Zions roem en sterkte - pagina 74

:

:

ARTIKEL

66

Hem

XIX.

Hoort hem. Joh. 5 23. den Vader eeren. Vraag. Wat ziet en leert gij uit deze verborgenheid ? Antw. Hoewel dit wonderwerk noch door engelen, noch door menschen ooit doorzien zal worden, moet men echter op aarde overdenken Geen ander kon Borg zijn, om den mensch tot God te 1. brengen, dan Hij Die God en mensch in een persoon was. Eerst moest de Zone Gods persoonlijk, met de menschelijke natuur vereenigd worden, zou de zondige mensch in vriendschap en 10. Hierin is de liefde vereeniging met God komen, 1 Joh. 4 niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad, en Zijnen Zoon gezonden heeft tot eene verzoening voor onze zonden. 2. Hoe dicht de uitverkorenen met God vereenigd zijn, dat ook zelf hun natuur in de persoon des Zoons is op- en aangenomen. Daarin zijn zij boven de engelen verheerlijkt, wier natuur 16. Want waarniet personeel is vereenigd met God, Hebr. 2 neemt de engelen niet aan maar Hij neemt het zaad lijk Hij Buigt u voor

Opdat .

zij

allen

neder. Matth. 3

den Zoon eeren,

:

17.

gelijk

:

zij

•

.

:

:

;

Abrahams Hoe 3.

aan. veilig wij

ons op Jezus mogen verlaten Jezus' goddelijke natuur is van eene oneindige kracht, waar14. Hoedoor Hij de Zijnen heiligen en bewerken kan. Hebr. 9 veel te meer zal het bloed van Christus, die door den eeuwigen a.

:

Geest

zichzelven

Gode

onstraffelijk

opgeofferd heeft,

uwe con-

scientie reinigen van doode werken om den levenden God te dienen; b. Jezus' menschheid zal de Zijnen ondersteunen naar lichaam Want wij hebben geen Hoogepriester 15. en ziel, Hebr. 4 die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde. :

Wat

Vraag.

staat

een

godvruchtige

volgens

dit

leerstuk te be-

trachten ?

Antw. 1. De godvruchtigen hebben zich te oefenen in de vereeniging met Hem. Het geloof moet werkzaam zijn, opdat Christus in onze harten wone, en de liefde brandende, om Hem aan te kleven, 17. Die den Heere aanhangt is één Geest met Hem. Jerem. 1 Cor. 6 Gelijk als een gordel kleeft aan de lendenen eens mans, 13 11. alzoo heb ik het gansche huis Israëls aan Mij doen kleven, spreekt de Heere. 21,22. 2. Zij moeten dagelijks door Hem tot God gaan, Hebr. 10 Dewijl wij hebben eenen grooten Hoogepriester over het huis Gods, zoo laat ons toegaan, met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van de kwade conscientie, en het lichaam gewasschen zijnde met rein water. 3. Zij zijn schuldig Hem te volgen in nederigheid, in liefde, in zelfverloochening, in hemelschgezindheid, en andere deugden, 1 Job. 2 6. Die zegt dat hij in Hem blijft, moet ook zelf alzoo wandelen, :

:

:

:

gelijk Hij

Vraag.

en

gewandeld heeft. Wat hebben zij te wachten ?

Antw. De zalige toekomst en verschijning van onzen grooten God Want nog een zeer 37. Zaligmaker in heerlijkheid. Hebr. 10 :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen