Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 347
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
DE KLEINERE STATEN.
339
Pruisen en Oostenrijk saamging, stond reeds van 1912
den
Bali^an, vrij scherp tegenover Oostenrijk, en
tegenover
Duitschland
Engeland
en
zworen vijanden,
handen
ineen.
komenden
vroegere,
alle
Rusland
waren,
af,
vriendschappelijke
zoolang
het
om
de
onzekerheid,
oorlog, de stukken
hoe
ten
in
1914
verhouding.
Afghanistan ging, ge-
maar sloegen thans, onder Frankrijks
In
van
terwille
verloochende
slotte bij
de
inspiratie
een later op-
op het internationale schaakbord zullen
daarom voor de kleine Staten zoo uiterst gewaagd, zich vooraf en voor vast aan den alliantieband te leggen. Vandaar, dat men staan,
het
is
er later veelal de
voorkeur aan
einde, brak er een groote,
onze grenzen in
om
gaf,
ook ons
de handen
allicht
1914 de beste politiek bleek.
houden, ten
bedreigende oorlog dicht
alsdan naar bewind van zaken
uit,
vrij te
handelen,
te
Het ongeluk
iets
maar, dat de hieruit
is
voortvloeiende onzekerheid het plan van onze Defensie zoo onzeker
Vooral
kleine Staten zijn niet
heden voor zakelijk
op
hebben
te
te
bij
machte,
om
laat.
op
alle gebeurlijk-
zijn
verweer hoofd-
zich
Of met name Nederland
bereiden.
bij
wat ook
de kust, op de Oostergrenzen of naar den Zuidkant zou voeren,
stelt
uiteenloopenden
zeer
eisch
aan de Lands-
verdediging, gelijk reeds vóór den oorlog van 1914 bleek, toen de quaestie
van
het
Fort
aan
Vlissingen
bij
orde kwam.
Voor ons, in het nog op zeer aanmerkelijke wijze
de
bijzonder, wordt deze onzekerheid zelfs
daardoor verergerd, dat
hebben
rekenen.
te
we
onze koloniën met de Aziatische politiek
in
men nu met
Rekent
Japan
meer dan eens bleek, hoe
't
gelegen
houdt,
eilanden
gericht
alsmede
dat
uitstrooit,
dan
dat zeer wel een casuspositie denkbaar
zouden
zijn,
onze eigen kust
afdoend verweer maatregel,
ontwikkelen.
Rusland
in staat te
dat Oost-Azië in
om
Europa
in
zijn
;
iets,
te
China nog steeds ligt is,
zijn
het in den aard der
we verplicht om in Azië tot
waarin
ontblooten,
wat ons noodzaken kon
tot
een
dusver geen enkele andere Europeesche mogend-
waartoe
heid overging, te
feit,
een zeer begeerig oog naar de zuidwaarts
emigranten over onzen Archipel zaak,
het
een steeds wassende wereldmacht zag opdagen, waarvan reeds
namelijk in Azië zelf een indrukwekkende zeemacht
Noch Engeland, noch
beschikken
over
een
marine
onze vlootplannen werd voorgesteld.
Frankrijk, in
noch Amerika, noch
de Zuidzee als
in
1913
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's