Zions roem en sterkte - pagina 274

:

ARTIKEL XXXIV.

266

Antw. Niet, dat de afwassching der zonde, door het uiterlijke water geschiedt, maar door de besprenging des dierbaren bloeds des Zoons Gods, die onze Roode Zee is, door welke wij moeten doorgaan, om te ontgaan de tirannie van Pharao, welke is de duivel, en 2. Den uitverkorenen in te gaan in het geestelijke Kanaan, 1 Petr. 1 naar de voorkennis Gods des Vaders, in de heiligmaking des Geestes, gehoorzaamheid en BESPRENGING des BLOEDS van Jezus tot :

Christus.

Vraag. Hoe heldert gij de bijgebrachte gelijkenis op ? Antw. De ark van Noach, de Roode Zee, als ook de wolkpilaar, die Israël geleid heeft, staan te boek als tegenbeelden van den Doop, als hebbende afgebeeld dezelfde geestelijke dingen, die ons 1—4. heden door den Doop beteekend worden, zie 1 Cor. 10 En ik wil niet broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze Vaders allen onder de WOLK waren, en allen door de zee doorgegaan zijn; en allen in Mozes gedoopt zijn in de WOLK en in de ZEE; en allen dezelfde geestelijke spijze gegeten hebben, en allen den zelfden geestelijken drank gedronken hebben. Want zij dronken en de steenrots was uit de geestelijke steenrots die volgde Die eertijds ongehoorzaam waren, 20, 21. Christus, 1 Petr. 3 wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtende in de dagen van Noach, als de ARK toebereid werd; waarin weinigen, dat is, acht zielen behouden werden door het water. Waarvan het TEGENBEELD, de DOOP, ons nu ook BEHOUDT, niet die eene aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een VRAAG is eener goede conscientie tot God, door de opstanding van Jezus .

•

.

:

;

:

Christus. • .

.

Hoe

Vraag.

van

schilderij

de

is Israëls doortocht door de Roode Zee eene genade, die de uitverkorene doopelingen door

Christus deelachtig worden ?

Aniw. De Roode Zee is, bij zinspeling, het roode bloed van onzen lieven Zaligmaker, waarmede Hij ons wascht van de zonde, Met Kanaan, waarheen Israël reisde, door de roode 7. 1 Joh. 1 Zee, wordt de hemel vergeleken, alwaar de rust is voor Gods Pharao is eene schilderij van den duivel, volk, Hebr. 4 8, 9. wiens tirannie wij ontweidigd worden, als wij door het bloed en den Geest van Christus gewasschen worden, doende alsdan te niet dengene, die het geweld des doods had, dat is, den :

:

duivel, Hebr. 2

:

14.

Vraag. Hangt de volkomenheid en de kracht van den Doop niet van de rechte beooging van den dienaar? Antw. Neen, de leeraars zijn maar zedelijke werktuigen van Gods Wie is dan Paulus, en wie is ApoUos, anders 5. genade, 1 Cor. 3 dan dienaars, door welke gij geloofd hebt, en dat gelijk de Heere een iegelijk gegeven heeft ? Daarom zegt onze Belijdenis zeer wel Alzoo geven ons de dienaars van hunne zijde het Sacrament, en hetgeen dat zichtbaar is, maar onze Heere geeft hetgeen door het Sacrament beduid wordt, te weten de gaven en de onzienlijke genaden, wasschende, zuiverende en reinigende onze zielen van alle vuiligheden en ongerechtigheden, en onze harten vernieuwende, en dezelve vervullende af

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen