Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 280

;

DE SOUVEREINITEIT.

272 geheel buiten houden, en

alles

't

aan

zijn natuurlijken

gang overlaten.

Eerst, waar misstand intreedt, hulp ontbreekt, averechtsche wrijvingen,

verkeerd opzet willen doen gelden, of ook schade voor derden dreigt, is

de Overheid

steeds

een eigen verzinning aan het leven op

weg

kring" in den

stond, uit den

weer

souvereiniteit

die

Doch ook dan moet haar te

toeleg

leggen,

hindernis, die aan de inwerking van de „Souvereiniteit

alle

eigen

in

aldus

om

niet,

zijn,

om

maar

geroepen.

tot ingrijpen

weg

in volle kracht

te

ruimen, ten einde

kunne gelden.

Het ge-

lukkigst en het rijkst heeft het Volksleven zich dan ook daar ontwik-

waar de Overheid zich

keld,

het

en

bedoelde,

alle

dan

meer dan hoog noodig bleek, met

deze terreinen

inliet;

de Souvereiniteit

in

waar ze ingreep, nooit

eigen kring

waar dat gelukte, voorts van elke inmenging

zich,

Zoo komt

God

op

leven

vrije

anders

niet

te

onthouden.

dan steeds weer op onze eerste grondstelling neder, dat

't

Schepper voor allen

als

te herstellen

kring van het menschelijk leven, met

Goddelijke Souvereiniteit, de wet gesteld heeft; dat steeds aller toeleg

en streven moet

wet

stelde

draagster

en

te

God

uit

om op

te

handhaven;

souvereiniteit,

God

in

God rustende

en wel van een souvereiniteit,

minst niet over geheel ons leven, maar uitsluitend over

de magistrale verhoudingen tusschen de inwoners onderling en andere volken

of koloniën uitstrekt; en derhalve hierin het

onderscheid tusschen zich en dat

toont,

zij

wet

alle „souvereiniteit in

afeischt,

desnoods van de vrijheid berooft, en ten

door oorlog over leven en dood beschikt.

De

10.

Op

eigen kring" ver-

slotte

zoo door dood-

onderscheid nu tusschen de tweeërlei wijze, waarop

de volstrekte souvereiniteit, die alleen Godes tot uiting geraakt, d.

w.

Overheid

is,

in

ons menschelijk leven

eenerzijds in den e/g^en kring van elk stuk van

z.

ons leven, en anderzijds gelegd,

de

Vrijheidsrechten.

dit principieele

zelfde

tot

kenmerkend

onderwerping aan haar wet afdwingt, geld

stelt,

straf als

§

ge-

en dat de Overheid

van een oorspronkelijke, maar van een

afgeleide

't

elk van deze terreinen de door

doen gelden en

niet

is,

die zich in

zijn,

in

verbindt,

den gezamelijken kring, die allen onder één

moet daarom zoo

besliste

nadruk worden

omdat de vrijheidsrechten van het volk tegenover het gezag

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen