Zions roem en sterkte - pagina 180

;

ARTIKEL XXVI.

172

dagen Zijns vleesches gebeden en smeekingen, tot Dengene, die Hem uit den dood tcon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreeze. Vraag. Waarin dan ? Aniw. In eene vertooning aan God van de offerande, door Hem gedaan, opdat God die aanmerkende onze nooden en be25. Alzoo Hij altijd leeft, geerten gunstig vervulle, Hebr. 7 om voor hen te bidden Joh. 14 16. En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij :

:

;

u blijve in der eeuwigheid. Vraag. Hoe breidt gij dit uit ? Antw. Dat Jezus Christus, als onze eenige Middelaar in den hemel verschijnt, voor het aangezicht Gods, ten 1. nutte van Zijn volk, met vertooning van al Zijn lijden en gehoorzaamheid, als daardoor aan het recht van de goddelijke wet in alles genoeg gedaan hebbende, waarop de Apostel ziet, Hebr. 24. Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat 9 met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld des waren, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons; daar hun voorspreker is, en voor hen instaat in Gods 2. gericht, tegen alle sterke roepingen der zonden, der wet en des Satans, die hun eeuwig verderf vorderen, 1 Joh. 2:1. Mijne kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt; en indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den rechtvaardige; 3. daar betuigt Zijn standvastigen en heiligen wil, dat alle uitverkorenen, voor wie Hij met ééne offerande in eeuwigheid heeft voldaan, op aarde worden geheiligd en bewaard, Joh. 17 en vervolgens in de eeuwige heerlijkheid gebracht. 15, 16 Vers 24. Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die opdat zij Mijne heerlijkheid mogen aanGij Mij gegeven hebt schouwen, die Gij Mij gegeven hebt eindelijk hunne gebeden heiligt, zoodat ze, hoe gebrekkig, 4. ook, Gode aangenaam zijn en verhoord worden, dewijl zij geschieden in den naam van Jezus, Openb. 8 3, 4. En er kwam een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het, met de gebeden aller heiligen, zou leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is. En de rook des reukwerks met de gebeden der heiligen ging op van de hand des engels voor God. •

.

.

:

:

;

;

:

;

Vraag. Hebben wij door Christus, als den Middelaar, toegang tot God ? In denwelken 12. Antw. Dat wordt ons geleerd, Efeze 3 wij hebben de vrijmoedigheid en den toegang met vertrouwen» door het geloof aan Hem. :

Vraag.

Antw.

Hoe

verder ? Christus mensch geworden, vereenigende

blijkt dit

Hiertoe

is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen