Zions roem en sterkte - pagina 248
ARTIKEL
240
XXXII.
de Christenen, en van de Papisten tegen ons behalve dat God aan den uitgesloten zondaar, in het laatste van zijn leven, de genade der bekeering schenken kan. ;
Vraag. altoos?
Is
de
uitsluiting
van den zondaar
uit
de Kerk voor
zij duurt alleen tot dien tijd, dat hij voor Antw. Geenszins de gemeente zijne zonde belijdt met blijken van berouw en beloften van beterschap. \raag. Moet dan zulk een berouw hebbend zondaar door de Kerk wederom aangenomen worden ? Antw. Ja toch dewijl alsdan de ergernis is weggenomen, en de gemeente genoeg gedaan, opdat zijne ziel door al te groote Den zoodroefheid niet verslonden worde, 2 Cor. 2 6, 7. danigen is deze bestraffing genoeg, die van velen geschied is. Alzoo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven, opdat de zoodanige, door al te overvloedige droefheid niet verslonden worde. ;
;
:
Vraag.
Geldt
deze
handeling der opzieners
tucht, in de vierschaar
Antw.
Gewisselijk
Gods
ja,
in
het
oefenen der
?
indien
geschiedt naar
dezelve
Gods voor-
19. Zoo wat gij zult binden op goede gronden, Matth. 16 op de aarde, dat zal in de hemelen gebonden zijn, en zoo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
schrift,
:
Vraag. Wat staat een zondaar te betrachten, voor wien het rijk der hemelen gesloten wordt? Antw. 1. Deze moet zichzelven trachten te kennen, als zulk een die onder het rijk der zonde en des Satans leeft, Joh. 8 34. Een iegelijk die de zonde doet is een dienstknecht der zonde. •
.
.
:
De bedreiging eener eeuwige verdoemenis, moet hem aan-
2.
11. Wij dan wetende den schrik des Heeren, bewegen de menschen tot het geloof. 3. De troostrijke aanbieding van genade en zaligheid heeft hij 15. Bekeert u, en ter harte te nemen tot behoudenis, Mare. 1 Wendt u naar Mij toe, en gelooft het Evangelie Jes. 45 22. wordt behouden. Vraag. Wat hebben de geloovigen te betrachten ? Antw. 1. Deze moeten zich verblijden, dat het koninkrijk der hemelen voor hen wordt geopend en de vergeving der zonden openlijk betuigd wordt, Jes. 49 13. Juicht gij hemelen en verheug u gij aarde, en gij bergen maakt gedreun met gejuich, want Troost, troost de Heere heeft Zijn volk getroost; Jes. 40 1, 2. Mijn volk, zal ulieder God zeggen spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des Heeren dubbel ontvangen heeft voor hare zonden. 2. Zij hebben de bestraffing van Gods dienaren met alle liefde De rechtvaar5. en zachtmoedigheid te ontvangen. Psalm 141
drijven tot bekeering, 2 Cor. 5
:
:
;
.
:
•
.
:
:
;
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
![Zions roem en sterkte - pagina 248](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's