Zions roem en sterkte - pagina 166

;

ARTIKEL XXV.

158

zij waren, om brandhout en water aan te brengen, Jozua 9 27 Esra 2 43. 5. De Nazireërs, die zich, öf voor een bepaald getal dagen, óf voor al hun leven, tot Gods dienst afgezonderd hadden, van :

:

dewelke wij omstandig bericht vinden, Num. 6. Voeg er bij de profeten, die de Joodsche Kerk bedienden 6. met hunne voorzeggingen en gegronde verklaringen der goddewet.

lijke

Vraa^. Welke waren de heilige zaken ? Anfw. Deze waren 1. de sacramenten, eerstelingen, tienden, beloften, offeranden, die ten aanzien van hun stof, gedaante, tijd en einde zeer verscheiden waren voeg er bij de heilige dingen van het wereldlijk heiligdom, als 2. a. in het voorhof, het brandofferaltaar, het reukaltaar, en het koperen waschvat; b. in het heilige, de tafelen met de toonbrooden, de gouden kandelaar met zeven lampen en het gouden reukaltaar; c. in het heilige der heiligen het wierookvat, de ark des verbonds, van cederen hout, met goud overtogen, de staf van Aaron, de gouden kruik met manna, altemaal ziende op Christus en •

.

.

;

Zijne Kerk.

Vraag. Welke waren de heilige plaatsen ? Antw. De Tabernakel van Mozes en de Tempel van Salomo, beiden gesticht naar Gods bevel en afteekening, ter waarneming van den plechtigen godsdienst, ter eere Gods en vertroosting Israëls. Vaaag. Welke waren de heilige tijden ? Antw. 1. De ochtend van iederen dag, benevens de twee avonden, waarin de Joden hunne gezette offeranden moesten .

.

.

.

brengen. 2. Elke

zevende dag der week, geschikt alleen tot rust van slaafsch werk en gezette waarneming van den godsdienst. 3. Elk eerste dag der nieuwe maand, waarop elk Israëliet zich van alle dienstwerk moest onthouden en plechtig voor Gods aangezicht verschijnen met offerande en dankzegging. 4. Alle jaartijden, dewelke waren öf meerdere, öf mindere alle

;

de meerdere waren

a.

:

het Paaschfeest, hetwelk begon op den veertienden dag der eerste maand, Nizan, die ten deele met de maanden Maart en April overeenkomt, en eindigt op den eenentwintigsten derzelver maand, waarin een lam geslacht, gebraden en met bittere sausen bij elke familie, moet gegeten worden, ter gedachtenis van Gods bijzondere bewaring in, en hunne verlossing uit Egypte, tot voorbeeld van de verlossing, die door den Messias geschieden zoude. Men leze Exod. 12; 2. het Pinksterfeest, dat op den vijftigsten dag na Pascha gehouden werd, vandaar TTzyr-riKca-rr,, Penteekostee genaamd, dat is de vijftigste, te weten, dag, en bij ons Pinksteren, Hand. 2:1. Anders genoemd het feest der weken, alzoo het zeven weken na Pascha gevierd werd. Ook wel het feest des oogstes, Exod, 23 16; de dag der eerstelingen, Num. 28 26; en der eerstelingen van den tarweoogst, Exod. 34 22; op welken de wet op Siaï zoo plechtig gegeven was. Alsdan mocht Israël geen 1.

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen