Zions roem en sterkte - pagina 136

;

;

ARTIKEL

128

XXIII.

voor God begrepen is : gelyck David ende Paulus ons verdurende de gelucsalicheyt des menschen te zyn, dat God hem de gerechtigheyt sonder de wercken toe-rekent : Ende de selve Apostel segt, dat wy om niet, of uyt genade gerechtveerdicht zyn, door de verlossinge die in Jesu Christo is. Ende daerom houden wy dit fondament altyt vast, Gode alle de eere gevende, ons vernederende ende bekennende sodanige als wy zyn ; sonder yet van ons selve, ofte van onsen verdiensten te vermeten, steunende ende rustende op de gehoorsaemheyt des gecruysten Christi alleen, dewelcke onse is, wanneer wy in hem gelooven : die is genoechsaem om alle onse ongerechticheden te bedecken : ende ons vrymoedicheyt te geven, de conscientie vry makende van vreese, verbaestheyt ende verschrikkinge, om tot God te gaen, sonder te doen gelyc onse eerste vader Adam, de welcke al bevende hem met vyge bladeren bedecken wilde. Ende voorwaer indien wy voor God verschynen moeten, steunende op ons-selven, ofte op eenige andere schepselen, hoe weynich het ooc ware ; wy moesten (eylacen) verslonden werden. Ende daerom moet een yegelick seggen met David Heere tredet niet int oordeel met uwen knechte, want voor u sal geen levendich mensche gerechtveerdicht werden]. veerdicheyt

leeren,

Vraag.

Wat dunkt

u van het rechtvaardig volk, dat

in

Christus

gelooft ?

Antw. Het is een edel en welgelukzalig volk, Psalm 33 12. Welgelukzalig is het volk wiens God de Heere is, het volk dat Hij Zich ten erve verkoren heeft. Vraag. Waarin bestaat het hoogste geluk van dat volk ? Antw. In de vriendschap en gemeenschap met den volzaligen God, van Wien zij door de zonde gescheiden waren. Psalm 73 28. Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te zijn. 2. Ziet, God is mijn heil, ik zal vertrouwen, en Jes. 12 niet vreezen. Want de Heere Heere is mijne sterkte, en psalm, en Hij is mij tot heil geworden. Doch dit staat ons ter verklaring van dit artikel te zien. :

:

:

Vraag. Hoe wordt het artikel verdeeld? Antw. Wij vinden hier I. Eene ronde belijdenis, dat onze hoogste gelukzaligheid bestaat in onze verzoening met God, alleen om Christus' wille, A. voorgesteld op zichzelve Wij gelooven dat onze gelukzaligheid gelegen is in de vergeving onzer zonden, om Jezus Christus' wille, en dat daarin onze rechtvaardigheid voor God begrepen is B. nader aangedrongen met teksten uit de Schrift gelijk David en Paulus ons leeren, verklarende de gelukzaligheid des menschen te zijn, dat God hem de gerechtigheid zonder de werken toerekent. En dezelfde Apostel zegt, dat wij om niet, of uit genade gerechtvaardigd zijn door de verlossing die in Jezus Christus is. II. Daarna het gebruik van dit leerstuk: A. waartoe de grond gelegd wordt met deze woorden En .*.

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen