Zions roem en sterkte - pagina 269

VAN DEN HEILIGEN DOOP.

261

heb, die zullen van uwen mond niet wijken, noch van den mond uws zaads, noch van den mond des zaads uws zaads, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe. Vraag. Wie mag en moet den Doop bedienen ? Antw. Alleen een wettig geroepen leeraar, dien Christus be19. Gaat dan henen, onderwijst alle de last heeft, Matth. 28 volkeren, dezelve doopende.

gelegd

:

Vraag. Antw.

Hoe

meer ? benaming der

blijkt dit

leeraren, die Paulus noemt, 1 Cor. dienaars van Christus, uitdeelers der verborgenheden Gods. Het is een zegel van Gods Uit de natuur van het Sacrament. 4. verbond, dat in den naam van Christus moet bediend worden dus hangt deszelfs bediening aan openbare dienaren, die in den naam van Christus gezonden zijn. 3.

Uit de

4:1.

;

Vraag. Met wie hebben we hier geschil ? Antw. Met de Papisten, die allerlei leeken, zelfs de vrouwen, onder voorwensel van noodzakelijkheid, den Doop laten bedienen. Vraag. Maar zeggen zij, Zippora, heeft tot Gods genoegen, haar zoon besneden ? Exod. 4 25, 26. Antw. 1. Dit is een voorbeeld, maar geen gebod. 2. Het blijkt ook geenszins dat God dit doen van Zippora, verder dan voor de daad heeft goedgekeurd. 3. Voorts had God, omtrent de bediening der besnijdenis, zulk eene bepaling niet gemaakt, weshalve dit voorals Hij nu omtrent den Doop gedaan heeft beeld geenszins tot voordeel der tegenpartij strekt. •

.

.

.

.

:

;

Vraag. In wiens naam moet de Doop bediend worden ? Antw. De apostelen hebben wel gedoopt in den naam van 38. Een iegelijk van u worde gedoopt in den Jezus, Handl. 2 naam van Jezus Christus. Evenwel is het beste dat wij ons houden aan de woorden van Christus, die Zijne discipelen belast heeft, Matth. 28 19. Doopt hen in den naam des Vaders, :

:

en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Vraag. Wat beduidt het in den naam des drieëenigen Gods gedoopt te worden ? Antw. 1. Op last van den drieëenigen God, Psalm 50 5. 2. In het geloof in en vertrouwen op den drieëenigen God, en :

Zijne belofte. Psalm 71 5, 6. Onder eene verbintenis van den drieëenigen God, dat Hij de 3. genade van iedere persoon, den doopeling zal deelachtig maken, Jes. :

59

:

4.

te

21.

In

verplichting

vertrouwen,

Hem

aan lief te

den drieëenigen God, om verder op Hem hebben, en te gehoorzamen, Ps. 116: 11, 13.

Vraag. Wat is het uitwendig teeken in den Doop ? Antw. Rein water, zonder er iets onder te mengen, volgens de praktijk der apostelen, Matth. 3:11, ik doop u wel met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen