Zions roem en sterkte - pagina 160

!

ARTIKEL XXIV.

152

Die openlijk het werk der wedergeboorte tegenstaan, daarmede blijven, op den droesem hunner ongerechtigheid, Amos 6 1. Wee den gerusten te Zion, en den zekeren op den berg van Samaria 3. Die maar eene schaduw van berouw en smart over de zonde vertoonen voor een tijd, als plagen of ziekten hen treffen, gelijk Achab, 1 Kon. 21 27. Het geschiedde nu als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijne kleederen scheurde, en een zak om zijn vleesch leidde en vaste hij lag ook neder in den zak en ging langzaam. Vraag. Wat behoorden dezen te bedenken ? Antw. 1. Dat zij nog geestelijk dood zijn, en dus vervreemd van God en Zijne zalige gemeenschap, zonder Christus, zonder God, en zonder hope in de wereld, Efeze 2 12. 2. Hoe zwaar zij zichzelven bezondigen, als blijvende onder de overvloedige aanbieding van genade in een allerellendigsten staat, Rom. 2 Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid 4, 5. en lankmoedigheid, niet wetende dat de goedertierenheid Gods u tot bekeering leidt? Maar naar uwe hardigheid en onbekeerlijk hart vergadert gij uzelven toorn als een schat in den dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. 3. Dat zij, zoo onveranderd blijvende, eeuwig verdoemd zullen wezen in de hel, welke is de verblijfplaats van alle onwedergeborenen en doode zielen. Spreuken 9 18. Hij weet niet, dat aldaar dooden zijn, hare genooden zijn in de diepten der hel. 4. Hoe hartelijk zij derhalve hebben te staan, om bekeerd en het leven der genade in Christus deelachtig te worden, Ezech. 18:31,32. Werpt van u weg al uwe overtredingen, waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart, en een nieuwen geest; want waarom zoudt gij sterven, ó huis Israëls ? Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere Heere daarom bekeert u en leeft. 2.

den spot drijven en zorgeloos :

:

:

:

:

:

:

Vraag. Hoe beleeft men waardig, en betamelijk, zijne wedergeboorte ? Antw. 1. Als men God den Vader die ons wederbaard heeft, uit liefde als kinderen gehoorzaamt. Zijn voorbeeld in ware heiligheid navolgende, 1 Petr. 1 17. Indien gij tot een Vader aanroept, dengene die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zoo wandelt in vreeze den tijd uwer inwoning. Matth. 5 48. Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader die in de hemelen volmaakt is. 2. Als men het beeld van Gods Zoon, hetwelk men inwendig ontvangen heeft, uitdrukt en vertoont in al zijn wandel, Gal. 4 19. Mijne kinderkens, die ik wederom arbeid te baren, totdat Christus eene gestalte in u krijgt. 1 Joh. 2 6. Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzoo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. 3. Wanneer men naar den Geest, die ons tot een leidsman geschonken wordt, zoekt te leven, met bedwinging van de begeerlijkheden des vleesches. Gal. 5 25. Indien wij door den Geest leven, zoo laat ons ook door den Geest wandelen. Rom. Zoo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die 8 1. in Christus Jezus zijn, die niet naar het vleesch wandelen, maar naar den Geest. .

.

:

:

:

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen