GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 173

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 173

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS - 2 MAART 1973

OONFLICTEN: WAT DOEN WE ERM

l>e wereld waarin ik, voor de oorlog, ben opgegroeid verschilt mateloos van de wereld waarin ik nu leef. Dat geldt over de hele linie: economisch, politiek, kerkelijk — heel het leefklimaat is veranderd. In die andere wereld zijn de jongeren van nu opgegroeid. De eerste generatie van jongeren met geld, zoals de textiel- en platenindustrie snel hebben gezien. Wat voor de oudere generatie verworvenheden waren, zijn voor hen gegevenheden: 'Het is een wat bittere ervaring voor de oudere generatie dat ?ij juist dóór het feit, dat zij enkele van de dringendste vooroorlogse problemen (armoede, werkloosheid) heeft opgelost, jongeren de kans heeft gegeven de meer fundamentele vragen (persoonlijke vrijheid, zin van de arbeid) te stellen, die nu verwijtend tot haar worden gericht'. (De Valk in Wending, dec. '70, p. 612). Gezien het feit dat de thans leidende generaties in zó verschillende werelden met zó uiteenlopende waardebelevtng (denk aan spaarzaamheid, kerkbezoek, sex, bouwen aan Je loopbaan, etc.) zijn opgegroeid, ligt het voor de hand wel zoiets als een generatiekloof te verwachten. Maar de feiten bevestigen die verwachting niet: bü de laatste verkiezingen hebben Jongeren zowel de PPB als de VVD gesteimd. Dat wil dus zeggen dat er wel verschillend gereageerd wordt op de problemen waar we thans mee geconfronteerd worden, maar dat de scheidslijn niet loopt tussen de generaties, maar dwars door de generaties heen. Natuurlijk wordt zo'n tegenstelling verscherpt wanneer het, zoals soms het geval is, ook nog samenvalt met een conflict ouders-kinderen, ouderenjongeren. Hoe moeten we de tegenstelling verklaren? Een vraag waarop ik het antwoord schuldig blijf. Het Zou zo eenvoudig zyn wanneer de Jongeren bijv,Ä)rbeeld algemeen op de thans door velen toch wel wat overspannen geachte arbeidsethos van de vorige generatie zouden reageren met een: van mij hoeft het niet meer — maar in de praktijk blijkt dat carrièreplanning, identificatie met de baan, doorvechten naar de top en dergelijke wel degelijk bij veel Jongeren als doelstelling leven. Wat mij bij zulke conflicten bezighoudt is: waar zit het in dat men zo moeilijk tot overeenstemming kan komen? Of het nu gaat om een kabinetsformatie, een huweltjksconflict, de waardering voor popmuziek of Barend Servet: waar zit het in dat een poging tot gesprek meestal uitloopt op een debat, dat alleen maar tot gevolg heeft dat de reeds tevoren ingenonien standpimten zich verharden?

Met toestemming van de schrijver en van de redactie van het maandblad VOORLOPIG (ƒ18,90 per jaar — voor studenten ƒ 12,70 per jaar; adres Hyppolytusbuurt 4, Delft) nemen wij bijgaand artikel over uit het februari-nummer.

de ander wel hoor en eventueel ook de betrekkelijke Juistheid daarvan niet ontken, maar zolang hij niet blijk heeft gegeven mijn visie echt te honoreren, daar geraakt door te worden, zolang blijf ik proberen bij die ander begrip voor mezelf te wekken, want waar blijf je anders? En zo komen over en weer de uitdrukkingen tot stand van: 'Ja, daar heb Je natuurlijk wel gelijk in, maar...' en dan komen de eigen argumenten en gevoelens weer aan bod. Zo kunnen gesprekken zich tot diep in de nacht, onderhandelingen zich maanden lang voortzetten, met al de vermoeienis van de vruchteloosheid van dit gebeuren. En geen van beide partijen heeft in de gaten dat hij van de ander vraagt wat hij zelf niet kan: de eigen visie, zichzelf loslaten om zich zonder voorbehoud in de overtuiging en gevoelens van de ander te verplaatsen. Dat kan toch ook niet, dan blijf Je toch nergens? Laten we 't nog wat moeilijker maken en even stellen dat een van tweeën het ongelijk helemaal aan zijn kant heeft. Erkenning daarvan betekent dan toch dat je van de tafel geveegd wordt, de overwonnene bent die in de macht komt van de overwinnaar? Dat Je de schlemiel bent die er als een zak bij staat? De theologie werkt ia dit verband met zware termen als zoenbloed, zoendood, zoenoffer. Daarin komt mijns inziens de notie naar voren dat het iets kost om tot verzoening te komen. Wat is de prijs voor verzoening? Mezelf loslaten. Weer zo'n dikke term: wat houdt dat nou realiter in? Dit: dat ik mij zó in de ander verplaats dat ik hem ga verstaan en daardoor ook de zwaarte van zijn argimienten met hem mee ervaar. Dat ik zijn overtuiging dat God een drogbeeld is wèrkeiyk au serieux neem. Dat ik ztjn overtuiging dat God een realiteit is wérkelijk au serieux neem. Als Je dat doet heb Je daar meestal voorlopig Je handen vol aan en heb Je voorlopig geen behoefte Je eigen argumenten naar voren te brengen.

En hiermee zit ik midden in de problematiek van de verzoening: hoe komen twee partijen, die iets tegen elkaar hebben, tot elkaar? Laten we kijken hoe het in de praktijk toegaat. Daar zitten twee partijen, twee mensen by elkaar, en ze voelen béiden de kloof tussen hen. Beiden willen ook wel tot overeenstemming komen. Maar daartoe is nodig dat de ander begrip toont voor mijn overwegingen — anders zou ik immers met huid en h ' a r aan de ander uitgeleverd zijn, ik zou niet tot mijn recht komen, de ander zou de overwinnaar en ik de verliezer ^ijn. Dus haal ik al mijn argumenten naar voren opdat de ander toch vooral mijn kant van de ~ zaak zal begrijpen, want dat is Is dat nou geen rollende waanzin? 'en aljsolute voorwaarde om tot elkaar te kunnen komen. Met het Zo kun Je tenslotte elke idioot wel gevolg dat üc de argumenten van au serieux gaan nemen. Deze voor de hand liggende reac-

tie houdt met één ding geen rekening: wanneef in een conflict een der partners de principiële daad van _ verzoening creëert van zich naar de ander toe te wenden, verandert de situatie tussen hen beiden. De ander hoeft zich dan niet meer tegen mü te verdedigen, wordt niet meer door mijn tegenargiunenten aangevallen. Dat kan ook die ander veranderen, hem ook open doen gaan — maar dat valt niet te garanderen; het kan ook zijn dat hij zich achter de muren van zijn overtuiging veilig biyft verschansen. Dan blijkt dat hij niet tot verzoening in staat is. Met andere woorden: als er een daad van verzoening wordt tot stand gebracht, weet je niet wat het resultaat zal zyn. Dat weet Je wèl wanneer die daad niet tot stand komt: dan wordt het conflict niet opgeheven, blijft de vijandschap bestaan. Ik hoop dat het voorgaande een beetje heeft duidelijk gemaakt dat een mens wel allemachtig groot moet zijn om de minste te kunnen zijn. Want zo noemen wij dat: de minste is degene die niet zichzelf handhaaft. 'Ik wil wel de minste wezen', zeggen we dan, maar dan moet de ander ons daar ook wel diep dankbaar voor zyn en maken we hem tevoren wel even duidehjk, dat hij de minste is tegenover onze grootheid. Juist omdat het, wanneer we in een conflict verwikkeld zijn, zo ontstellend moeilijk is om niet jezelf te verdedigen tegenover de reële bedreiging die van de ander op onze overtuiging onze gevoelens, en daarmee op onze persoon uitgaat, kan een derde van veel hulp zijn mits deze het vertrouwen heeft van beide partners. En daarmee valt een beslissende term: vertrouwen. Dat ontbreekt immers in een conflict? Dan voel ik me bij de ander toch niet veilig? De derde kan helpen door duidelijk te laten worden hoe bang de partners voor elkaar zijn, hoe ze zich door de ander in 't nauw gedreven voelen èn: dat ze dat eigenlijk geen van beiden bedoelen, al doen ze het door hun angst voor de ander in feite wel. Tenzij het natuurlijk wèl de bedoeling is de ander in mijn macht te krijgen — dat is soms de reden waarom men geen bemiddelaar wil! Wanneer de tegencultuur ermee wordt afgedaan dat het maar om een klein groepje gaat of dergelijke argmnenten, verklaart men de ander tot vijand voordat men een poglnc! heeft gedaan hem te leren kennen. Wanneer de establishment ermee wordt afgedaan dat het ze alleen maar gaat om de eigen macht of dergelijke argumenten, geldt hetzelfde. Wanneer dit verhaal u ergert omdat het niet duidelijk partij kiest voor de een of de ander, mag ik mijns Inziens de tegenvraag stellen of u bereid bent de mogelijkheid van verzoening tussen de par'-'jen te ond ;rzoeken. Dat heeft te maken met het gaan van de Weg, waarvan Je niet weet waar die je brengen zal. Toch is deze haast ondoenlijke mogeiykheid mijns Inziens de enige realistische oplossing voor de problemen en conflicten in onze wereld. Prof. dr. H. R. Wijngaarden

Fotograffiek in exposoriiim UILENSTEE)E

Van 2 t/m 28 maart toont het Exposorium op Vileustede het werk van Wubbo de Jong, Peter Wolters, Jaap de Boer en Aad Flapper, vier Amsterdamse fotografen afkomstig uit de werkgroep Cirkel. Drie van hen zqn beroepsfotografen (alleen Aad Flapper is een liefhebber) en het werk dat zij hier brengen moet uitsluitend gezien worden als fotografiebuiten-de-werkuren. In het dagelijkse werk beelden zij voor ons, in dienst van een krant of bij de reklame, alledaagse situaties uit; maar ook verbeelden ze die tot een vorm van kunst, die we fotografiek zouden kunnen noemen: fotomontages waarbij men door druktechnieken uit de fotografie tot een grafisch-kreatief spel komt, dat met het eenmalige 'savage eye' van de camera niet te verwezenlijken is, ook niet wanneer dit gehanteerd wordt in de meer surreële zin van Robert Häusser en Aaron «Siskind waarvan werk recentelijk te zien was in het Eindhovense Van Abbemuseum.

Van links naar rechts: Wubbo de Jong - Peter Wolters.

Jaap de Boer - Aaé Flapper

De vier exposanten op Uilenstede hebben dan ook geen boodschap of direkt environment, het zijn echte estheten bezig met het experiment in de donkere kamer en steeds weer nieuwe dingen creërend, zonder dat ze als alleen maar mooie plaatjes-schieters aangemerkt kunnen worden. Dat geldt zeker niet voor de bekendste van de vier, Trouw fotograaf Wubbo de Jong, die als opleiding de fotovakschool heeft, evenals trouwens Peter Wolters en Jaap de Boer. Hij creëert door een geheel eigen interpretatie zeer üiteressante fotografiek. Door een heleboel weg te laten, door het onderwerp te verzwakken of te versterken wint het geheel aan Inhoud. Voor de beschouwer wordt er ruimte opengelaten om er in zijn gedachten veel aan toe te voegen en er verder over te fantaseren. Het meest grafisch zijn bepaalde landschapsfotografieën van Peter Wolters (in het dageUjkse leven reklame-fotograaf), met name die waar hij Je aan het denken zet over het begrip ruimte: drie huisjes aan een landweggetje in perspektief gegroepeerd waarbij Je plotseling doorkrijgt dat het driemaal hetzelfde huisje is, gemonteerd op een plat vlak. Een puur kijkgenot beleef Je bij een serie van vier romantische, ouderwetse, bruin afgedrukte plaatjes van een dorpje achter een rivier en wat riet. Hier bereikt Wolters door een met vaseline ingesmeerde filter dat we een scherpe kern zien met vervagingen naar de randen. Sensationeel is de serie landschappen met aan- en uit vliegende lichtjes die de lijn van de horizon volgen. Jaap de Boer is free-lancefotograaf met een eigen studio. Zijn Objekten staan nc^ het meest absoluut zonder direkte relatie met een omgeving. Het zijn dan ook donkere maar uiterst suggestieve foto's. Sterk gedeformeerde koppen b.v. waar hij de negatieven door warmte heeft iaten uitvloeien. Een serie Christuskoppen met een kruis op de achtergrond is misschien het enige op de expositie waar een bepaalde ^ooodschap in anti-vorm uitspreekt. Aad Flapper zegt van zijn fotograferen: 'Het kost veel ttjd en energie en is vaak een bron van ergernis en teleurstelling. Toch kan Ik het niet l a t e n . . . fotograferen, misschien een geval van zilverbromide versäaving.' Zijn werk bestaat hoofdzakelijk uit series met titels als: miJn plafond en het ontwaken.

IDEEËN - ORGANISATIE VRIJE UNIVERS4TEIT

Het werken met technieken die beeldvervorming op welke manier dan ook tot stand brengen vraagt van de foto-graficus veel ethisch gevoel. Iedereen die de expositie gaat bezichtigen zal moeten toegeven dat geen van de exposanten dit gevoel mist, maar dat ieder voor zich het Juist op zeer hoog niveau gebruikt. Daarom verdient het besUst de belangstelling van eenieder die zich interesseert in fotografie als kunstmedium. Josewine de Raad Wüfred van Leeuwen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 173

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's