Dr. A. Kuyper in Jezus ontslapen - pagina 18
14
avonds kwam de groote verandering. Des de geneesheer en achtte het noodig, dat de kinderen en familieleden onmiddellijk werden gewaarschuwd. Aldus geschiedde en in den namiddag waren allen bijeen. De zieke was toen kalm en rustig; reeds sinds een paar dagen had hij 't vermogen om te spreken verloren; zijn trouwe verpleegsters aldus,
maar
eerst
Zondagsmorgens
's
kwam
wisten echter zijn wenschen te raden. Des avonds te ongeveer 7 uur bemerkte men, dat hij iets begeerde, en toen men hem vroeg of hij wellicht zijn kinderen om zich wilde zien, knikte hij bevestigend. Zijn zonen en dochters betraden toen de ziekenkamer en daar nam hij met een kus afscheid van allen, 't Was een ontroerend oogenblik. Even daarna wenschte hij den heer en mevrouw Idenburg te zien, en deze verlieten met een handdruk en een enkel woord de sponde. Toen werd schrijver dezes, op het verlangen van den stervende, bij hem toegelaten, Hoe zwaar valt afscheid nemen, Hoe zwaar viel 't mij, voor de laatste maal die hand te drukken. En wie zal zeggen hoe zwaar het zijn kinderen valt. Allen bleven in de ziekenkamer, 't Was een oogenblik vol diepe ontroering. De moegestreden dienstknecht, hijgende en v/achtend naar het oogenblik, waarop de Meester hem roepen zou te komen. Boven zijn hoofdeinde hangt een schilderij, Christus aan het kruis, waarheen hij de zijnen in de laatste weken, ook zelfs als hij niet meer spreken kon, herhaalde malen heeft gewezen, 't Was alsof de schaduw van 't kruis over het aangezicht van den stervende viel.
Met betraande oogen zagen
wij allen
op hem; niemand die
eenige oogenblikken de ontroerende stilte verbrak; de zieke hijgde zwaar en lag overigens rustig met gesloten oogen te wachten. Zijn hoofd zonk een weinig op de borst; zijn handen bewogen zich. Een zijner dochters boog zich over hem heen en vroeg: „Vader, zullen we bidden?'' Hij sloeg de oogen op en knikte bevestigend. Wat nu volgde kan ik moeilijk onder woorden brengen. Het ziekbed was omringd door allen, die er bij tegenwoordig konden zijn en we waren allen diep ontroerd, toen de heer Idenburg zoo kinderlijk eenvoudig bad of God zijn moegestreden kind een ruimen ingang in Zijn Koninkrijk wilde geven en hem 't ster-
ven
licht
maken.
zal ik dat uur van heilige ontroering vergeten. Met gebogen hoofd bleven we allen om de sponde staan voor een paar oogenblikken en verlieten toen diep onder den indruk van dit afscheid de ziekenkamer. Later op den avond kwam de dokter. Hij oordeelde den toe-
Nimmer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1920
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's