Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 142
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
HET BEGRIP VAN STAAT.
134
De
anderlijk.
het
opgekomene of
den
aan
men
of
hangt,
autoriteit.
volgt, dat het
antwoord op de vraag,
wezen
mag worden
toegekend,
thans
gelijk
uit
Hieruit
een
Staat
een eenheid, maar een combinatie,
niet
is
een over dat volk gestelde, niet er vanzelf
volk plus
een
is
toch
Staat
geschiedt, in den staat een
veelal
voor het bestaan van een volk
van
er
die
ziet,
noodwendig
uit
af-
vorm
den aard van
onze menschelijke saamleving voortvloeit, dan wel of de Staat geldt voor een van buiten aangebrachte vorm, die intrad, om, na breuke in het oorspronkelijke levensverband, het algeheel uiteenvallen van de menschheid te
Wie
voorkomen.
wezen,
noodzakelijk
een
organisch
dat
opkomt.
geslacht
schelijk
den Staat
eerste gevoelen aankleeft, ziet in
het
den aard van ons men-
daarentegen
die
Zij,
uit
in
den staatsvorm
slechts een chirurgisch apparaat kunnen zien, om het oorspronkelijk verband der menschheid, dat door de zonde wegviel, gedeeltelijk te ver-
vangen, kunnen wel aan het volk, maar niet aan den Staat een wezen toekennen.
en
Staat
hun
is
onveranderlijke
niet
openbaart.
Dr.
Redslop
R.
dan een bepaalde
niet anders,
waarin
vorm,
het
eeuwige
niet
wezen van het
volk zich
Abhangige Lander (Leipzig 1914)
in zijn
zegt op bldz. 3 terecht: Tot een Staat behoort een volk en een land.
Onmisbaar van
dat
een
verder
is
Maar
land.
staatsidee. „Hier stoszen wir auf
we op
het kardinale begrip van de
das Phenomen,
Lebenskraft des Staates beschlossen liegt."
dan ook
om
toe,
erkennen,
in
welchem
de drie componenten van een staat
dat
die innigste
men
er
zien en
te
Steeds meer komt
de staatsidee een samengesteld begrip
in
de grenzen
binnen
gezag over dat volk
hier stooten
zijn,
te
een volk, als
bezittende een aan te wijzen stuk van den aardbol, en geregeerd door
Overheidsverband.
Een volk met een eigen land en een eigen over-
een staat en
heid,
leeft in
Staat
genoemd.
dit
saamstel wordt thans in den regel een
Zoo spreekt men over den Staat der Nederlanden,
den Belgischen Staat, den Deenschen Staat, landen
met name
en
voorkeur
geeft.
Op
bij
het
terwijl
men
groote monarchiën aan het
volk
Overheid komt het dus aan, en
in in
zijn
bij
zeer groote
woord Rijk de
eigen land en met zijn eigen
dat begrip blijkt
't
volk het hoofd-
begrip en komt alleen aan het volk een wezen in eigenlijken zin toe.
Het
En zich.
is
niet
het
is
Altoos
een land, met op dat land een volk onder een Overheid.
ook
niet
blijft
een
Overheid
in
een land met een volk onder
het volk het uitgangspunt en zijn én land én Over-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's