Dagen van goede boodschap - pagina 108

EEN KIND

96

IS

ONS GEBOREN'.

spoor uwer zonde teekende, dat is tot in de geboorte, tot de dracht, tot in de ontvangenis zelve, en tot achter die ontvangenis door de profetie van het Woord. Dit troost mij, zegt de Heidelbergsche Catechismus, „dat Hij door zijn onschuld en volkomen heiligheid mijne zonden, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt." Maar nu, om een vullen vloer te bedekken, moet het kleed toch immers precies evenver strekken als de onreine grond. Om te bedekken voor de zonde van mijn leven, zou ik genoeg hebben gehad aan den Middelaar, die als man ware opgetreden. Voor de zonde van mijn Jeugd moet ik een Goël hebben, die ook tot in die jeugd reikt. Maar om een volkomen Middelaar te bezitten, die tot zelfs de zonde, waarin \k geboren, neen, ook ontvangen ben, bedekken zal, daartoe kan ik het met geen anderen vinden, dan met zulk eenen, die ook tot in die diepte met in

mij inging.

En wat nu van

Adam

in

het vleesch aangaat, och, ik heb het vleesch

den staat der rechtheid

vleesch en bloed, zooals Maria het had.

niet

meer;

Kwam

ik

heb

er dus een

met vleesch en bloed als Adam vóór den val och arme, wat zou Hij ons troosten kunnen ? Hij zou immers tot ons niet raken, maar ons een vreemde zijn. En daarom kan ik met geen minderen, en kan ik met geen anderen Verlosser toe, dan met zulk eenen, die, als ik op mijn eigen vleesch en bloed zie, zooals ik daar ben en lig in mijn ellende, mij troost en mij toeroept met goddelijke erbarminge „Dat vleesch, zulk vleesch droeg Verlosser

had,

:

ook

Ik 1"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen