Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 130
DR.
108
KUYPER ALS STAATSMAN.
vorst in betrekking tot zijn volk treedt, er niet slechts een contract
gesloten wordt, doch een erkenning plaats grijpt van een verbond
dat van
Gods wege
den loop der gebeurtenissen gelegd was, weer bindt tot nakoming der verplichtingen waartoe men van Gods wege gehouden is. Wijl er bij de rechtbank en bij het leggen van verband tusschen Overheid en volk altijd aan de betrekking tusschen twee personen een betrekking van beide in
en
men
tot
den levenden God ten grondslag
zich over en
ligt, is
beiderzijds die betrekking tot den levenden zijn
het naar recht dat
God
als
men
grondslag van
handeling ook plechtig erkenne en zich niet verbinde aan elkan-
der maar aan Hem, die het hart kent.
Daarom
is
de eed het cement
van den Staat.
De eed mag zijn
niet veelvuldig gebruikt
worden, opdat
hij
niet
van
kracht en ernst beroofd worde, maar vrijstelling van den eed
mag hun
worden
zweren voor een Christen aan geen God te gelooven, wil hij wel met eene belofte vrijlaten, maar zij moeten eerst bewijzen dat zij geen lid van een Kerkgenootschap zijn. Een Godloochenaar, die toch lid blijft van een Kerk, toont daardoor een oneerlijk man te zijn. Hij moet ook een door drie personen geteekende verklaring overleggen, dat hij bekend staat als eerlijk en waarheidlievend man. Ook heeft de Overheid voor Zondagsrust te zorgen. Zij heeft allereerst de gelegenheid te openen dat het volk geestelijk voedsel ontvange, daarna komt bevordering van lichaamsrust en familieleven. Niet alle arbeid worde verboden, maar de Overheid heeft op Zondag zich van allen arbeid te onthouden en moet hetgeen alleen alleen gegeven
ongeoorloofd achten. Atheïsten,
die
die
verklaren
met hare vergunning geopend wordt sluiten. Bij concessiën zijn ten opzichte van het vervoer op Zondag beperkende bepalingen te maken. Opbouwing in de vreeze Gods eischt kalmte en die sticht men niet door het volk juist op Zondag naar vier windstreken te laten uiteenstuiven. Dan is men 's Maandagsmorgens niet uitgerust, maar meer vermoeid dan ooit en keert men tot zijn beroep, niet ernstiger, maar lichtzinniger dan te voren terug. Dat daarom de tegenwoordige Zondagswet moet vervallen spreekt vanzelf. Aan het volk wil Dr. K u y p e r grooten invloed op het landsbestuur gunnen. Men moet gehoorzamen, maar geen willoos werktuig zijn in de handen der regeerders.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's