Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 272

DE SOUVEREINITEIT.

264

maken, hoofden voor een bestuur doen aanwijzen, en binnen den

zakelijk

vormen, kracht vinden

kring, dien ze

een geheel zelfstandige bewind-

in

voering; corporatiën, die wel formeel in het vereenigingsrecht een gezag

boven zich eeren, maar toch binnen de wanden van haar stichting geheel te

werk gaan. Zelfs het staatslichaam, wordt voor een

niet

zoo vrijmachtig

gering deel door zulke souvereine vereenigingen beheerscht. Bijna in elk

men

land weet

eenigingen

familiekring

Eugen

Dr. in

recht

sterker in het huisgezin en in

en wel het allersterkst in de kerk van Christus.

Ehrlich, hoogleeraar te Czernowitch,

hoe

op,

nog veel

natuurlijk

uit

uitnemend

zijn

Deze, van de hooge Overheid onderscheiden

oefenen.

komt

souvereiniteit

den

thans zulk een souvereine macht in de electorale ver-

uit te

over

geschrift

het

de

is

in

souvereine

bekleed

vereiniteit

Toen

ontwikkeld.

vond men

gold,

en

vader

het

In het

heeft.

nog steeds met de hoogste sou-

zelf

jus

slotte alle politieke souvereiniteit

ac

vitae

nog

necis feitelijk

in het

Gezin

het Gezin de twee machtigste uitingen van sou-

in

het doen

vereiniteit,

voeden

de souvereiniteit van het Gezin heeft zich,

uit

geschiedkundig verloop, ten

het

nog onlangs

er

karakter van het

het politieke saamstel, wil het niet in atomisme

zelfs

verstuiven, zich steeds door en uit het gezin te

Gezin

wees

sociologisch

opkomen van het leven en het

te niet

doen van

het leven, vereenigd, terwijl de Overheid zich beperken moest tot het vernietigingsrecht.

om

De term jus

een kind eenerzijds

te

kind anderzijds het leven

en

slist

kerk.

sterk

In

te

En wat enkel

veelzeggend.

den

geldt, strijd

de

is

vitae ac necis, d.

procreëren,

benemen,

d.

geestelijk,

i.

het dubbele recht

het jus vitae, en

d.i.

het yws/zec/s,

i.

maar dan toch

om

was daarom zoo niet

minder beChristus

in eigen kring in

souvereiniteit

aan het

over de theorie der „twee Zwaarden,"

is

het denk-

beeld zelf van Staatssouvereiniteit eerst tot vaste ontwikkeling gekomen.

En

al

tot

het

maar

kan

al

opkomen voor te

rechterlijke

toch

de

niet ontkend,

dikwijls

dat

de

Kerk zich

souvereiniteit

ook macht

machtsoefening,

heeft

in

buiten

pogen

niet altijd beperkt heeft

eigen, kring, en dat

zij

zich

dien kring, zelfs door strafte

verzekeren, vast

blijft

het

voor den geloovige staan, dat aan geen aardsche bewindsmacht

bevoegdheid

is

Christus' geboden,

verleend,

ook maar

om te

de kerk

storen.

in

haar vrije opvolging van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen