Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 342

DE STATEN ONDERLING.

334

om

toe,

geen

Recht,

voor handhaving vatbare Recht,

en

geschreven

het

buiten

geen Rechtsdrang

zelfs

Komend op

erkennen.

te

Hier moeten

en den handhaver van het Recht tegen rechtsschending.

de geldigheid van het Volkenrecht aan een ideëel gezag

wel

dan

ze

ontleenen. Dit zou er alzoo ook hen toe leiden moeten,

op

dan

er

Recht

door

en Ullmann

gelijk Rivier

opdat wilkeur en toeval zoude

ten

slotte

die

bezit,

12.

bepaaldheid

te

dan aan den ingeboren

Motief

is

men

in het

alzoo ten slotte geen stap gevorderd.

Volkenrecht.

in

Waaraan dankt het Volkenrecht

gemeen betoogden,

is

zijn

de plaats: Vanwaar komt de bepaaldheid

van de menschelijke natuur?

Wat we

in

onze Inleiding van het Recht

ongereede, daar alle tractaat, zonder macht, die het

handhaaft,

kan.

pericliteeren

in

vooral daarom hier ten volle van toepassing.

ook het positieve deel van het Volkenrecht verkeert nu nog

Zelfs

Maar

veel grooter

nog

bij

is

in

schending

de verlegen-

men met het Volkenrecht als onbeschreven gezagsuiting Daarom toch moet men met Lasson volmondig erkennen, dat een

waarin

heid,

geraakt.

onbeschreven

recht,

hetwelk de volkeren

zou binden, niet bestaat, of wel*

mensch

het

steunpunt

men

en motief

te

in

moet,

hun onderlinge verhouding al

begint

men met

natuur

teruggaan

wat oorzaak en anders

en,

hierbij

Van

's

is

den

menschen

aangeland, zich de vraag oplossen

door welk bestel

bestaande ?

in

zoeken, toch altoos van den en-

kelen mensch op de menschheid, en van de menschheid op

niet

of inge-

Door deze

van de menschelijke natuur kan ontleenen.

aard

Alleen komt nu voor de vraag;

het

komt men toch weer bij de zijn,

landen, die, zoo ze eenige bepaaldheid

anders,

niet

bepalingen? deze andere

het

afgesneden, en daar nu die wilsuiting

zijn

om, over de brug der wilsuiting,

toe,

cirkelredeneering

§

En zoo komt

de motieven voor het

overleg en nadenken moet geweest

menschelijke verzinning aan

schapen

om

zeggen, dat ze dit alleen niet zonder wilsuiting gedaan hebben,

weer vrucht van er

toe,

naar Hooger

aan wat de volken deden en onderling regelden,

ontleenen

te te

om

Dit echter mag, volgens hen, in geen geval.

zien.

te

men

inter-

gebied daarentegen missen ze den wetgever en den rechter

nationaal

:

Uit

die menschelijke natuur zoo en

Hugo de Groot

af

heeft

men op

dit

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen