Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 56

INSTELLING VAN RECHTSVERHOUDINGEN.

48

het vaststaan, dat het

blijft

terdaad

tot

en onmiddellijk na de schepping, met-

bijzonderheden

de

in

bij

toegegaan, gelijk ons

is

de

dit in

Mozaïsche documenten gemeld wordt.

we nu van meet

Hierbij staan

voor het

af

conform de evolutieleer de mensch

of

alles beslissende

uit het dier verfijnd

dilemma,

dan wel

is,

onmiddellijk als product van Goddelijke vinding in zijn rijken staat ge-

schapen

Wel

is.

vergeten

nog komen

Evolutieleer

we

ook vóór Darwin, toen de

dat

niet,

reeds evenzoo de minder vergaande

moest,

voorstelling ingang vond, alsof de mensch, als halve barbaar ter wereld

gekomen,

eerst allengs beschaafd en

humaan was geworden,

iets,

wat

de dagen van de Fransche Revolutie dan weer door verwijzing naar

in

bewoners der Zuidzee eilanden en door het dwepen met den na-

de

van

tuurstaat

Londen dreef

wat vooral de Aboriginal Society

te

Darwi-

tegenstelling, die het hier geldt, is in het

haar strengste consequentie doorgevoerd, en,

tot

eeuw mag

ste

iets,

betwist werd, maar op deze kleine variatiën behoeft

De

hier niet gelet.

nisme

—

onschuld

—

het probleem niet anders

door de Evolutieleer tegenover de

leer

in

de twintig-

meer gesteld dan

van Genesis

is

gelijk het

geplaatst.

Daar

nu op grond van de uitspraken van den Christus, waarnaar we verwezen,

geen

Christenstaatsgeleerde

moet,

lutieleer

door ons

niet

ook maar

twijfelen kan, of de

Evo-

wat ze ten deze zich aanmatigde, gewraakt, zoodat

in

anders dan van het scheppingsverhaal

documenten mag uitgegaan, dan komt de vraag,

in

de Mozaïsche

of er rechtstreeksche

rechts-oplegging door het woord heeft plaats gehad, vanzelf neer op deze andere,

of

aan

Adam

en Eva en hun onmiddellijke nakomelingen

al

geboden of beschikkingen van Hooger Hand zijn Van openbaringen door droomen of door het visionaire beeld kan hierbij voorshands gezwegen worden. Wat dien aangaande dan

bevelen,

niet

opgelegd.

in

Daniël voorkomt, stond in verband met de Bijzondere Openbaring; en

wat

gelijken zin uit het patriarchale tijdperk

in

gemeld wordt, behoorde

reeds niet meer tot de Algemeene Openbaring. Bovendien tot op den eersten

droom

geschiedt

patriarch of

ons

in

de

Schrift

van openbaring door

door vizioen geen enkele melding.

Tot die algemeene openbaring behoort daarentegen geen

ons

vers 26.

wordt

bericht In vers

toegekend, eerst

in

Genesis

26 wordt het in

I

:

28, 29, 30,

recht, dat aan den

den raad Gods vastgesteld.

al

aanstonds het-

met inbegrip van

mensch

zal

Er staat toch

worden :

„Laat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen