Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 191
DR.
KUYPER ALS STAATSMAN.
Ommen, waren ongemeen en bitterder geweest
en
fel
bitter,
wanneer
169
maar ze zouden nog
nog de
feller
had ingenomen van Raadsman van de Kroon, en het zou de vraag zijn geweest of hij in die qualiteit zich zoo had kunnen verdedigen en handhaven als hij gedaan heeft.
De
z.g. „lintjeszaak"
T
door Mr. T. „in
i
de
werd
m a n,
in
me m an
positie
Haarlem. Deze heer achtte het
te
hem door eene
werden toevertrouwd publiek
er
i j
hij
'slands belang aanhangig gemaakt
advocaat
lands belang" brieven, die
's
Wat
zijn
te
cliënte, Mej.
maken. De Heer
We T
heeft ontkend dat deze juffrouw ooit zijn cliënte geweest
daarvan hebben
wij
te
denken,
blijkt uit
i
s t-
d e-
was!
de omstandigheid dat
d e m a n in het Handelsblad zelf meedeelde, dat hij zich „uit haar huis opmaakte, om één der heeren L. te bezoeken" na door haar „wêl gewapend" te zijn. Mej. W. gaf hem bij die gelegenheid
de Heer
T
i
woorden na: „weest u nu vooral niet te fatsoenlijk." De was wel is waar in de eerste plaats „haren oom te redden", die in financieele ongelegenheid gekomen was, maar er werd door Mr. Tideman zelf bij gevoegd: „wiens redding tevens hare redding worden zou." Maar ondanks dit alles mocht deze dame zich niet onder de cliënten van Mr. T. rekenen! En wanneer deze advocaat voor Mej. W. een stap moest doen, waarbij hij „vooral niet te fatsoenlijk" mocht zijn, heeft hij dit niet geweigerd, maar is naar de heeren L. gegaan om voor haar hunne „liefdadigheid" in te zelfs de
bedoeling
roepen. „Liefdadigheid" inroepen en daarbij „vooral niet te fatsoenzijn"!
lijk
De Heer in zijn z.g.
van Dieren,
E.
in „'s
Hoe weinig
had, zal nog beter blijken uit het
dat
feit
teruggedeinsd, in Het Handelsblad
is
man
dorst zich,
lands belang", op te werpen als aanklager en hardnek-
kig vervolger van een ander!
voor
Amsterdam, schreef hierover
arts te
brochure „Kleine Nederlanders": „En deze
hem gesmeekt had:
„spaar Dr.
recht hij
als
mee
juist hij
daartoe
advocaat er niet
te deelen, dat zijn
Kuyper";
ook dorst hij te gegeven en zal er dan ook c.q. geen gevolg aan geven"! En Mr. T. voegt er aan toe, dat hij daarop zijn eerewoord niet gegeven had, het dus voorstellend
cliënte
schrijven: „ik heb aan deze bede geen gevolg
dat een advocaat alleen geroepen gen,
als
hij
zich
verplicht heeft.
daartoe
Commentaar
door is
is
het
het ambtsgeheim te eerbiedi-
geven van
hier overbodig.
zijn
eerewoord
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 191](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's