Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 228

206

K

Aldus Dr.

u

yp

DR.

KUYPER ALS STRI(DER

5,

Te vermijden

e

r.

stuurd werd, klippen

Maar

te

er waren, als er in die richting ge-

als

Kuyper

vermijden. Dr.

democratische richting sturen", doch

naar democratie

klippen.

dit

wilde wel „in

beteekende niet een streven

regeeringsvorm, maar een aanhouden op demo-

cratiseering van het Parlement.

Ook die

daarin

eenmaal

was

in

ring gewen, dat

schouw

als

Groen van Prinsterer

de Tweede ik,

Kamer

reeds voorgegaan

verklaarde: „Ik kan de verzeke-

evenals in 1840, ruime invloed der burgerij be-

een constitutioneel en echt Nederlandsch beginsel, en

dat wij geen terugkeering verlangen der aristocratiën." Dr. K u y p e r wilde, niet klagend maar met geestdrift, sturen democratische richting, maar te gelijk als Christenen de critiek

Ook in

der beginselen oefenen, opdat ook telijk

element

tot zijn recht

overgang van het periode

in

in dat

democratische het Chris-

zou komen. Maar even

de Bourgeois-

de Democratische periode toejuichte, even duidelijk moet

gewaarschuwd tegen de zeer

ernstige gevaren, die in politieken zin

het leven in deze nieuwe periode meebrengen. te

verheugen met een vreeze, die deels

Doch men

uit liefde

voor

uw

heeft zich volk,

deels ook uit een booze consciëntie voortkomt, gelijk die

vader

tikt die

verzuimd heeft den knaap

te bereiden, niet wijl zijn

plicht niet

den

beslist als bij

politiek bewustzijn des volks uit

nakwam. Ruim

in het

Volk van Nederland onder het opgroeien

den

bij

jongelingsleven voor

kind opwast, maar wijl tachtig jaren zijn

maar

hij

als

vader

gegund geweest,

zijn

om

het

in deugdelijke beginselen

te doen rijpen. Het kind, hier het Volk, heeft onder het opgroeien, van vader en moeder zooveel slechte dingen gezien, en is dienten-

gevolge

om

in

zoo menig opzicht bedorven. Van

talen, rekenen,

teekenen

maar de

ont-

wikkeling van het hart bleef achterlijk. Dit hindert zoo sterk

niet,

en

het rek zwaaien heeft het kind alles geleerd;

hun kind aan den leiband hielden, maar wee hunner als het oogenblik komt, dat zij den volwassen jongeling moeten loslaten. zoolang

zij

Heilige beginselen kent

hij niet.

Er vlamt geen vonk van edeler geest-

nog wel vrome volksgroepen, maar ons Volk als geheel is aan den slecht opgevoeden knaap gelijk en het gaat thans in de gevaarlijkste periode van zijn leven over, zonder hooger beginsel, zijn God niet meer kennend, meest op den lust des drift. Hij

heeft geen God. Er zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen