Zions roem en sterkte - pagina 203
;
:
VAN ZICH
God
BIJ
DE WARE KERK TE HOUDEN.
195
verleent heeft, als onderlinge lidtmaten eenes selfden lichaems. dit te beter mochte onder-houden werden : so is het ampt
Ende op dat
aller geloovigen, volghende het woordt Godts, haer af te scheyden van den genen die niet van de Kercke en zyn, ende haer te voegen tot dese vergaderinghe, t'sy op wat plaetse datse Godt ghestelt : al waert schoon so dat de Magistraten ende placaten der Princen daer tegen waren, ende dat de doodt, ofte eenige lichamelicke straffe daer aan hinghe. Daerom alle de gene die haer van de selve afscheyden, ofte niet en daer by en voegen, die doen teghen de ordonnantie Gods].
heeft
Vraag. aarde is.
Is
het
genoeg
te
weten, dat er eene ware Kerk op
Geenszins; men is verplicht zich daarbij te voegen. onreine raaf zwierf buiten de ark om, maar de reine duif vond geen rust voor het hol haars voets, dan in de ark, Gen. 6—9. Een recht Christen mag op zichzelven niet staan, 8 maar is schuldig als Ruth tot Naomi haar schoonmoeder zeide, 16. Waar gij zult henen gaan, zal ik henen gaan, en Ruth 1 waar gij zult vernachten, zal ik vernachten. volk is mijn Dit staat ons duidelijk in dit volk, en uw God is mijn God.
Antw.
De
:
:
Uw
artikel te zien.
Vraag. Hoe wordt het verdeeld ? Antw. I. Eerst staat ons te zien de waardigheid der Kerk dat zij is eene heilige vergadering of verzameling dergenen die zalig worden, en dat buiten dezelve geene zaligheid is. II. Daarna, wat de waardigheid der Kerk van ons eischt, te weten, dat v/ij ons bij dezelve voegen, en tevens van andere vergaderingen, die de Kerk niet zijn, geheel afscheiden. A. Het eerste wordt bij tegenstelling geleerd en wel zoo met aanwijzing wat niet mag, en wat al moet geschieden a. wat niet mag geschieden, met deze woorden Wij gelooven, dat niemand van wat staat, of qualiteit hij zij, zich behoort op zichzelven te houden, om op zijn eigen persoon te staan b. wat al mag geschieden aa. dat men zich heeft te voegen bij de Kerk maar dat zij allen schuldig zijn zichzefven daarbij te voegen, en daarmede te vereenigen; bb. de wijze van dien, is 1. deels, door onderwerping aan de Kerk: onderhoudende de eenigheid der Kerk, zich onderwerpende aan hare onderwijzing en tucht, den hals buigende onder het juk van Jezus Christus; 2. deels, door arbeidzaam te zijn, ten goede der Kerk: en dienende de opbouwing der broederen, naar de gaven die hun *
.
.
;
:
:
:
God B.
verleend heeft, als onderlinge leden eenszelfden lichaams. Het tweede wordt gesteld als dienende ter bevordering van
het eerste a.
den, zich
op zoo af
zichzelf En opdat dit te beter kan onderhouden woris het ambt aller geloovigen, volgens het woord Gods, te scheiden van degenen die niet van de Kerk zijn, en :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
![Zions roem en sterkte - pagina 203](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's