GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dagen van goede boodschap - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dagen van goede boodschap - pagina 150

In den kerstnacht.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

!

HET WOORD

138

IS

VLEESCH GEWORDEN.

van het Woord des levens !" Zoo werd het Woord vleesch Het Woord werd vleesch. Het Woord, dat is niet een gedachte niet een denkbeeld niet een uitgang der lippen. Neen, maar dat Woord, dat in den beginne bij God en God was. De eeuwige Zoon, met den Vader en den Heiligen Geest medewezend, mede-eeuwig, het afschijnsel van ;

;

üods

heerlijkheid

en

het

uitgedrukte

beeld

zijner

zelf-

standigheid.

Dat Woord werd vleesch. Niet ophield

ook

het

Woord

te zijn

en

in

in

dien zin, alsof het

vleesch overging ; noch

alsof het zijn eigen substantie verloor

om

een andere

vrouw werd een zoutpilaar. Het stof werd luizen en de roede werd een slang. Altegader, doordien ze ophielden te zijn wat ze waren en iets anders werden. Maar in dien zin mag van de vleeschwording des Woords nooit gesproken worden. Gelijk Adams lichaam, toen God in zijn neusgaten den adem des levens blies, een levende ziele werd, d. w. z. een levende ziel aannam en met zijn lichaam vereenigde tot een menschelijke persoonlijkheid, zoo ook nam de Zone Gods het vleesch aan, met volle en ongeschonden behoudenis van zijn eigen goddelijke substantie. „Die in de substantie te worden. Het water werd wijn en Lots

gestaltenisse

Gods was, nam de

knechts aanJ^

gestaltenisse eens dienst-

„Des vleesches en des bloeds werd

Hij

deelachtig."

En

werd vleesch. Niet naar den zin, waarin soms den zondigen en doemwaardigen tocht van ons hart aanduidt, zooals In de woorden: „Dat het bedenken des vleesches is vijandschap tegen God!" Want eindelijk, Hij

vleesch

immers, Hij is den broederen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Noch ook naar den zin, waarin vleesch aanduidt de spiersubstantie van ons lichaam in „Een geest heeft zijn onderscheiding van de beenderen :

geen vleesch en beenderen, gelijk gij ziet dat Ik heb." Noch ook eindelijk naar de bedoeling, waarin vleesch een-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1922

Abraham Kuyper Collection | 168 Pagina's

Dagen van goede boodschap - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1922

Abraham Kuyper Collection | 168 Pagina's