Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 230

208

DR.

KUYPER ALS STRIJDRR

Budgetrecht uitgesproken 0. Doch hoe

men

dit

recht ook regele, het

recht zelf moet blijven, en in dit recht bezit het Volk tegenover de

Overheid een ongemeen groote macht. Maar die macht moet het

doen gelden

slechts als invloed

doen

en alleen

zal,

bij

bij

hetgeen het

wil, dat

de Overheid

hetgeen dat het wil dat de Overheid

late,

als macht.

Maar de vraag

is

of het volk, in

den zin van de lagere klasse,

over macht of alleen over invloed moet beschikken? Er

om

sprake van, bestaande

is

geen

de lagere klasse een derde kamer, naast de twee saamstellen, en aan deze eenige bevoegheden te

te laten

geven; maar

alleen

de Overheid

bezit,

om

op de macht, die het Volksgeheel tegenover ook de lagere volksklasse te laten inwerken.

men de inwerking

worden, beantwoorden of de eene klasse in het Volk al dan niet overwicht over de andere klasse zal hebben? Zulk een overwicht bestond ten onzent sinds jaren. Een invloedrijke, maar niet overgroote klasse beschikte geheel over de saamstelling der Volksvertegenwoordiging. Een betrekkelijk klein deel van het Volk, sprak in naam van heel het Volk van Nederland, en zette dan bij zijn woord de klem der macht. En zulks niet een hooger organisch deel, wat naar recht zou geweest zijn, maar uitsluitend een numeriek deel, afgemeten naar geldelijk vermogen. Het ideaal van Dr. K u y p e r is niet het overwicht van de eene Zegt

doch dan

de vraag

is

dier lagere volksklasse zal te groot te

klasse boven de andere, waar sprake

is

van de saamstelling der

volksvertegenwoordiging, maar het evenwicht, de organische harmonie, die elke

kring des Volks geleidelijk tot zijn evenredig recht doet

komen. Dit evenwicht had tot dusver niet bestaan; men liet veel tijd om het evenwicht voor te bereiden ongebruikt voorbijgaan. Dr. K u y p e r had gaarne door herziening der Grondwet den

weg

tot

evenwicht

in

dien

politieke constellatie bleek

tijd

geen kans was. Het middel *)

in

Dr.

Kuyper

(1895)

willen ontsluiten.

Doch de

van dien aard, dat daarop hoegenaamd

om

de klippen der Democratie

betoogde, dat de regeling

in

Engeland beter

is

om dan

te

die

Nederland. In Engeland heeft de kroon niet de toestemming noodig van

het Parlement tot het doen van uitgaven die voortvloeien uit wetten, die

eenmaal door de Volksvertegenwoordiging werden goedgekeurd. Alleen voor uitgaven, die daar buiten vallen, behoeft zij de medewerking van het Parlement.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen