Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 293

KUYPER ALS GELEERDE.

DR.

hoort dus tot

zijn

271

psychisch bestaan. Deze studiën vallen daarom

onder de Philosophische

en kunnen geen aanleiding geven

faculteit

opkomen van een afzonderlijke faculteit der Theologie. Voorts ziet Dr. K u y p e r het bezwaar onder de oogen, dat in de wetenschap, de mensch en niet God het denkende subject is; dat tot het

denkende subject als zoodanig boven het object der wetenschap staan, en de macht moet bezitten, het te onderzoeken en in zijn denken te bevatten. Dit gaat wel bij de natuur, bij ons lichaam, bij

dit

moet

staat, maar gaat niet door bij God, als object wetenschap gedacht. De denkende mensch als onzer menschelijke subject tegenover God als object gedacht, is een contradictio in

onze

ziel

en

bij

onzen

Niemand weet hetgeen Gods

terminis.

u zelven kunt ge

tot

Hem

is,

dan de Geest Gods. Uit

(althans zoolang Hij u zelf de schepping

naar Zijn beeld niet heeft ontdekt) in niets besluiten, en zien of hooren of waarnemen kunt ge Hem evenmin. Daarom heeft consequent de naturalistische richting in de wetenschap geen oogenblik geaarzeld de Theologie te schrappen, gelijk de Vrije Universiteit te

Brussel en na haar menige Universiteit in Amerika gedaan heeft.

Zoo

is te

religie.

zij die God als object van wetenschap prijs we kunnen God niet onderzoeken, maar wel de

verstaan dat

gaven, verklaarden:

Maar dan hadden ze de Theologische

naar de Philo-

faculteit

logische moeten overbrengen.

Anders komt echter de zaak

te staan, als

men

de oude bepaling

opneemt, dat de Theologische wetenschap haar voorwerp van onder-

zoek vindt deze

in

de ons geopenbaarde, ectypische kennisse Gods. Naar

voorstelling

God

kent

alleen

archetypa), terwijl niemand iets van iets

uit

Zijn zelfkennis

zelven

Geschiedde nu deze openbaring zij

in

(Cognitio

kennen kan,

en bewustzijn openbaart

onder de bevatting van het schepsel

en synthese, dan zou

zich

Hem

valt.

in

Dei

tenzij Hij zelf

een vorm, die

(Cognitio Dei ectypa).

een vorm van volledige analyse

aan de eischen onzer wetenschappelijke

behoefte voldoen. Zulk een karakter draagt de openbaring echter niet.

Ze verstrekt

allerlei

het resultaat opmaken.

gegevens, maar daaruit moet de mensch

De Heere

heeft een kennis

van

Zijn

Wezen

meegedeeld, op zulk een wijs dat deze openbaring niet Zijn absoluut beeld inhield,

maar u deze kennis aanbracht

die voor ons alleen bruikbaar

is.

God

in dien

bepaalden vorm

heeft die openbaring in

menten en documenten achtergelaten, waarin

Hij

monu-

een beeld van zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen