Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 106

DR.

84

KUYPER STICHTER DER VRIJE UNIVERSITEIT.

Niet geloofsheld, niet martelaar der eere,

stond

Souvereiniteitsdrager,

d.i.

waarom

Hij

als

maar Koning der Joden, misdadige

de

aanmatiging,

sterven moest, op het schandbord aan den paal van

het kruis. Die Koning der Joden

de principieele leugen, die door Souvereiniteit

is

of de

is

alle

reddende waarheid, óf

volk bestreden dient.

het gezag dat recht bezit en

macht oefent

om

eiken weerstand tegen zijn wil te breken èn te wreken. Die volstrekte

maar moet in de Majesteit Gods Maar deze hooge Souverein draagt Zijn gezag over aan

Souvereiniteit kan in geen schepsel, rusten.

menschelijke personen, zoodat

God

rechtstreeks op

zelf stuit,

ons optreedt, overgedragen

alomvattende

in

Souvereiniteit

gelegd, of bezit

hij,

men op aarde maar

in het zichtbare nooit

het souverein gezag steeds voor

een ambt van menschen.

ongedeeld

op

één

Wordt

enkelen

mensch

wie op aarde Souverein heet, de macht

afdwingen van gehoorzaamheid slechts

in

die

tot

beperkten kring?

Het antwoord verschilt naar gelang men al of niet de Openbaring erkent. Voor hen die niet buigen voor een bijzondere openbaring, moest de souvereiniteit, zoover doenlijk ongedeeld en allen kring doordringend, worden uitgeoefend.

De Staatsmacht

onbeperkt ge-

biedend, beschikkend over de personen, hun leven, hun rechten, hun

hun geloof. Veel goden was het eens, maar de ééne onbeperkte Staat majestueuzer dan de gedeelde godenmacht. De Staat in den Caesar belichaamd, ten leste zelf God geworden. De god-„Staat" geen andere staten naast zich duldend. Dus de hartstocht naar wereldheerschappij. Divus Augustus! met als eeredienst het Caesarisme. Een diepzondige gedachte, eerst in Hegel's stelsel van den Staat als den „gegenwartigen Gott", voor het denkend consciëntie,

bewustzijn ontleed.

Daarentegen, niet zoover doenlijk, maar

in volstrekten zin

deeld en ongebroken die Souvereiniteit overgedragen,

dit

onge-

roepen

En de mensch-Messias trad op, met macht in den hemel, over de natuur, met pretentie van macht over alle volk te Israëls profeten.

hebben;

en macht

in alle

volk,

ook over de consciëntie, over het

geloof; zelfs de

moederband aan het kind moest wijken, waar

gehoorzaamheid

eischte. Hier is de volstrekte Souvereiniteit, gelegd

in

Hij

de handen van een mensch, ongedeeld, maar nochtans overge-

dragen, of liever overgenomen

God

„alles in allen" zijn zal.

om

weer teruggegeven

te

worden,

tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen