Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 98
76
DR.
Nu wordt
KUYPER STICHTER DER VRIJE UNIVERSITEIT. genomen" Dr.
in „Strikt
Bronsveld
futeerd", elk onpartijdig lezer zal dit
werlcelijk „gere-
moeten toestemmen. De
titel
werd eveneens aan een woord van Dr. Bronsveld ontleend. Deze schreef: „Dr. K u y p e r heeft meer gedaan, dan men strikt genomen van hem mocht eischen." Welnu, hij zal het dan tegenover Dr. Bronsveld „strikt nemen". Hij verdeelt daarom zijn brochure in drie hoofddeelen: „Strikt naar recht"; „Strikt wetenschappelijk" en „Strikt ernstig". Dr.
op uitlatingen
als
K
uyp e
r
verklaart daarbij niet te antwoorden
„Ik ken een groot gewicht toe aan alles
wat
u y p e r schrijft, en hij zelf ook." „Zou Dr. K u y p e r dat gevoel van weemoed en smart niet kennen? (bij het scheiden van Dr.
K
een gemeente)
Ik
zou haast zeggen:
dat gevoel
vreemd". Ook verklaart Dr. B. dat er voor Dr.
hem
is
Kuyper
in
de
stichting der Vrije Universiteit „een toekomst zat, namelijk: de be-
noeming
tot hoogleeraar."
Ook de
een fractie behoort, die den Godsrijk achterstelt
bij
het
aanklacht dat Dr.
Kuyper
„tot
arbeid aan den
bouw van
het
stillen
meedoen aan
het hanteeren van vleeschelijke wapenen." aantijgingen zegt Dr.
Kuyper:
Dan wordt aangetoond,
manoeuvres en
politieke
Op
deze en andere
al
„van harte vergeven!"
dat volgens ons recht de Vereeniging voor
Geref.
Hooger Onderwijs, een erkende vereeniging
school
mag
mag
stichten en deze een universiteit
is,
welke eene
noemen, professoren
aanstellen en dat deze volgens ons staatsrecht een Vrije Univer-
siteit is, die
examineeren en diplomeeren kan.
Bij K. B. is
aan de Ver-
eeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag rechtspersoonlijkheid verleend.
De daaraan verbonden onderwijzers mogen
„hoogleeraren" noemen. Het Hooger onderwijs buiten staatsbemoeiing; de regeering
mag
zelfs
is
geheel
vrij,
zich valt
geen onderzoek doen
naar de bekwaamheden en de zedelijkheid der leeraren. Overeen-
komstig het spraakgebruik der wet op het H.
O., die in art. 105
van
hoogleeraar spreekt; van de regeering die de onderwijzers der Seminaria „hoogleeraar" betitelt; van de gemeente Delft die de onderwijzers aan de Indische school hoogleeraar noemt, gaf de Vereeni-
ging voor H. O. op Geref. grondslag aan hare hoogleeraren den van hoogleeraar.
titel
Dr. B. had beweerd dat alleen de rijksinstellingen voor H. O.
mochten genoemd worden. In de Tweede Kamer sprak de heer Jonckbloet van „bijzondere Universiteiten", zon„Universiteiten"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 98](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's