Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 304
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
HET STAATSDOEL.
296
Bluntschli in zijn Allgemeine Staatslehre 6e editie, Stutt-
de antieke."
was
1886,
gart,
op bedacht,
er vooral
om
Hij onderscheidt (bl. 363)
verbijzonderen.
gemeen toch
het doel van alle Staatsieven in het
de levenstaak van den enkelen persoon de individualiteit,
in
in
de harmonie van het levensdoel voor eigen
de natie en de menschheid.
individu, niet anders staat het volgens
komt
't
derhalve ook
bij
't
zoo van individu tegenover
hem van
volk tegenover volk. Feite-
Staat
Bluntschli neder op de zoo volledig mogelijke
ontplooiing van de volkskracht in overeenstemming met
En waar nu
367) in wat
de ontplooiing van
in
d.i.
is,
(zie bl.
de ontwikkeling van den aanleg, in de openbaring
van ieders eigen aard en
lijk
„Weltmachte" van „Grosz-
en dan weer „Mittelmachte" van „Klein Staate", doch vindt
machte"
familie,
het doel van den Staat te
's
volks aanleg.
individu bloot kan staan aan „widerrechtliche Angriffe,
't
da kann es zunachst nur Aufgabe des Staates sein," de private vrijheid van recht
den
enkele te beschermen, terwijl omgekeerd de Staat nooit het
om
bezit,
den aanleg der enkelen
te
storen of te onderdrukken.
Principieel onderscheiden van deze opvatting
Berlin 1910,
Staatslehre, staat
enkel
niet
toestanden,
geboden. in
in
het
maar vóór
bl.
is
daarentegen, wat Stahl,
28 betuigt: „Het doel van den Staat be-
meer volkomen maken van de menschelijke
alle
dingen
in
de handhaving van de Goddelijke
Niet in vrijelijk na te jagen voordeelen, of voorrechten,
maar
onderwerpen aan onverbrekelijke ordinantiën. Gelijk
in het
het zich
moment vormt, zoo is weder in hoogste moment deze handhaving van de
Staatsbegrip de Overheid het hoogste het begrip van Overheid het
Men
geboden Gods".
gevoelt,
hoe zeer ook
in
deze definitie van het
Staatsdeel het „formeel-rechtliche" nog te eenzijdig
is
opgevat, terwijl
het 10e gebod: „Gij zult niet begeeren" reeds op zich zelf toont, hoe
bedenkelijk het Stahl
spreekt
prachtischen
is,
niet
eisch
de Tien Geboden hier als richtsnoer
meer de van
het
eenzijdig
formeele
leven blind
is,
jurist,
maar toch
te
nemen.
die,
bleef
voor den
ook
opvatting nog te zeer in het wijsgeerige en afgetrokkene hangen. Stahl deed het verband tusschen den Staat en den val in het paradijs niet geheel tot zijn recht
komen.
In
zijn
Ook nog
Altoos blijkt weder, hoe de schrijvers
over de algemeene Staatsleer, ten deele beheerscht werden door de in
hun
(zie bl. in
en omgeving heerschende denkbeelden.
tijd
364)
onzen
tijd
bij
Wees
Bluntschli er
het bespreken van de Klein-Staaten niet op, dat ze
niet
dan twijfelachtig bestaansrecht hebben, en dat ze
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
![Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 304](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/antirevolutionaire-staatkunde/1916/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's