Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 296
DR.
274
KUYPER ALS GELEERDE.
Onder hen die Gods bestaan erkennen, zijn er die Hem voor kenbaar houden, doch anderen betwisten dit. Zoolang het bestaan van het object eener wetenschap onzeker is, moge men tasten en zoeken,
maar onderzoeken kan men
De wetenschap met een
niet.
eigen
voorwerp en een aan dat voorwerp ontleende methode ontbreekt dan. Van een samenstel van wetenschappen, die om haar verband met het leven een eigen faculteit kunnen vormen, kan geen sprake zijn. Daarom heeft men getracht een ander voorwerp aan deze wetenschap te geven, door haar niet de kennis Gods, maar de kennis van den Godsdienst toe te schikken. Godsdienstwetenschap zou het zijn. In de religie had
men met
een notoir verschijnsel
ten allen tijde onder tal van volken
en zoo had
men weer
te doen,
dat
men
waarnam. Dit kón dus onderzocht
Theologie. Dit berust echter op misverstand.
Religie als subjectief verschijnsel
een der phaenomena van
is
's
men-
schen geestelijk bestaan en hoort bij de Philologie, nader bij de Historie en de Wijsbegeerte thuis. De vijf faculteiten moeten op dit naturalistisch standpunt tot vier ingekrompen worden.
Anders komt de zaak wordt.
Dan
te staan,
staat vast dat
God
zoo de palingenesie uitgangspunt dat de kennisse
is,
Gods bereikbaar
de openbaring, die met deze wedergeboorte correspondeert, van zelf een objectum siii generis geboden, dat onder geen andere faculteit kan gebracht, tot ernstig onderzoek dringt en voor er
is;
is
in
de practijk des levens van het uiterste belang recht op eigen
faculteit onbetwistbaar.
Wie
is.
weet, dat er zulk een wedergeboorte bestaat, en merkelijke verandering, die door dit gebracht,
om
dit
blijft niet in dit
feit in
En dan wordt
het
eigen levenservaring
uit
iets gist
van de aan-
ons besef wordt teweeg-
duister besef hangen,
maar
voelt den drang
besef voor zijn bewustzijn te verhelderen, en zich als denkend
wezen rekenschap
te
geven van
alle
consequentiën, die er voor geheel
Een eigen wetenschap moet optreden, omdat dit feit correspondeert met gelijksoortige feiten in anderer geestelijk bestaan en met overeenkomende feiten in den kosmos en in de historie. Deze feiten zoo in als binten den mensch behooren onderzocht, in verband gezet en geordend te worden. Dat zijn
wereld- en levensbeschouwing
uit voortvloeien.
kan alleen de Theologie doen. Als
men
de inconsequentie begaat om, uitgaande van het natura-
lisme toch een Theologische faculteit in stand te houden, zoo kan er
geen sprake
zijn
van een door deze
faculteit
op de overige facul-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 296](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's