Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 176

KUYPER ALS STAATSMAN.

DR.

154 providentieel

wonder leerde

zien, terwijl zij

een onoplosbaar raadsel

voor wie de profetie verwerpt. Een volk van nog geen vier millioen, vlak op zijn grens omringd door vijandige volken, ten onder

blijft

gebracht door Assyriërs, Babyloniërs, Grieken, Perzen, Egyptenaars

en Romeinen,

is

uitgezwermd naar de vier windstreken

tot diep in het

hart van Azië, langs Afrika's Noordkust, heel Europa over, tot in

Amerika en Australië. Het is daarbij verviervoudigd vervolgingen doorstaan.

En

in

aantal,

en moest de wreedste

terwijl Philistijnen, Pheniciërs,

Moabieten

en Ammonieten, Assyriërs en Babyloniërs als rijk en volk spoorloos verdwenen, heeft alleen het Joodsche volk als natie, zich nu reeds dertig

eeuwen lang weten

zijn talent

en

zijn

te

handhaven, en beschikt

het,

dank

zij

geldmacht, thans nog over een wereldpositie die

allerwegen ontzag, soms angst inboezemt, en een contra-actie in het Antisemitisme deed opkomen. Te Tiberias vertoevend,

kwamen de

Rabbijnen Dr. Kuyper hun dank betuigen voor zijn belangstelling in het Oude Volk van God; zij deden dit niet ten onrechte, maar hij zag in Palestina te veel van het Joodsche leven, om geen ernstige

daarop uit te brengen. Het aantal Joden in de geheele wereld bedraagt ruim elf millioen, waarvan zeven en een half in de Oostersche staten van Europa. Hun hoofdmacht huist dus in het Oosten; in Polen vormen zij ruim 16, critiek

Rusland en Rumenië ruim 4 pCt. van de bevolking. Een sterk perin beteekenis nog verhoogd wordt door hun trekken

in

centage dat

naar de groote steden, In Odessa vormen

zij

bijna 40 pCt.

van de

inwoners.

Het ontstaan van de pogroms

in

Na den moord op Czar Alexander

Rusland wordt aldus verklaard: II

waarin ook Joden betrokken

waren, koos de volksverontwaardiging den Jood volk

was toch

den Joden vriendelijk gezind.

al niet

zondebok. Het

als

Zij

jaren het instrument van Regeering en adel geweest,

penning

uit

de beurs van boer en burger

Rusland hadden

Koelak den Jood dragen dat hij

„Wat ik,

het diepst

en dat

ik

maal tegen het

in

afpersing,

niet

bij

keerde

de laatste

vooral in Zuid-

Wel overtrof de Russische maar men kon in laatstgenoemde

zich daartoe geleend.

zij

niet

te zuigen,

waren sinds

om

voelde als het Russische volk. Rénan schreef:

den Jood hij

volk,

zit,

en altoos weer boven komt,

is zijn

de eene maal tegen de Regeering, en de andere

maar

altoos ten eigen bate". Het uit Duitsch-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen