Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 442
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
— STAAT EN KERK.
434
land sprak nog nadrukkelijk lijke,
heeft
maar ook op
aangelegenheden,
Hun ambt, zoo
treden.
te
dat de Overheid niet alleen in burger-
uit,
in Kerkelijke
den naam des Heeren
in
„is niet alleen, acht te
staat er,
nemen en te waken over de Politie (d. i. de burgerlijke orde) maar ook de hand te houden aan den heiligen Kerkedienst; om te weren en uit te roeien alle afgoderij
en valschen godsdienst;
om
het rijk des Satans ten gronde te
werpen, en het koninkrijk van Jezus Christus
woord des Evangelies overal geëerd
iegelijk
gediend worde, gelijk
en
Nog
in
dium
Religionis Christianae,
1690
bestuur trad.
zijn
tweede
Regimen van
stuk
van
deel
bedoelt
geen
in
en na dan
Ecclesiae,
cum
aliis
zoo
dat,
regimen,
ééne
hij
:
burgers en inwoners van een land
immers
ook niet-geloovigen
civiele bestuur eigenlijk
volksgeheel ook niet-
tot het
want
zijn,
Nunc
er staat:
Er
insluit.
is
hem
volgens
in
het
Woord
over
alle
burgers gaat
en de Sacramenten, en de andere, de algemeene, die ;
doch ook van die
laatste
beweert
hij
zeer na-
drukkelijk, dat ze, welbezien, evenals de bijzondere leden, zich in de Hij schrijft toch, dat het
bevinden.
quae
haalt
esse
hij
in
Moor
Ook in
in
regimen politicum
nogmaals
dan
:
in
Ecclesia semper ponit."
„Magistratus
de
zijn
Politica ecclesiastica
Tom.
Manere ministronim Ecclesiae
circa illud, en
Ook
non potest."
Commentarius perpet uus op Marck, Tom. VI
Voetius in
zijn
§ 32 her-
In
Christiani aliquam generalem
res Ecclesiasticas potestatem negari zijn
evenzoo Rivet
nemen nog geheel
in zijn
Kerk
de perpetua omnis temporis historia
neemt deze voorstelling zonder eenige reserve nog
487
de
Kerk tweeërlei ordening, de ééne de bijzondere voor den dienst
van
is,
het
de natie, maar ad regimen Ecclesiae veniamus,
van
niet dit
27 paragraphen het
in
in § 28 met deze woorden „Nunc hominibus commune transimus." Dit
alle
plaats zou vinden, omdat,
civiele
Kerk op-
hebben afgehandeld, begint
Kerken waren, het
Gereformeerde
zooverre
Compen-
blijkens het opschrift,
hij,
leden van deze Kerken behooren, en in de Kerk
ad
gebiedt."
het in zijn
hoofdstuk
dat
zeggen,
te
der
Marck
590 zoo voor, dat welbezien het
bl.
dat bestuur te
ad regimen Ecclesiae
leden
J.
a
33e hoofdstuk toch behandelt
het
uitsluitend
kerkelijk
hoogleeraar
Woord
in zijn
hij
naast of tegenover de Kerk stond, maar in de
niet
In
de
stelde
doen vorderen, en het
te
doen prediken; opdat God van een
te
I
bl.
124
B. de
470
1771 over.
v.v.,
Walaeus
et Inspectione Magistratus,
Explicatio Decalogi
ditzelfde standpunt in.
in
p.
I
p.
1371—76
Calvijn zelf had zich veel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
![Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 442](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/antirevolutionaire-staatkunde/1916/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's