Zions roem en sterkte - pagina 283
VAN DEN HEILIGEN DOOP.
275
des vleesches en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreeze Gods. Die is ook begeerig naar de verzekering, dat hij waarlijk 4. van God met deze genade begunstigd is. De Heilige Geest moet met zijnen geest getuigen dat hij een kind Gods is, Rom. 8 16 daarom loopt hij gedurig tot den Heere, biddend, Psalm 35 6 Zeg tot mijne ziel. Ik ben uw heil en Psalm 51 10. Doe mij vreugde en blijdschap hooren, dat de beenderen zich verheugen •
•
•
!
die Gij verbrijzeld hebt.
Vraag.
moet
zijn,
Antw. zoeken
:
.
Zoo nu iemand begint te zien dat hij inwendig gedoopt wat staat zulk eenen te betrachten? Hij moet zijne eigene onreinigheid hoe langer hoe meer 1.
te kennen, Jerem. 3 13. Alleen kent uwe ongerechtigheid, tegen den Heere uwen God overtreden hebt. 2. Zich daarover verootmoedigen en trachten te wasschen in tranen van berouw en boetvaardigheid, Jac. 4 8, 9. Reinigt de handen gij zondaars, en zuivert de harten gij dubbelhartigen. Gedraagt u als ellendigen, en treurt, en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en uwe blijdschap in droefheid. 3. Door het geloof zoeken toevlucht te nemen tot het bloed van den Heere Jezus, Hebr. 10 22. Zoo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van de kwade conscientie, en het lichaam gewasschen zijnde met rein water. 4. Aanhouden met bidden om de reinigmaking, door het bloed en den Geest van Christus, Psalm 51 4. Wasch mij wel van mijne ongerechtigheid, en reinig mij van mijne zonden.
dat
:
gij
:
:
:
. '
.
Vraag.
hun Doop
Wat
is
de plicht der geloovigen, uit aanmerking van
?
Antw
1. Dankbaarheid en lof aan God, dat Hij ons een geestebadwater bereid heeft, in Christus bloed en Geest, en daarvan verzekering geeft in den Doop, 1 Cor. 6:11. Gij zijt afgewasschen; Hebr. 1 Hij heeft de reinigmaking onzer zonden 3. door zichzelven teweeg gebracht, Openb. 1 5. Dit ons van onze zonden gewasschen heeft in Zijn bloed. 2. Nauwe vereeniging in de liefde met degenen die gedoopt zijn. Die gedoopt waren hielden zich bijeen, nadat ze tot de gemeente waren toegedaan, Handl. 2 41—44. Want ook wij allen zijn door eenen Geest tot een lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken hetzij dienstknechten, hetzij vrijen, en wij zijn allen tot eenen Geest gedrenkt, 1 Cor. 12 13. 3. Den godsdienst, waarin zij gedoopt worden, getrouw voorstaan en beschermen, Handl. 2 41, 42. Zij werden gedoopt, en zij waren volhardende in de leer der Apostelen. 4. Die gedoopt zijn moeten ook overgaan tot het gebruik van des Heeren heilig Avondmaal, gelijk die voortijds besneden waren, ook het paaschlam moesten eten. Die gedoopt waren, Handl. 2 41. waren volhardende in de gemeenschap, en in de breking des broods, vers 42. Zoo voegde Pauius beide deze Sacramenten te zamen, 1 Cor. 12 13. Wij zijn allen door eenen
lijk
:
:
:
;
:
:
:
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
![Zions roem en sterkte - pagina 283](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's