Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 301

DR.

KUYPER ALS REFORMATOR DER KERK.

279

der 16de eeuw, toen de kerk door de Arminiaansche dwalingen

gevaar

liep,

kwamen op cati

saam,

van de kerk van Amsterdam

uit.

haar noodiging afgevaardigden

om

te

beraadslagen over de

te

Den Uden

uit vele

April 1883

kerken

in

Fras-

volgen gedragslijn. Deze

conferentie vergaderde op de basis van instemming

met de

drie

formulieren van eenigheid als accoord van kerkelijke gemeenschap.

De

in hunne kerken voortaan niemand den dienst des Woords zou toegelaten worden, zonder dat hij vooraf de drie Formulieren met betuiging van hartelijke instemming

afgevaardigden besloten dat

tot

had onderteekend. Tevens besloot men, dat het kerkverband, dat sedert 1816 de kerken onwettig was opgelegd, moest verbroken, wanneer de Gereformeerden er door zouden belet worden den Koning der kerk als Souverein te eeren. Verder,

kwam

en de Gereformeerde belijders

in

om

bijaldien het daartoe

deze door hun Kerkeraad

werden tegengestaan, deze alsdan de gemeenschap met dien Kerkeraad zouden opzeggen, eigen Ouderlingen en Diakenen verkiezen om voorloopig, gelijk in den

tijd

der Remonstrantsche twisten geschied

te scheiden, maar als doleerende kerk op te treden. werd de Kerk van Amsterdam aangewezen om bijaldien een of meer kerken in haar gehoorzaamheid aan den Koning der Koningen, met de Synodale Hiërarchie in moeilijkheid mocht komen, de kerken tot een nieuwe Conferentie saam te roepen.

was, zich niet af

Ten

slotte

Uit dit alles in

is te

zien hoe de beginselen door Dr.

K

u y p e r reeds

„Confidentie" neergelegd en daarna in de „Heraut"

zijn

zoo

krachtig bepleit, hadden doorgewerkt. 3.

Het

Twee

conflict

jaar later

met de Besturen

te

Amsterdam

uitgebroken.

werd de kerk van Amsterdam zelve geplaatst voor

gehoorzaamheid aan Koning Jezus, of aan de Synodale waren toen ter tijd nog drie moderne predikanten te Amsterdam. De leerlingen van die predikanten verzochten den kerkeraad om attesten van zedelijk gedrag om in een naburige gemeente te worden aangenomen. De kerkeraad meende deze bewijzen niet te

de keus:

of

Hiërarchie. Er

mogen

geven, tenzij bleek dat niet een belijdenis van ongeloof

bedoeld. Deze zaak

kerkeraad niet

kwam, nadat

te willen

dwingen

werd

het Cl. Bestuur verklaard had den tot het

afgeven der attesten, voor

het Prov. Kerkbestuur van N.-Holland, hetwelk den 20sten Oct. 1885

den kerkeraad

gelastte, dat die attesten binnen zes

weken zouden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen