Dagen van goede boodschap - pagina 109

BETHLEHEM ACHTER DE NEVELEN.

Geen plaats

in

de herberg!

Luk. 2

Bethlehem nadert weer

;

engelen zingen

wegsleepende,

!

7.

de zachte gloed van ons heerlijk

weer zal de Christenheid haar de menschheid, die gelooft, den zang der En toch neen het is niet meer de volle,

Kerstfeest gloort van verre

Scheppingslied,

:

;

;

overstelpende vreugd van een halve

eeuw

tevoren.

De het

Christenheid stemt nog haar lofpsalm wel aan, maar koor der zangeren, hoe slonk het, tot onkenbaarwor-

dens toe Nog trilt u wel het engelenlied in de ooren, maar de menigte des aardschen heirlegers blijft van verre staan. De kinderkens zelfs, eens zoo gul met hun lied, om !

van Jezus te zingen, ze zijn wijzer geworden, zoo het heet, en zwijgen bij gansche groepen. „Daar zijn geen engelen 1" roept de naneef der Sadduceesche vaderen. „Die star is nooit gezien !" weet dat jongske met het nog onopengesneden handboek u te vertellen. „Te Nazareth, niet te Bethlehem geboren !" mompelt een derde uit zijn nieuwmodisch vraagboek. „Jozef zijn vader !" voegt er een vierde nog half blozend bij En daarbuiten zijn de oogen, die dat kinder-ongeloof toelonken Daar staan, daar lachen ze, de volwassen mannen, de moeder geworden vrouwen, die Lukas één en twee maar kortweg overslaan, of liever nog den heelen Bijbel dicht laten. !

Kerstnacht

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen