GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 255

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 255

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

11

AD VALVAS — 25 MEI 1973

KiEKENDIEVEN In dit proefschrift komen de evo­ lutionaire ontwikkeling en de ver­ spreidingsgeschiedenis binnen het roofvogelgeslacht Circus (Kieken­ dieven) a a n de orde. Deze studie is voornamelijk gebaseerd op een vergelijkend morphologisch o n ­ derzoek a a n geprepareerd m a t e ­ riaal (1500 huiden (balgen) af­ komstig van 28 zoologische m u ­ sea en particuliere collecties uit de hele wereld) en is aangevuld met gegevens van veldbiologisch onderzoek door doctoraal studen­ ten sinds 1959 verricht binnen de biologische subfaculteit van de Vri.1e Universiteit. Kiekendieven zijn roofvogels van het open veld. Ze zijn practisch over de hele wereld verspreid Van de 9 t h a n s bestaande soorten ko­ men er 5 in Eurazië en 3 in Ne­ derland voor Dit zijn: de Bruine, Blauwe en Grauwe Kiekendief. Onderling verschillen de soorten niet erg veel Waar verschillende soorten in één gebied voorkomen doet zich het probleem voor hoe zij zich naast elkaar h a n d h a v e n zonder elkaar 'v/eg te concurre­ ren'. Het blijkt echter dat alle morfologische verschillen tussen de Nederlandse soorten in ver­ band s t a a n m e t verschil in j a c h t ­ wijze, jachtgebied, prooigroótte en prooitypp. waardoor de soorts con­ currentie wordt verminderd. Allerlei fasen in aannassing a a n h e t leven in open boomloos terrein komen voor in de groep van de Kiekendieven De sexuele dimorfie in vorenkleed — uitzon­ derlijk ver.'5chijsel bij roofvogels — behoort daar ook bij. Het bruine onopvallende kleed onttrekt de vrouwtjes a a n h e t gezicht tUdens het broeden. De veelal lichte kle­ den der mannetjes maken hen minder opvallend tegen de lucht waar door zij h u n prooi m a k k e ­ lijker kunnen verrassen. Dit ver­ schil in kleed tussen mannetjes en vrouwtjes van één soort heeft wellicht geleid zowel tot verschil in jacbtwijze als prooikeuze. Mede op grond van de gevonden fasen In aanpassing aan het leven in open gebied kon een systemati­ .sche indeling van de Kiekendie­ ven worden gemaakt waar in de evolutionaire ontwikkelingen binnen deze groep tot h u n recht komen. Vermoedelijk zijn de Kiekendie­ ven in Eurazië ontstaan, vanwaar zij zich in de loop der tijden over de hele wereld hebben verspreid I n andere werelddelen vond ver­ dere soortvorming plaats Zo is de Blauwe Kiekendief vermoedelijk in Noord­Amerika ontstaan D a a r n a heeft hij opnieuw Eurazië gekoloniseerd via h e t Beringstraat gebied De Steppenkiekendief die van Centraal Europa to* Centraal Azië voorkomt is wellicht een ge­ specialiseerde Blauwe Kiekendief De Grauwe Kiekendief is wellicht in Westelijk Eurazië ontstaan en van de Bruine Kiekendief k a n niet geze­Td worden waar zün oor­ sprong ligt. Personalia: Ebel Nieboer, op 7 april 1933 te Kampen g'eboren. studeerde bio­ logie a a n de Vrije Universiteit. Hij was van 1961­1964 in dienst van de diergaarde Artis als staf­ lid en was belast met de samen­ stelling van de diëten van alle vogels en zoogdieren In 1964 kwam de heer Nieboer in dienst van de Vrije Universiteit. Hij heeft zich n a a s t de studie over de Kiekendieven bezig gehouden met de ontwikkeling en uitbouw van de gehele vakgroep Diersystema­ tiek en Diergeografie waarvan hij plaatsvervangend hoofd is. Enkele stellingen: V Interspecifiek territoriaal gedrag

AGOLOGIE AV N PSYCH0DIA 6N0STIEK m DRIEVOUD A NA R GEDRA GSA NA LYSE Korte samenvatting v a n h e t proefschrift: 'Geographical a n d ecological differentiation in t h e genus circus' waarop drs. E. Nie­ boer te Amstelveen vandaag p r o ­ moveert tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen; promo­ tor is prof. dr. K. H. Voous. is in het algemeen een onderdeel van de mterspecifieke oecologi­ sche differentiatie. B. G. Murray, 1971. Ecology 52: 414­423. VII Een Juiste en evenwichtige keuze van onderwerpen uit de verschil­ lende vakgebieden der biologie — voorwaarde voor een goed studie­ programma voor h e t universitaire basisonderwijs in deze tak van wetenschap — kan alleen bereikt worden Indien van de weten­ schappelijke gelijkwaardigheid der verschillende vakgebieden wordt uitgegaan. IX Eén van de omstandigheden die de barbaarse luchtbombardemen­ ten in Z.O. Azië hebben mogelijk gemaakt, is h e t feit d a t de over­ n a m e door de geallieerden van h e t door de Duitsers geïntrodu­ ceerde terreur­bombardement, als 'legitiem' strijdmiddel, tUdens de tweede wereldoorlog, over h e t a l ­ gemeen als Juist werd en wordt beoordeeld

I n de openbare les is getracht a a n te t o n e n (dat een wetenschap der agogie zich bezig dient t e houden (a) met strukturele analyses van sooiaal­kulturele systemen 'kliënt­ systeem'), (b) m e t h e t probleem nieuwe doorleefde ervaringen van mensen in bestaande strukturen van de samenleving toegang te doen krijgen en (c) m e t h e t o p ­ vangen van deze ervaringen om ze, via regels, te objektiveren o p ­ dat ze via kommunikatie zeg­ gingskracht krijgen. Het is niet zinnig van de weten­ schap der agogie t e spreken, m a a r van een wetenschap der agogie. Korte samenvatting van de open­ bare les van dr. G. J. SmaUegange, lector in de andragogische weten­ schappen, gehouden op 17 mei. De auteur kiest voor een emanci­ patorisch wetenschapsbegrip. De auteur wijst verder op een s t r a t e ­ gie van theorievorming die uit­ gaat v a n theoretische modellen, gebaseerd op kybernetika, infor­ m a t i e ­ en algemene systemen­ theorie. Na tenslotte een overzicht gege­ ven te hebben van enkele typolo­ gieën van strategieën inzake s o ­ ciale interventie, pleit h ü voor een verbeterde sociale techniek die oog heeft voor emancipatori­ sche aspekten.

Personalia: ^ Hans Rudolph Kriek, in 1933 te Malang geboren, studeerde ge­ neeskunde a a n de Vrije Universi­ teit. Hij specialiseerde zich in de Heelkunde, resp. in ziekenhuis Dijkzigt te Bo'_terdam en het Aca­ demisch Ziekenhuis te Leiden Van 1962 tot 1965 was dr. Kriek Clinical en researchfellow a a n

Achtereenvolgens worden h e t R o ­ geriaanse, psychoanalytische en gedragstherapeutische gezichts­ p u n t besproken. Het Rogeriaanse s t a n d p u n t is h e t meest uitgesproken: diagnostiek is onnodig en zelfs schadelijk voor h e t therapeutisch proces. Binnen de psychoanalyse geldt een meer genuanceerde opvatting: diag­ nostiseren is alleen zinvol voor­ zover gfegevens beschikbaar k o ­ m e n die een juiste therapie­indi­ catie bevorderen en prognoses over h e t therapieverloop mogelijk maken. Gebruik wordt gemaakt van een evaluatiesysteem, geba­ seerd op h e t psychoanalytische

Korte samenvatting van h e t proef­ schrift; 'Extracorporale irradiatie van het bloed' waarop drs. H. R. Kriek te Amstelveen gisteren p r o ­ moveerde t o t doctor in de g e ­ neeskunde. Promotor was prof. dr. G. den Otter, co­promotor prof. dr. M. Vink. H a r v a r d Medical School te Bos­ ton Uit die tijd dateei"t zijn be­ langstelling voor t r a n s p l a n t a t i e ­ biologie.

referentie­kader, d a t sterk gene­ tisch­dynamisch is georiënteerd. Bü de op basis van leertheoreti­ sche principes ontwikkelde ge­ dragstherapie is de a a n d a c h t voor psychodiagnosiek groeiende; deze wordt d a n gedefinieerd als h e t vaststellen en meten van zoveel mogelijk relevante factoren als noodzakelijk zijn om de best m o ­ K o r t e samenvatting v a n de i n a u ­ gurele oratie van dr. A. P. Cassee, hoogleraar in de klinische psycho­ logie, gehouden op 11 mei. gelijke modificatie van ongewenst gedrag tot stand te brengen. Uit­ voerig wordt Ingegaan op de 'functionele gedragsanalyse' en de betekenis van de nieuwe bena­ deringswijze voor de klinische psychologie. Tenslotte worden uit de geschetste ontwikkelingen en­ kele konsekwenties getrokken voor de opleiding t o t klinisch psycho­ loog.

BOUW EN ECONOMISCHE GROEI Het object van de studie is: De ontwikkeling op lange termijn v a n de behoefte a a n bouwwerken en de s a m e n h a n g tussen de inves­ teringen i n bouwwerken e n de economische groei. Het onderzoek bevat onder meer d e volgende o n ­ derwerpen:

tTIE DOKTER KRIEK Het onderzoek d a t beschreven wordt in het proefschrift betreft een aspect van de t r a n s p l a n t a t i e ­ biologie. Een bepaalde cel, de kleine lymphocyt, die ook in het bloed circuleert blijkt nauw be­ trokken te zijn bü het afstotings­ proces van getransplanteerd li­ chaamsvreemd weefsel. Er zijn aanwijzingen dat indien men de totale hoeveelheid van deze cel­ populatie doet verminderen, of de cellen anderzins onschadelijk maakt, transplantaten minder heftig worden afgestoten door de gastheer. Dit celtype blijkt gevoelig te zijn voor bestraling. Men k a n n u trachten het gehele lichaam te bestralen om zodoende de kleine lymphocyt uit te schakelen. Dit heeft echter als nadeel dat aller­ lei ongewen.ste bijv/erkingen op­ treden. Een selectiever manier om deze cellen te bestralen is de irradiatie van het bloed. I n het proefschrift wordt een techniek besproken die is ontwik­ keld om bti de hond het bloed buiten h e t lichaam diverse malen te bestralen. Enkele aspecten die hiermee te maken hebben zoals bestralingsduur en ­Intensiteit worden besproken deels a a n de hand van literatuurgegevens, deels op grond van eigen onder­ zoek

Tegen de achtergrond van de be­ langrijkste ontwikkelingen binnen de klinische psychologie wordt de positie van de psychodiagnostiek a a n een nadere beschouwing o n ­ derworpen. Dit geschiedt a a n de h a n d v a n de visies, welke binnen de belangrijkste therapeutische oriëntaties, op diagnoistiseren zijn ontwikkeld.

— Een analyse van de statistische gegevens met betrekking t o t h e t bouwen in een a a n t a l l a n ­ den met een verschillend wel­ vaartsniveau. — Een studie omtrent h e t ver­ band tussen de bouwkosten e n de economische groei. — Een econometrisch en analy­ tisch onderzoek v a n de wo­ — ningbehoefte in een groeiende volkshuishouding m e t behulp v a n een model voor d e woning­ bouw.

Na h e t voltooien v a n de Heelkun­ dige specialisatie was dr. Kriek van 1968 tot 1972 werkzaam als wetenschappelijk hoofdmedewer­ ker a a n de Vrije Universiteit.

— De uitwerking v a n h e t model voor de ontwikkeling in Neder­ land in de periode 1900­1970 en een prognose voor de periode 1970­2000.

Enkele stellingen: I Voor het verkrijgen van lymph­ depletie door middel van e x t r a ­ corporale bestraling van h e t bloed is c e totale duur van de bestra­ ling wezenlijker dan de hoeveel­ heid toegediende bestraling. I X Bij de beschouwing over de statische en mechanische invloe­ den op de h u m a n e skoliose dient ten alleen tijde in de overwegin­ gen te worden betrokken de skolio­ se die voorkomt in d e s t a a r t van sommige kattenrassen. X Het is te wensen d a t de psy­ chiatrie als specialisme een dui­ delijke brugfunctie vervult t u s ­ sen enerzijds de medisch­biolo­ gische wetenschappen en a n d e r ­ zijds de menswetenschappen.

— Een analyse v a n h e t inkomens­ en werkgelegenheidseffect v a n de bouwactiviteit en de bij­ drage van de investeringen in bouwwerken tot de groei van h e t nationaal inkomen. Een belangrijke conclusie v a n h e t onderzoek is d a t de woningpro­ duktie binnen afzienbare tijd a a n ­ zienlijk zal verminderen. Dit k a n leiden tot een gTote werkloosheid in de bouw en aanverwante sec­ toren. Personalia: Wouter Roest werd op 26 Juli 1941 te Batavia geboren. Hij studeerde economie a a n de VU e n legde i n 1968 h e t doktoraal examen af. Sindsdien is de heer Roest werk­ zaam als wetenschappelijk mede­

werker a a n h e t Economisch I n ­ stituut voor d e Bouwnijverheid. Enkele stellingen: 1 De relatieve stijging v a n de bouwkosten t e n opzichte van h e t algemeen prijspeil is inherent a a n de economische groei van een volkshuishouding (zie hoofdstuk VI v a n d i t proefschrift). 5 Voor h e t onderzoek n a a r de toe­ komstige woningbehoefte dienen Korte samenvatting v a n het proefschrift Bouw en economi­ sche groei, waarop drs. W. Roest te tJlOioorn 18­5 promoveerde tot doctor in de economische weten­ schappen. Promotor was prof. dr. F. de Roos, co­promotor prof. dr. A. Hendriks ing. de enquêtes, die betrekking h e b ­ ben op dit onderwerp, meer d a n t o t n u toe h e t geval is, gericht te worden op de ontwikkeling v a n de woningbehoefte­percentages van de verschillende bevolkings­ groepen. 7 De transfer van gelden van de rijke l a n d e n n a a r de a r m e landen kan een negatief effect hebben op de ruilvoet van de arme landen. O m een dergelijke ruilvoetver­ slechtering tegen te gaan is h e t noodzakelijk d a t een groter ge­ deelte van h e t p r o d u k t i e ­ a p p a r a a t van de rijke landen voor de be­ hoeften v a n d e a r m e landen wordt aangewend (zie F . de Roos, Theorie der Internationale eco­ nomische betrekkingen, 2e druk, Haarlem 1961, blz. 187 e.V.).

DRS. P. KODDE

informatiecentrum hniifrf<)i>hfHiw knmiïf 10 0 3 '

Werkstuk van de cie. Voorbereiding herprogrammering weten­ schappelijk onderwijs (CVHWO) betreffende herprogrammering, bestemd voor de secties van de Academische Raad. 12 blz. Commentaar van de Academische Raad op de Nota van de ge­ spreksgroep universitair onderzoek (GUO­nota) 9 blz. Integrale commentaren op de GUO­nota afkomstig van de u n i ­ versiteiten en hogescholen, de cie. Algemene vraagstukken we­ tenschappelijk onderzoek en de secties van de Academische Raad. Nota over de nieuwe lerarenopleiding. 11 blz. (kamerstuk 12 376). Voorontwerp van wet ontwikkeling hoger onderwijs, (kamerstuk 11697; nr. 4). Regeling van de samenwerking tussen de instel­ lingen van wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs. (Vervolg op de n o t a ' s : Op weg n a a r hoger onderwijs nieuwe stijl. G a a t het wetsontwerp Voorbereiding s a m e n h a n g hoger beroeps­ onderwijs­wetenschappelijk onderwijs nr. 11286, vervangen).

Hoe graaft m e n een kuil in de a a r d e m e t zo weinig mogelijk grondverplaatsing? Met deze vraag hield zich bezig de m e e t ­ kundige Gaspard Monge, specia­ list in de vestingbouwtechniek, die later als eerste directeur van de Ecole Polytechnique militaire ingenieurs voor Napoleon opleid­ de. Bij de beantwoording van deze vraag gebruikte Monge een twee­ parametrig stelsel v a n rechte lij­ nen. Dit is het begin van de studie van deze lijnenverzamelingen. I n de gewone drie­dimensionale ruimte is zo'n stelsel, speciale ge­ vallen uitgezonderd, de verzame­ ling rechten die twee oppervlak­ ken gelijktijdig raken. Deze o p ­ pervlakken heten brandopper­ vlakken, een naamgeving die a a n optische toepassingen herinnert.

al afwezig. D a t impliceert geheel andere eigenschappen. D a t h o u d t ook in dat er andere meetkundige technieken moeten worden ge­ vonden om deze eigenschappen t e vinden en te beschrijven. Het proefschrift ontwikkelt zo'n t e c h ­ niek.

I n h e t proefschrift wordt een lij­ nenstelsel bekeken in een vijf­ dimensionale ruimte. Deze ruimte is gToter d a n de gewone ruimte, h e t Hjnenstelsel k a n daardoor los­ ser in elkaar zitten en b r a n d ­ oppervlakken zijn d a n ook meest­

Personalia: Pieter Kodde, op 24 j a n u a r i 1937 te Biggekerke geboren, werkte n a h e t eindexamen gymnasium op een chemisch laboratorium t o t 1960. D a a r n a ging h ü wiskunde studeren a a n de VU en legde in

K o i t e samenvatting v a n h e t proefschrift: 'An analyic two­pa­ rametric system of lines in a five­ dimensional projective space' waarop drs. P. Kodde te Peize (Dr) vandaag promoveert tot doc­ tor in de wiskunde en n a t u u r w e ­ tenschappen. Promotor is prof. dr. G. H. A. Grosheide F. Wzn., co­ referent prof. dr. P . Mullender.

1967 h e t doctoraal examen af (bij­ vakken n a t u u r k u n d e e n m e c h a ­ nica). Hü was tot eind 1972 als wetenschappelijk medewerker a a n h e t wiskundig seminarium van de VU werkzaam. T h a n s is hij d o ­ cent wiskunde a a n h e t instituut voor lerarenopleiding Ubbo E m ­ mius t e Leeuwarden/Groningen. Enkele stellingen; 5 E r zit weinig perspectief in de projectieve dlfferentiaahneetkun­ de. 6 Collegedictaten en vraagstuk­ kenverzamelingen, in gebruik bij het onderwijs in de wiskunde a a n eerstejaarsstudenten in de schei­ kunde, gelijken dikwijls t e veel op leermiddelen die bestemd zijn voor studenten in de wiskunde, en vol­ doen daardoor niet. 7 I n een propaedeutische cursus differentiaal­ en integraalreke­ ning voor studenten die wiskunö ^ niet als hoofdvak hebben, me een behandeling v a n h e t begrip differentiaal niet ontbreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 255

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's