Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 257

DR.

KUYPER ALS GELEERDE.

235

Spreekt dat er scheiding is tusschen liet schoone en het vrome. Die scheiding wordt wel aanvaard door het ascetisme. Het meest komt

de Derwischen

dit uit bij

in Indië.

Wat

schoon

wordt door hen

is

mismaken zich om den indruk van vroom te geven. Ook de monniken in de Middeleeuwen hebben door kleeding en gelaatsveracht. Zij

kleur getoond dat niet

zij

het verband tusschen schoonheid en vroomheid

hadden begrepen.

In die

dagen stelde men Christus

liefst zoo overgegaan op de Wederdoopers. Ook in hunne kringen gold het verachten van al wat schoon is, als bewijs voor ware vroomheid. Het Calvinisme al was het oorspronkelijk van die dwaling vrij, heeft er iets van overgenomen, toen vele Wederdoopers zich daarbij aansloten.

leelijk

Van

mogelijk voor.

dit

ascetisme

is

iets

Buiten den mensch moet de zetel van het schoon worden gezocht zijn steunpunt in God. Geeft de H. Schrift recht tot vijand-

Het heeft

schap tegen de kunst? Paulus zegt dat de gedoopte vrouw zich moet versieren, doch zij heeft te beginnen met het geestelijk versiersel te

zoeken van een stillen geest die kostelijk is voor God. De Schrift maakt overal van schoonheid gewag. Gedurig spreekt zij van schoonheid van gedaante, van gelaat. zienlijke dingen

gewaagt de

Doch ook van de schoonheid der on-

van de schoonheid en van de liefde (Hoogl. 4 10). De stam van Naftali had de schoonheid des Woords. In Ps. 50 2 heet het, dat der wijsheid (Ezech. 28

:

Schrift. Zij spreekt

7)

:

.

God

blinkende verschijnt in volkomenheid.

Messias

in

Wien

Ook

spreekt

het schoon wordt gerealiseerd. Hij

zij

over den

de Schoonste

is

der Menschenkinderen die de banier draagt boven de tien duizend.

Ook wordt melding gemaakt van de schoonheid van Jeruzalem en den berg Sion. De tabernakel moet schoon zijn; schoon is het voorhof, schooner het Heilige; het schoonst het Heilige der Heilige waar

God

troont.

getoond. als

God

Die aardsche tabernakel

is

aan Mozes

den hemel

in

gaf aan Bezaliël en Aholiab de gave van het schoone

een gave des H. Geestes. En wanneer

in de Openbaring van Johannes het eind der dingen wordt geschilderd, dan vinden we als ideaal geheel de wereld geconcentreerd in het hemelsch Jeruzalem dat op aarde nederdaalt in de schoonste vormen, waarin alles schittert van goud, fonkelt van edelgesteente. En deze overstelpende

weelde, waartoe

beschreven als

in

God

Zijn

volk eenmaal roepen

tegenstelling

met God

zelf,

zal,

maar

wordt

als

niet

overeen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen