GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 116

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 116

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 JANUARI 1975

AD VA LVA S

KONGRES OVER WETENSCHA PPELIJKE A RBEIDER IN HET BEDRIJF

Planning Post

BWA overweegt aansluiting bij NW i)e Bond van Wetenschappelijke Vrbeiders (BWA) hield h e t afge­ lopen weekend h a a r zesde kongres. ilet centrale t h e m a was: Wel oï ;een aansluiting bfl de vakbewe­ ging. I n de drie j a a r van h a a r be­ t a a n is de BWA uitgegroeid tot en vereniging met zo'n duizend •den, die steeds sterker de be­ .oette voelde tot samengaan met iet N W . Daartoe is er h e t afge­ '>pen j a a r al enig konatkt ge­ best met vooral de Industrie­ bond N W . aterdag kwamen een aantal spre­ ers a a n h e t woord, die de positie an de wetenschappelijke arbei­

ders in het bedrijf t r a c h t t e n te verduideiyken. Daniël Greenberg, amerikaans we­ tenschapsjournalist, schetste een vrü pessimistisch beeld van het politiek bewustzijn van de a m e ­ rikaanse wetenschappers. Ze vor­ men een elite met veel invloed in Washington en z^jn financieel sterk afhankelijk van de overheid. Vic Allen, lektor a a n de universi­ teit van Leeds, hield een lezing over industriële verhoudingen. Ook wetenschappers moeten de a r ­ beidsmarkt binnentreden om h u n arbeid te verkopen. Dat ze zo slecht georganiseerd zijn, is voor­

WEGENS BEZWA A R TEGEN KIESREGLEMENT:

SUBFAKULTEITSRAAD PSYCHOLOGIE GEÏNSTALLEERD MET PREAMBULE Ondanks de voldoende opkomst bij de verkiezingen voor de nieu­ we subfakulteitsraad (SFB) psy­ chologie heeft dit orgaan nog niet de volledige bestuursbevoegdheden gekregen. Nav een brief van de universiteitsraad, waarin bezwaar werd aangetekend tegen h e t kon­ sept­kiesreglement, werd door de SFR in oude samenstelling beslo­ ten in het geval van konflikt de ulteindelqke beslissingsmacht bg de docenten te laten. De commissie fakulteiten van de univereiteitsraad vindt h e t on­ juist, dat er al verkiezingen ge­ houden werden terwijl h e t nieuwe subfakulteitsreglement nog niet door de universiteitsraad was goedgekeurd. Tevens a c h t zy het bij de psychologen gehanteerde kiessysteem in strijd met 'de m i ­ nimale eisen, welke a a n een kies­ systeem gesteld mogen worden'. O.m. werd bezwaarlijk geacht, dat het kiesreglement het stemmen op bepaalde p a r t y e n of kiesvereni­ gingen zou begunstigen (zoals bij het 'block­vote systeem'). aangezien de SFK in oude sa­ menstelling h e t niet wenselijk vond de al op gang gekomen ver­

kiezingsprocedure af t e breken^ gaf zij er de voorkeur a a n de nieuwe r a a d wel t e installeren, echter onder de preambule van de uiteindelijke bevoegdheid van de docenten.

Opkomst De opkomst bij de verkiezingen was tamelijk ruim. Van de stu­ denten brachten 48,5 pot. h u n stem uit (voor een volledige ver­ tegenwoordiging was minimaal 35 pet. vereist); van de weten­ schappelijke staf 68 pet., van de TAS 84 pet. Voor de studenten werden vei'kozen T. Segers, P. Bothenius Lohman, P. J. van Delden, C. Kijne, L. Grijns, N. Moeyes, B. Boeke en R. Tonkens, allen k a n d i d a a t voor de fakul­ teitsvereniging VSPVU. Voor de TAS werden gekozen mej. E. Dok­ ter en J. Slap. Voor de weten­ schappelijke staf mevr. van Bol­ huis­Bouma, E. M. van Olst, prof. C. Sanders, prof. P. J. D. Drenth, mevr. J. de Graaf­Stroo, prof. C. Boekestijn. J. H. de Swart, J. van Bolhuis, J. N. Zaal, L. de Leeuw, J. A. Fey. PJvD.

al historisch verklaarbaar, daar ze altijd een kleine gepriviligeerde groep waren. Het onderscheid tussen hoofd­ en handarbeiders is ook aan het verdwijnen door de technologisering van onze samen­ leving. André Gorz sprak over de klasse­ positie van wetenschappelijke wer­ kers. De laatste t y d wordt er veel gesproken over de proletarisatie van wetenschappers. Wü hebben geleerd dat iedereen gelijke k a n ­ sen heeft om te studeren. I n wer­ kelijkheid is dit echter alleen m o ­ gelijk voor een elite afkomstig uit de heersende klasse, van waaruit deze wetenschap o n t s t a a n is. We noemen ook alleen de kennis en bekwaamheid van de heersende klasse wetenschappelijk; de ken­ nis en bekwaamheid van h e t volk zijn onwetenschappelijk. Ook door de kulturele en taalkundige schei­ ding is het voor mensen uit het volk niet mogelijk wetenschapper te worden. De wetenschappers ztjn ook slachtoffers van het kapitalistische systeem, omdat wetenschap een produktiefaktor is. Het klasse­ onderscheid kan alleen verdwijnen met de opheffing van de hiërar­ chie en de werkdeling van het kapitalisme. I n China ziet Gorz pogingen hiertoe. 'Onze soort wetenschap kan ons niet vrijmaken, omdat hij ontwik­ keld werd met de bedoeling m e n ­ sen te beheersen. Hierdoor k a n h e t geen volkswetenschap worden, noch volkskultutff.' Arie Groenevelt, voorzitter I n d u s ­ triebond N W , was uit Utrecht (Vietnamdemonstratie) overgeko­ men om de verzamelde weten­ schappers op t e roepen lid te worden van de vakbeweging. Ook wetenschappets hadden te lij­ den onder bedrijfssluitingen en ftisies. 'Ook u hebt de vakbewe­ ging nodig, m a a r de vakbeweging heeft ook u nodig. De vakbonden hebben dringend behoefte a a n deskundigen.' De diskussie 's avonds was nogal verward en spitste zich vooral toe op de vraag wat je nu als weten­ schapper moest gaan doen en wat dan als BWA. Zondags spraken zo'n a c h t h o n ­

derd mensen verder over de positie van de BWA. BiJ een kleine enquête bleken er 15 mensen in h e t bedrijfsleven en een 150 a a n de universiteit te werken, van wie er een 50 lid waren van het N W en een 300 van de BWA.

Resoluties: opheffing stakingsverbod ambtenaar; instelling demokratisch gekozen wetenschapsraad Wouter Koning hield een praatje over wetenschapsbeleid. Hij pleit­ te voor een demokratischer op­ bouw van de organen, die dit beleid bepalen, en meende dat het beter was eerst de huidige wetenschap door te lichten, voor­ d a t men er meer reklame vóór ging maken. Lucas Reynders vertelde iets over de Projekten, die door de BWA waren opgezet ter bestrijding van de werkeloosheid onder akademicl. Ad Teulings wilde onderscheid aanbrengen tussen verschillende soorten wetenschappers. Hij on­ derscheidde : l a ) technokratische top in het be­ drijfsleven (managers) die in het algemeen dezelfde gerichtheid vertonen als de ondernemers; Ib) groep wetenschappers die bij beleidsvoorbereidingen en p l a n ­ ning betrokken is, doch niet zelf beslissingen neemt; 2) ingenieurs en technici die direkt by de produktievoorbereiding be­ trokken zyn; h u n positie verschilt slechts weinig met die van h a n d ­ arbeiders; 3) wetenschappers die by de uni­ versiteit werken en alleen indi­ rekt invloed­ondervinden van h e t kapitalisme. Peter Cohen, de laatste spreker, pleitte nogmaals voor aanslui­ ting by de vakbeweging.

Enige t y d geleden is het eerste n u m m e r verschenen van 'Planning Post', een uitgave van het minis­ terie van onderwijs en weten­ schappen betreffende het post­ sekundair onderwas, met perio­ dieke berichtgeving van de stand van zaken bij de geleidelijke re­ alisatie van het planningsysteem. Deze brochure zal ongeveer een­ m a a l per kwartaal gaan verschij­ nen. Het blad wordt gratis verstrekt a a n allen die by het postsekun­ dair onderwys zyn betrokken en heeft een voorlichtende funktie. Planning Post geeft feiteiyk, za­ keiyk nieuws, toelichting en ver­ klaring mbt de maatregelen tot invoering van het planningsy­ steem. Artikelen voor plaatsing in P. P. kunnen gezonden worden a a n de sekretaris van de redaktie, drs. G. H. B. Verberg, ministerie van O. en W. Thorbeckelaan 360, Den Haag. Het eerste n u m m e r bevat het wie, wat, waar en waarom mbt de verbetering van de planning. Een exemplaar van dit nummer is reeds verzonden aan alle bestu­ rende kolleges en de besturen van de (sub) fakulteiten van de VU. Voor belangstellenden zyn nog enkele exemplaren verkryg­ baar op het Informatiecentrum van bureau pers en voorlichting, hg lD­03. PWB.

Tot slot werd besloten tot verdere besprekingen met het N W en werden er een drietal resoluties aangenomen. Hierin wordt ge­ pleit voor de instelling van een demokratisch gekozen Wetcn­ schapsraad en het opheffen van het stakingsverbod voor a m b t e n a ­ ren. W a t de bedrijven betreft spreekt de BWA zich uit voor medezeggenschap van h e t per­ soneel en voor steun a a n de bon­ den in h u n akties voor centen ipv procenten. Zaterdags was al een resolutie aangenomen voor steun a a n Vietnam en tegen de amerikaanse politiek. I n juni zal een nieuw kongres gehouden wor­ den, waar dan de definitieve op­ stelling van de BWA besproken zal worden. ANNEMARIE VAN DE VUSSE (Folia Civitatis)

HET BESTUREN VAN EEN UNIVERSITEIT Becenteiyk zyn op h e t informa­ tiecentrum twee stukken binnen­ gekomen over 'University M a n a ­ gement' (het besturen van een universiteit). Beide publikaties staan op n a a m van de heer Goos­ sens, hoofd van de afdeling eko­ nomische zaken en nieuwbouw a a n de universiteit van Nflme­ gen en werden geschreven in sa­ menwerking met andere medewer­ kers van deze afdeling. De b e n a ­ dering van de bestuursproblema­ tiek van de imiverslteit met m e ­ thoden uit de organisatieleer (zo­ als modelbouw en systeemdenken) zon ons reeds bekend uit h e t McKinsey rapport. Sinds 1970 werkt McKinsey Si Company in Nederland nameiyk a a n verbetering van de planning van h e t hoger onderwys. Men zou kunnen zeggen d a t de hier ge­ noemde publikaties pogen bepaal­ de facetten van de door McKinsey voorgestelde procedure te konkre­ tiseren. Het gaat de Nymegena­ ren in de eerste publikatie 'some aspects of university management' om de ontwikkeling van een m o ­ del d a t h e t mogelijk m a a k t h e t programma van e s n universiteit (de universitaire taken) t e koppe­ len a a n een bepaalde hoeveelheid financiële middelen, die d a n ver­ schaft zullen worden voor de ver­ wezeniyking van de plannen. I n de tweede publikatie 'the future shape of management' ontwikke­ l e n zy een informatiesysteem. Het gaat er daarby om vast te stellen welke gegevens op de verschillen­ Ie niveaus nodig zyn om te k u n ­ nen plannen.

Achtergronden Het eerste stuk is verschenen als een technisch rapport van h e t Centre for Educational Research and Innovation (CERI) van de OECD (Organization for Econo­ mie Cooperation and Develop­ ment). De OECD is in 1948 opge­

richt voor de verdeling van de Marshallhulp, m a a r in 1960 heeft deze organisatie een ander doel gekregen, nameiyk hulp a a n de onderontwikkelde landen en be­ vordering van de welvaart der europese lidstaten en J a p a n . Af­ delingen van de OECD voor deze doeleinden zyn onder andere h e t development centre en h e t boven­ genoemde CERI. De OECD publi­ ceerde eerder een soortgelyk tech­ nisch rapport onder redaktie van prof. Tinbergen en prof. Bos van de Nederlandse Ekonomische Ho­ geschool in R o t t e r d a m : 'Econo­ metrie models for education' (1962). E n in 1966 verscheen by deze organisatie h e t r a p p o r t 'Ma­ thematical models in educational planning'. Het ging hiertay om makromodellen in de zin d a t h e t onderwys in een bepaald land in zyn geheel werd bekeken (totale kosten, totaal a a n t a l studenten etc.) zonder d a t m e n zich m e t b e ­ paalde processen binnen dit ge­ heel gedetailleerd bezig hield (mi­ kromodellen, zoveel personeel voor die en die imiverslteit). De rUj­ meegse r a p p o r t e n houden zich wel met deze mlkro­aspekten bezig en zyn als zodanig te zien als een verfyning van h e t vroegere werk.

Allokatïemodel Het gaat erom hoe een universiteit zyn aktiviteiten moet organiseren om de beschikbare middelen maximaal te benutten. D a t heet in vaktaal een allokatieprobleem. Juist omdat onderwys zo'n ontzet­ tend kostbare zaak wordt, poogt men dit allokatieprobleem m.b.v. een model te kwantificeren. I n Nederland wordt tot n u toe om de behoefte a a n geld en personeel te schatten gebruik gemaakt van een verhoudingscyfer voor een b e ­ paald soort fakulteit (hoeveelheid staf t.o.v. hoeveelheid studenten). Het model wat in Nymegen opge­ steld is poogt h e t onderwüspro­

g r a m m a en h e t a a n t a l studenten samen te relateren a a n perso­ neelsbehoeften en behoefte a a n ruimte. Voor h e t allokatiemodel m a a k t men gebruik van een af­ leidtngsmodel. Daarin leidt m e n uit een gegeven grootheid een a n ­ dere kwantiteit af. Byvoorbeeld voor X uur kolleges zyn y weten­ schappeiyke medewerkers nodig. Het allokatiemodel bestaat uit vyf gi'oepen vergeiykingen nameiyk één ter bepaling van h e t a a n t a l onderwysuren d a t gegeven moet worden uitgaande van een bepaald curriculum en een bepaald a a n t a l studenten, één ter bepaling van de studentenstroom en drie ter be­ paling van de behoefte a a n res­ pektievelyk wetenschappeiyke staf, overig personeel en financië­ le middelen. De rest van h e t rapport bestaat uit een toepassing van h e t model op de psychologische fakulteit van Nymegen en een opsomming van de verschillende problemen. De heren zyn zeker kritisch ten op­ zichte van h u n eigen werk. Ze zeggen zelf in h e t laatste hoofd­ stuk d a t eigeniyk begonnen moet worden met de formulering van wat onderwys zou moeten zyn in de maatschappy. Op grond van deze definitie zou d a n afgeleid kurmen worden hoe h e t onderwys ingericht dient te worden. Dit is planning vanuit ideaal n a a r r e a ­ liteit in plaats van uit een b e ­ s t a a n d onderwysprogramma h e t a a n t a l kollege­uren af te leiden en op grond d a a r v a n personele en materiële behoefte te rekenen.

Informatiesysteem Het tweede rapport behandelt de opzet van een informatiesysteem binnen de universiteit waardoor men over de informatie kan be­ schikken om h e t bovengenoemde model t e kunnen kwantificeren. De schryvers, onderscheiden drie aspekten a a n onderwysmanage­

ment. Nameiyk h e t beleid (het n e ­ men van kreatieve beslissingen), beleidsplanning (ontwikkeling van een handelingsprocedure) en a d ­ ministratie (het uitvoeren van de handelingsprocedure). Door h e t zo te formuleren biyven h u n ideeën over planning door bestu­ renden verenigbaar met demokra­ tie; immers aan h e t eerste aspekt k a n door een demokratisch li­ c h a a m inhoud worden gegeven.

Mc Kinsey Het onderzoek van McKinsey Co. is in drie fasen uitgevoerd. I n de eerste fase werden die onder­ delen van de bestaande plannings procedure in h e t postsekundaire

van adviezen en rapporten (de ve­ le begeleidende kommissies zyn u bespaard) slechts een fragment. z y formuleren slechts een model om de behoefte a a n middelen en personeel van een universiteit (en fakulteit) te kwantificeren en zy ontwerpen een schets van de be­ nodigde informatie om te kunnen plannen en kwantificeren. By een telefoontje met de heer Van Os, medewerker a a n beide rapporten vertelde deze­ d a t men er in Ne­ derland sinds minister De Brauw niet meer a a n wil. Dit soort m o ­ dellen vindt men te gedetailleerd. Het tweede r a p p o r t werd niet voor de OECD geschreven, m a a r voor een seminar over 'management information in universities', ge­

Twee belangrijke brochures van nijmeegse TA S­leden onderwijs aangegeven, die h e t meest voor verbetering in a a n ­ merking zouden komen. I n de tweede fase werd McKinsey ge­ vraagd hoe h e t d a n wel zou moe­ ten. Deze fase eindigde in novem­ ber 1970. Hierna werd overleg ge­ pleegd met vertegenwoordigers van h e t wetenschappeUjk onder­ wys en het hoger beroepsonder­ wys, d a a r n a begon de derde fase: 'het uittesten van belangryke o n ­ derdelen van de voorstellen plus een nader onderzoek binnen en­ kele typen van h e t hoger beroeps­ onderwys.' UiteindeUjk resulteerde dit in juni 1972 in een 'vooront­ werp van wet houdende voorzie­ ningen inzake de planning van h e t onderwys'. Waarschynlyk zal dit in j a n u a r i worden aangenomen door h e t parlement. Het werk van de Nymegenaren is in h e t geheel

houden te Londen en georgani­ seerd door Peat, Marwich, Mit­ chell Co., m a n a g e m e n t consul­ t a n t s . Opmerkeiyk is d a t h e t n y ­ meegse team geen wetenschappe­ lyk klubje is, m a a r bestaat uit mensen met een gewone dagtaak die vanuit een bepaalde interesse zich dieper gingen verdiepen in deze planningsproblematiek. Met de woorden van Van Os: 'de on­ derwysresearch houdt zich met andere zaken bezig dan met p l a n ­ ning voornamelyk met testont­ wikkeling. Daarom is in N y m e ­ gen h e t initiatief gekomen van de afdeling ekonomische zaken en nieuwbouw van h e t buro van de universiteit.' Het zyn belangryke publikaties voor iedereen die planning wil toepassen of tegen wil houden. MEINE PIETER VAN D I J K

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 116

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's