Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 192

KUYPER ALS STAATSMAN.

DR.

170

En wat was de beschuldiging? Dr. K u y p e r zou een groote som gelds aan de strijdkas der anti-revolutionaire partij bezorgd liebben

door aan iemand, die het niet verdiende, een decoratie

te laten

geven.

Men

Nu was

was

het land in rep en roer. Dat

K

met

corruptie.

van Wilson, schoonzoon van den president der Fransche Republiek Jules Grévy, die aan verschillende personen ridderorden verschaft had, en was vergeleek de daad van Dr.

dan zoo welwillend niet verrijkt

had

K

te erkennen, dat Dr.

maar toch de kas van

K

r

die

u y p e r wel zich zelven

zijn partij

had

gestijfd.

En Grévy

presidentschap moeten neerleggen, zoo moest ook Dr.

zijn

uype

hij

uype

r

nooit

van het tooneel verdwijnen. Met schande overladen zou meer voor het Ministerschap in aanmerking kunnen

komen.

K

u y p e r antwoordde, dat er geen verband bestond tusschen het gegeven geld voor de partijkas en de ridderorde, en dat de geDr.

ridderde zich in tweeërlei opzicht verdienstelijk voor het vaderland

gemaakt had en daarom was gedecoreerd. De Heer Lehman behoorde tot die mannen in den lande, die om de wijze waarop Dr, K u y p e r de misdadige woeling van 1903 had onderdrukt, meenden dat zij het Ministerie-Kuyper moesten steunen en daarom geld aan de anti-revolutionaire partijkas schonk. Het bewijs dat bovengenoemd verband bestond is ook niet geleverd. Mr. Troelstra sprak in de Tweede Kamer: „Waar de heeren van Rechts reeds de vrijspraak gereed hebben, terwijl nog niet eens een bewijsvoering heeft plaats gehad, laten

afgedaan

te

zij

zich leiden door het verlangen deze zaak als

Links schuldig maken, wanneer u yp e

Dus

om

r

is

hij

van

zich

daar op grond van de voorhan„Dr.

Troelstra achtte het bewijs niet geleverd: om een parlementaire enquête te

daar-

gegevens

tot

deze

verklaring

schuldig."

zelfs Mr.

deed

men

kwam:

den vermoedens en

K

men

beschouwen. Aan eenzelfde fout zou

het voorstel

doen

houden.

Het moest erkend worden, Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lehsprak het uit: „dat er na de verklaring van Dr. Kuyper op sommige punten weer meer duisternis ontstaan was" en het dus op den weg van Dr. Kuyper lag om die duisternis in licht te veran-

man

deren.

Welnu daaraan

Standaard

zijn

zaak

is

voldaan. Dr

te zullen laten

Kuyper

schreef

in

De

onderzoeken door een raad van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen