Zions roem en sterkte - pagina 320
;
ARTIKEL XXXVI.
312
Vraag. Verandert de macht der Overheid, die belijdenis doet van het waar geloof, omtrent het kerkelijke ? Antw. Ja, 1. de handhaving van beide de tafelen der u^et is Nu dan, gij koningen, hanhun aanbevolen, Psalm 2 10, 11. :
delt
laat u tuchtigen gij rechters der aarde.
verstandig,
Dient
den Heere met vreeze, en verheugt u met beving. 2. Zij worden uitdrukkelijk voedsterheeren der Kerk genaamd, Koningen zullen uwe voedsterheeren zijn, hunne 23. Jes. 49 vorstinnen uwe zoogvrouwen. Vrome koningen, onder de beide Testamenten, hebben .3. deze macht, en dat niet dan tot heil der Kerk, gebruikt. :
Vraag. Wat staat ons hier op te merken ? Antw. 1. Dat men deze macht niet te ver moet uitstrekken, of tot dingen die binnen de Kerk zijn, in dier voege, dat a. de overheden zelve zouden verrichten, hetgeen den leeraren toekomt, of dat de leeraaren uit en naar hun last moeten betrachten, de dingen van hun bediening, met name het prediken, het oordeelen over de geschillen van den godsdienst, het bedienen der bondszegelen, en het oefenen van kerkelijke tucht b. of volstrekt en zonder eenige bepaling, tot alle die dingen die buiten de Kerk zijn, zoodat hier gansch geen plaats meer zoude wezen voor eenige raadplegingen, en besluiten der Kerk. 2. Dat men deze macht der overheid niet te zeer moet verkleinen, alsof de overheden gansch niet vermochten, boven het Christenvolk, als alleen met eene meerdere macht, de besluiten van de Kerk uit te voeren want de overheid heeft macht om de uiterlijke dingen van de Kerk, die in zichzelve a. onverschillig zijn, te schikken, door het maken van goede wetten, naar eene behoorlijke raadpleging met de Kerk, en door de voor.
•
.
;
zichtige uitvoering derzelve; b. om de Kerk te helpen, en wel te doen, dat is: om te weren en uit te roeien alle afgoderij, en valschen godsdienst, om het rijk des antichrists te gronde te werpen, en het koninkrijk van Jezus Christus te vorderen, het woord des Evangelies overal te doen prediken, opdat God van een iegelijk geëerd en gediend 4. Hij nam worde, gelijk Hij in Zijn woord gebiedt, 2 Kon. 18 de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en roeide de bosschen uit; en hij verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had omdat de kinderen Israëls tot die dagen toe haar gerookt had, en hij noemde ze Nehuslan 2 Kron. 34 33. Josia dan deed alle gruwelen weg, uit alle landen die der kinderen Israëls waren, en maakte allen, die in Israël gevonden werden, :
;
;
te
:
HEERE, hunnen God; alle zijne dagen weken zij den Heere, den God hunner vaderen na te volgen, 19 enz. 26; Neh. 13
dienen den
niet
Ezra 7
Vraag. Overheid.
Antw.
van
af
:
:
Wat 1.
zijn
de
plichten
Onderwerping aan
der onderdanen, omtrent hun haar.
Zoo zegt het
artikel:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
![Zions roem en sterkte - pagina 320](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's