Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 226

DE HOOGE OVERHEID.

218

om

hebben,

het bestaande rechtssaamstel onderstboven te keeren en er het

voor

zijne

in

van

de plaats

te

Het zou uitloopen

stellen.

maar op Nihilisme. Elke

Anarchisme,

het gezag wegvallen.

onder

Daar

grondslag weg, geen andere denkbaar dat er een

God

is,

of verblijft,

dan de

belijdenis,

die ons menschelijk geslacht schiep en dat Hij als

onze Schepper over heel ons geslacht het absolute zeggenschap ontstaat van

de vraag,

zoo

heeft,

en op die vraag

ons

blijkt

in

Gezin het eenig mogelijke, maar dan ook het afdoende antwoord

gegeven mensch,

te

zijn.

het

Het gezin

gezin

is

de mensch, maar

is

niet

een vinding of constructie van den

een Schepping Gods;

ingesteld; en van die orde niet

bezit,

waar en op wat manier de Almachtige God

gezag onder ons ingesteld

dit Zijn

het

zelf

zou

deze contractueele

er nu, valt

is,

op

niet enkel

redelijke rechtsgrond toch

God

is

in dat gezin is

een orde

het natuurlijk hoofd aangewezen; zoodat

alleen, niet enkel

de Gezinsorde

maar ook den voortgang en overgang van het gezag

uit het

vaststelt,

gezin in

den breederen kring der geslachten.

§

10.

De

Tien Geboden.

Tweeërlei vooral vereischt hier nadruk. In de eerste plaats moet toch

gewezen worden op de Tien Geboden. Voor wie die

uit

de Schrift

leeft, zijn

Tien Geboden, geen menschenvondst, maar rechtstreeks van

afkomstig en door Zijn Goddelijk gezag verordend. Verordend voor dat

zij

God

Israël,

toegegeven, en niet alleen de aanhef, maar zelfs de inhoud van

meer dan één gebod, met name die van het

4e, 5e

en 10e wijst

dit uit;

maar toch van zoo algemeene strekking, dat men onder de Christenen

om

eeuwen en voor alle volken geldig te verklaren. Nu is in deze Tien Geboden het gezag Gods gesteld tegenover alle cardinale overtreding van Gods recht, maar, en dit is het opmerkelijke, waarop dusver veel te weinig de aandacht is gevestigd, er komt in deze reeks van tien, geen enkel afzonderlijk en opzettelijk gebod voor, niet geaarzeld heeft,

ze voor alle

dat het volk zich te onderwerpen heeft aan zijn overheden en haar gezag heeft te eerbiedigen.

Toch kon zulk een gebod

niet uitblijven.

Het volk,

Wet der Tien Geboden en vergreep zich keer op

dat zich in de woestijn van Sinaï bevond, toen de

werd afgekondigd, was opstandig van geest keer aan het gezag.

Mozes en

zelfs

Aaron, de hoogepriester, vervielen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen