Zions roem en sterkte - pagina 198

ARTIKEL XXVII.

190

omdat ze

2. 1

;

;

:

Petr.

wien

hij

omdat

3.

doodelijk

het

zij

van Gods kinderen bedoelen, een brieschende leeuw, zoekende

verderf

De duivel gaat om zou mogen verslinden

5:8.

als

totdat de

mensch

laatste vijand, die te niet

gedaan

ophouden met de aanvechtingen,

niet

gestorven is, 1 Cor. 5 wordt, is de dood.

:

26.

De

Vraag. Van wien bedient zich de duivel voornamelijk om Gods Kerk te bevechten ? Antw. Van den ANTICHRIST, dat is, een die zich vlak tegen CHRISTUS aankant, ofschoon hij zich voordoet voor CHRIS-

TUS

te zijn.

Wien verstaat gij door den antichrist? Antw. In het algemeen alle dwaalgeesten, die zich als vijanden tegen Christus opwerpen, gelijk Johannes in die beteekenis zegt, 1 Joh. 2 8. Zoo zijn ook nu vele antichristen geworden, maar in het bijzonder de paus van Rome met zijne navolgers, 1 Joh. 2 8. Gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt. Vraag.

:

:

Vraag. Verheft de paus van Rome zich tegen Christus ? Antw. Ja toch; hij kant zich openlijk aan tegen Christus, en Zijn middelaarsambt 1. tegen Zijn profetisch ambt, door het invoeren van menschelijke inzettingen, waardoor men de gewetens der menschen tot gehoorzaamheid zoekt te binden 2. tegen het priesterambt, door het invoeren van eigen voldoening voor de zonde, voorbidding der heiligen, en dagelijks herhaalde zoenofferande in de mis 3. tegen Zijn koninklijk ambt, door het aanmatigen van een oppergezag in de Kerk, dat alleen Christus, den Koning der eere toekomt. Zoo besluiten we dat de paus van Rome in dezen het kenmerk van 22. Wie is de leugenaar, den waren antichrist vertoont, 1 Joh. 2 dan die loochent, dat Jezus is de Christus ? Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. ;

:

Verwachten wij nog eene groote volmaaktheid en der Kerk op aarde ? Maar wij verwachten, naar 13. Antw. Ja toch, 2 Petr. 3 Zijne belofte, nieuwe hemelen, en eene nieuwe aarde, in welke de gerechtigheid woont. Vraag.

luister

:

Vraag. Hoe zal dat geschieden ? Antw. 1. Door eene algemeene bekeering van het Joodsche volk, zoo duidelijk door de profeten voorzegd; onder anderen, 10—12. Cap. 3 5. Daarna zullen zich de kinderen Hosea 1 Israëls bekeeren, en zoeken den Heere hunnen God, en David hunnen koning; en zij zullen vreezende komen tot den Heere, en tot Zijne goedheid, in het laatste der dagen. En door Paulus uitgebeeld, Rom. il Want ik wil niet, broeders, dat u 25, 26. .

.

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen