszins zoude Christus Zich van Johannes omstandigheden niet hebben laten doopen, Matth. 3. ;

Hoe

nader ? de insteller van beide. 2. Zij beiden hebben een en hetzelfde teeken, namelijk water, Joh. ik doop wel met water. 26. 1 3. Dezelfde beteekende zaak, het bloed van Christus, tot vergeving 4. der zonden. Mare. 1 Johannes was doopende in de woestijn, en predikende den doop der bekeering, tot vergeving der zonden. 4. Dezelfde verbintenis tot geloof en bekeering, Mare. 3:6; Handl. 4. Waarom Tertullianus zeer wel zeide Nihil resert inter eos, 19 quos Joannes in Jordano, et quos Petrus in Tibero tinxit. Daar is geen onderscheid tusschen degenen die Johannes in den Jordaan, en degenen die Petrus in den Tiber gedoopt heeft. Vraag. Waarin is het onderscheid ? Antw. Alleen in sommige omstandigheden: ten aanzien van den tijd: de doop van Johannes is eerder dan 1. de doop der apostelen, Matth. 3:6; ten opzichte van de manier van beteekenis Johannes doopte 2. in den Messias die komen zoude de apostelen in den Messias die verschenen was, Handl. 19 4; 3. ten aanzien van de mededeeling des Geestes, die na de komst van Christus overvloediger geweest is dan te voren 4. ten opzichte van de doopelingen, die bij Johannes alleen Joden en bij de apostelen Joden en heidenen zijn geweest. Vraag. Behoort de H. Doop alleen tot de beginselen des Nieuwen Vraag. Antw.

1.

blijkt dit

God

is

:

:

:

:

:

;

:

;

Testaments ? Antw. Neen, het is een bondszegel dat zich uitstrekt tot alle tijden en personen des Nieuwen Testaments. Dit houden wij staande tegen de Socinianen, en blijkt overvloedig uit Mare. 10 16. Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, Handl. 2 38. Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden. Nog meer als men begrijpt, dat de Doop een band van eenigheid is voor de geloovigen, die ten alle tijde stand grijpen moet, 1 Cor. 12 13. Wij allen zijn door eenen Geest tot een lichaam gedoopt Efeze 4 4. Een Heere, :

:

:

;

:

een geloof, een doop. Vraag. Maar Paulus zegt uitdrukkelijk, 1 Cor. 1 17. Christus heeft mij niet gezonden om te doopen, maar om het Evangelie te verkondigen ? Antw. Die spreekwijze is geenszins volstrekt te verstaan van eene geheele ontkenning, dewijl hij uitdrukkelijk zegt, vers 14. Doch ik dank God, dat ik niemand van ulieden gedoopt heb dan Chrispus en Gajus; en vers 16. Doch ik heb ook het huisgezin van Stephanus gedoopt. Maar die spreektrant is te verstaan .

•

.

:

Want

bij

manier van vergelijking, alsof

hij

zeggen wilde,

ik

ben niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen