Zions roem en sterkte - pagina 341

;

;

VAN DE KOMST VAN CHRISTUS TEN OORDEEL.

333

onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed te worden van verlokking tot zonde, door den Satan, de wereld, b. En de duivel, die hen 10. en hare bedriegerijen, Openb. 20 verleidde, werd geworpen in de poel des vuurs en sulphers, alwaar het beest en de valsche profeet is van de smarten en ongemakken, die zij hier in lichaam en c. Zij zullen niet meer 16, 17. ziel geleden hebben, Openb. 7 hongeren, en zullen niet meer dorsten, en de zon zal op hen niet vallen, noch eenige hitte; want het Lam, dat in het midden des troons is, zal hen weiden, en zal hun een leidsman zijn tot levende fonteinen van wateren en God zal alle tranen van hunne oogen afwisschen. 2. Dan zullen zij aldaar ontvangen de vruchten des arbeids 6, 7. en der moeite, die zij zullen gedragen hebben, 2 Thess. 1 Alzoo het recht is bij God, verdrukking te vergelden, dengenen en u die verdrukt wordt verkwikking met ons die u verdrukken in de openbaring des Heeren Jezus van den hemel, met de engelen :

:

,

:

;

Zijner kracht.

Hoe meer? Dan zal hunne onnoozelheid voor

Vraag. Antw.

€n

3.

zullen

zij

de schrikkelijke wrake zien, die

allen

bekend worden,

God

tegen de godde-

loozen doen zal, die hun getiranniseerd, verdrukt, en gekweld hebben in deze wereld ja hunne zaak, die nu tegenwoordig van vele overheden en rechteren als kettersch verdoemd wordt, zal bekend worden de zaak des Zoons Gods te zijn, 1 Cor. 4 5. Zoo dan oordeelt niet voor den tijd, tot de Heere zal gekomen zijn, welke ook in het licht zal brengen hetgeen in de duisternis verborgen is, en openbaren de raadslagen der harten en alsdan zal een iegelijk lof hebben van God, 31. Een iegelijk dan die Mij belijden zal voor de menschen, Matth. 10 dien zal Ik ook belijden voor Mijnen Vader, die in de hemelen is. 4. Dan zal de Heere, tot eene genadige vergelding, hen zulk eene heerlijkheid doen bezitten, als het hart des menschen nimmer zou 4. kunnen bedenken, Jes. 64 Ja van ouds heeft men het niet gehoord, noch met de ooren vernomen, en geen oog heeft het gezien, behalve gij, ó God! wat Hij doen zal dien die op Hem wacht; Hebr. 10 36. Want gij hebt lijdzaamheid van noode, opdat gij, den wille Gods gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen. ;

:

;

:

:

:

Vraag. Wat staat een godzalige, uit aanmerking van deze heerlijke verwachting, te betrachten ? Antw. 1. Gode van harte dank te zeggen dat Hij hem met 12. de hope des eeuwigen levens begenadigd heeft, Col. 1 Dankende den Vader, die ons bekwaam heeft gemaakt, om deel .

.

:

hebben

in de erve der heiligen in het licht. Gestadig te denken aan de erfenis, die den vromen is toegezegd na dit leven, Matth. 6 21. Waar uw schat is, daar zal Verblijdt u in de hope. 12. ook uw hart zijn; Rom. 12 3. Godzalig te leven, door een gestadigen strijd tegen de zonde, de dadelijke oefening van ware godzaligheid, 2 Petr. 3:11, 14. Dewijl dan deze dingen allen vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid. Daarom te

2.

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen