Ad Valvas 1972-1973 - pagina 164

AD VALVAS

8

Figiiratiere grafiek in het ProTBsorium

OVER HART EN VAATBED

De argeloze tentoonstellingsbezoeker zal misschien in verwondering geraken wanneer hy, de Provlsorium-kantine betredend, oog in oog komt te staan met Grieks-mythologisehe figuren: ApoUo, Diana, Europa en vele anderen. De mythologieën uit de grijze Oudheid vormen nu eenmaal niet de materie waar de mens van tegenwoordig dagelijks mee in aanraking komt, en je moet al welhaast klassieke talen of archeologie studeren, wil je er meer d a n oppervlakking mee te maken krijgen. Voor Jolita Postema (27) ligt d a t anders. Zij is namelijk werkzaam op de reproduktie-afdeling van h e t kunsthistorisch instituut van onze VU, en in deze platenverzameling nemen de klassieke mythologieën een belangrijke plaats in; zij bieden tevens een belangrijke bron van inspiratie. Nu moeten we ervoor oppassen teveel gewicht te leggen op deze m y t h o logische onderwerpen, z y beslaan imjners nog niet de helft van de tentoonstelling, en op zich betekenen ze voor Jolita ook niet zoveel, niet datgene waar h e t h a a r om gaat. Zij bieden evenwel geschikte gelegenheden voor h e t uitbeelden van mensen, en d a t is wat h a a r het meeste boeit, — mensen in velerlei situaties: de mens in doodsnood (Icarus), de mens in vergeefs zwoegen (Sisyphus), in erotische situaties (oordeel van Paris, Leda en de zwaan); of eenvoudigweg modelstudies en portretten; of ook sprookjestaferelen. Abstrakt werken spreekt Jolita niet aan; ze zoekt altijd herkenbare voorstellingen en streeft daarbij n a a r een vrij preciese weergave, zonder overigens aan de uitdrukkingskracht tekort te doen. Jolita, die binnenkort h a a r studie a a n de Rietveld-Academie hoopt te voltooien, legt zich speciaal toe op de grafische kvuisten, en h e t tentoongestelde werk — meestal als academie-opdracht o n t s t a a n — laat verschillende technieken zien: houtsneden en litho's, enkele linoleumsneden. m a a r vooral etsen, waarvan de lijnvoering uiteenloopt van ragfijn tot zwaar en expressief. De technieken worden op de expositie nader toegelicht. Mocht de argeloze bezoeker uit liet begin zo'n goede smaak bezitten dat hy van verwondering komt tot bewondering, en vervolgens tot kooplust — hetgeen niet onwaarschijnlijk is —, dan hoeft niets h e m te beletten een uitstapje te wagen n a a r h e t Hoofdgebouw, waar hij op kamer 8A-14 (tel. 483046) de kunstenares in h a a r dagelijkse werkomgeving kan aantreffen. Overigens sluit met Jolita Postema de reeks exposities die jarenlang in het Provisorium te zien zün geweest. Wanneer dit voorjaar het Hoofdgebouw officieel zal worden geopend, betekent dit tevens de opening van een nieuwe, grote expositieruimte. A. d. G.

"Dit onderzoek is in 1969 begomien en is voortgekomen uit de wens om de interaktie tussen h a r t en vaatbed nader te kwantificeren. Het h a r t is als generator te beschouwen van stroom- en drukgolven. welke met eindige snelheid door h e t sterk vertakkende a r t e riële vaatbed lopen. De vormen van stroom- en drukgolven in het normale arteriële vaatbed zijn afhankelijk van de plaats waar deze gemeten worden. Deze plaatsafhankelijkheid is te d a n ken a a n de complexe geometrie van het vaatbed en van verschillende plaatsafhankelijke eigenscliappen (zoals wandelasticiteit etc.) van het systeem. In een h y -

Jolita Postema: etsen, litho'.?, hout- en linoleumsneden prijzen: ./' 35,— tot ƒ 50.—. Geopend: t m 20 maart, m a a n d a g tot en met vrijdag 9.00-18 00 uur.

Korte samenvatting van het proefschrift Reflection of pressiu-e and flow waves in arteries, waarop drs. P. Sipkema te Mijdrecht op 16 februari promoveerde tot doctor in de geneeskunde. P r o m o tor was prof. dr. A. A. Knoop; copromotor dr. N. Westerhof. drodynamische modelopstelling zijn bepaalde van rubber nagemaakte delen van het arteriële vaatbed onderzocht en kwantitatief beschreven. Ook is biologisch materiaal in dit onderzoek gebruikt. De resultaten van dit onderzoek zijn van groot belang voor een beter inzicht in en begrip van de hemodynamica. De ingangsweerstanden van deze delen van het vaatbed is verge-

De kursussen bestaan uit 30 lessen van 2 uur gedurende 15 weken op dinsdag en donderdag van 17.15-19.15 uur n.m. en worden gegeven in de praktikumzalen van de afdeling Toegepaste T a a l wetenschap, hoofdgebouw, 9e verdieping. Tijdens de kursusperiode bestaat voor de kursisten de mogelijkheid gebruik te maken van de facili-

WOLFSPINNEN De Pardosa puUata groep bestaat uit een a a n t a l nauwverwante soorten van het geslacht Pardasa van de familie der Lycosidae of Wolfspinnen. De spinnen die Lot deze familie behoren onderscheiden zich van andere spinnen omdat zij geen web maken ter bemachtiging van h u n prooi; zij overvallen h u n prooi rechtstreeks. Wolfspinnen komen zeer algemeen voor, ook in Nederland, met name in grasachtige vegataties. Het proefschrift omvat een beschrijving van de resultaten van een onderzoek betreffende de onderlinge relaties, de verwantschappen, binnen de Pardosa puUata groep. De bestudeerde soorten zijn met elkaar vergeleken a a n de h a n d van uitwendige strukturen, levenswijzen en gedragingen. Met n a m e is a a n dacht besteed a a n die eigenschappen die verantwoordelijk kunnen zijn voor de reproduktieve isolatie tussen de soorten. Het ontstaan van deze eigenschappen markeert de fase waarin twee of meer, onder invloed van verschillen in natuurlijke selektie, divergerende groepen van populaties, beschouwd kunnen worden als verschillende soorten. De resultaten van h e t onderzoek duiden er op dat de Pardosa pullata groep een 'Jonge' soorten-

DOKTEREN AAN DE WERELD

leken met theoretische voorspellingen. De resultaten betreffende de verschijnselen die zich afspelen ter plaatse van een vertakking zijn van fundamenteel belang voor de beeschrijving van h e t arteriële vaatbed en voor het toetsen van voorspellingen van reeds bestaande electrische analogons en eenvoudige modellen van het arteriële vaatbed. I n deze dissertatie is de nadruk gelegd op het functioneren van het vaatbed. Inmiddels is een onderzoek gestart om tot een beter inzicht te komen in de werking van het h a r t als generator van stroom en drukgolven. Personalia: Pieler Sipkema werd op 26 augustus 1944 te Amsterdam geboren. Hij studeerde Experimentele Natuurkunde a a n de Vrije Universiteit en is sinds november 1968 als wetenscliappelijk medewerker a a n het Fysiologisch Laboratorium van de VU verbonden Enkele stellingen: 7. Bij acute inspanningsproeven speelt de nerveuze regulatie van het h a r t wel een rol en bij lange duur experimenten geen rol van betekenis voor de instelling van het h a r t m i n u u t volume. 13. De wachttijd in poliklinieken is evenredig met het aantal zitplaatsen in de wachtkamer. 14. De groei van liet aantal bungalowtenten en caravans voorzien van een uitgebreid welvaartspakket is een gruwel voor de ware liefhebber van h e t kamperen

Kursus engels en te voor personeel

De tweede serie taalkursussen, welke — bfl voldoende belangstelling — door de afdeling Toegepaste Taalwetenschap zowel Toor engels als frans worden georganiseerd Toor personeelsleden, begint in de tweede helft van februari 1973. By deze kursnssen valt het aksent op h e t leren verslaan en spreken van de vreemde t»al.

Jolita Postema, De ontvoering van Europa, ets.

23 FEBRUARI 1?75

teiten van de hoorzaal, waar zelfstandig met kui'susmateriaal k a n worden gewerkt. Het kursusgeld bedraagt ƒ 150,— per serie en wordt in 2 m a a n d e iJUkse termijnen op h e t salaris ingehouden. Men verplicht zich, indien m e n tot een kursus wordt toegelaten, h e t gehele kursusgeld te betalen. Aanmeldingsformulieren voor deze serie k u n n e n worden afgehaald bij de hoofdafdeling personeelszaken, De Boelelaan 1105, hg l E 57. Alle voorgaande aanmeldingen zijn hierbij vervallen. Inlichtingen worden verstrekt door mej, G. M Dijkema, afd. Toegepaste Taalwetenschap, De Boelelaan 1105, hg 9A-16 (tel. 48 30 77).

Inaugurele oratie dr. 3. P. Kuiper, benoemd tot hoogleraar in de sociale geneeskunde, gehouden op vrijdag 16 februari in h e t Woestduincentrum. (Korte samenvatting) Het besef d a t de aarde absoluut beperkt is in h a a r functie als meerwaardig voorzieningsobjeot voor menselijke behoeften is tot een groot deel van h a a r bewoners de laatste jaren met een schok doorgedrongen. Wanhoop hierover is een slechte basis voor b e vrijdend handelen. Vruchtbaar is het om 'tegen beter weten in', vanuit de hoop op een nieuwe aarde en een nieuwe hemel, al h e t mogelijke te doen om een ontijdig einde van de aarde te voorkomen. Vanuit deze hoop kan ook de gezondheidszorg een bijdrage leveren a a n de bevrijding van de mensheid uit h a a r huidige nood. Daartoe zal de micro-ethiek van de geneeskunde, die zich richt op lijdende individuen, zich moeten verbreden tot een macro-ethiek, die zich richt op de mundiale samenleving met h a a r frustrerende structuren. Bij dit proces van verdergaande vermaatschappelijking van de geneeskunde, d a t uitloopt op een doktoren a a n de wereld, kan de sociale geneeskunde als politieke geneeskunde een belangrijke rol spelen. Gezondheidszorg k a n fenomenologisch worden omschreven als het totaal van activiteiten die, gegrond op het weten van de broosheid van het menselijk bestaan, de eenzaamheid van m e n sen en het lijden van de m e n s heid, gericht zijn op h e t scheppen van voorzieningen om m e n selijk bestaan mogelijk te m a k e n en de belemmering voor de ontplooiing en voltooiing daai-van weg te nemen. H e t i n s t r u m e n t d a t de gezondheidszorg hiervoor ter beschikking heeft, is de gezondheidsnorm. h e t geheel van alle grenswaarden die aanduiden welk minimum a a n essentiële levensvoorwaarden in een samenleving moet zijn en welk maximum a a n schadelijke factoren aanwezig m a g zijn. Een gezóndheidskundige analyse van de situatie waarin wij t h a n s als mensheid verkeren, leidt zeer waarschijnlijk tot de conclusie dat de bevolkingen van de welvarende landen, met i n a c h t n e ming van billijke gezondheidsnormen, van een stuk individuele welstand moeten afzien. Dit geldt uiteraard niet voor die mensen in dergelijke landen wier eigen levenssituatie nog niet voldoet a a n hetgeen gezondheidkundig en sociaal rechtvaardig moet worden geacht. Solidariteit met volkeren die beneden h e t bestaansminim u m moeten leven, k a n ons brengen tot de vraag in hoeverre ons streven n a a r welzijn, voor zover daarvoor verbruik van energie en grondstoffen noodzakelijk is, voorlopig een ontoelaatbare luxe is.

Afscheid van professor Brunsting Korte samenvatting van het proefschrift Aspekten van soortvorming in de Pardosa puUata groep (Aranea, Lycosidae), waarop drs. J. den Hollander te Aalsmeer vandaag promoveert tot doctor in de wiskunde en n a t u u r wetenschappen; promotor is prof. dr. J. Vlijm. groep is, dat wil zeggen, de processen van soortvorming (evolutie) zijn nog bezig zich te voltrekken. Soortisolerende eigenschappen zijn slechts goed o n t wikkeld tussen soorten die in het zelfde gebied door elkaar voorkomen. Vermoedelijk is de groep soorten afgeleid van een 'oorspronkelijke soort' die zich tijdens de laatste ijstijd aanpaste aan de kou en, toen h e t ijs zich terugtrok, mee trok n a a r h e t Noorden, I n een aantal, toen bestaande refugia, bleven gec^rafisoh van elkaar geïsoleerde groepen van de 'oorspronkelijke soort' achter. Deze ontwikkelden zich op eigen specifieke wijze, in a f h a n kelijk van h e t milieu, en k u n n e n beschouwd worden als de voorlopers van de tegenwoordige soorten van de Pardosa puUata groep. Latere geografische uitbreiding van de groepen heeft tot

een 'feestbundel' aangeboden, — w a a r n a er gelegenheid is h e m en zijn vrouw de h a n d te drukken. Bijdragen om dit afscheid mogelijk te m a k e n worden ingewacht op postgiro 646785 tnv S. L, W y - ' nia, Joh. Huizingalaan 302', Amsterdam.

nu toe enkelen ervan met elkaar in kontakt gebracht waarna r e produktieve isolatie mechanismen volledig tot ontwikkeling kwamen; dit proces is nog steeds bezig zich te voltrekken. Personalia: J o h a n n e s den Hollander, op 10 juli 1944 te Vrouwenpolder geboren, studeerde biologie a a n de Vrije "Universiteit. I n 1965 legde hij het kandidaatsexamen af, in 1968 gevolgd door het doktoraal examen. De heer Den Hollander was van 1968 tot 1972 als wetenschappelijk medewerker a a n de VU werkzaam en sinds 1972 als wetenschappelijk medewerker a a n h e t Instituut voor Taxonomische Zoologie, afdeling Entomologie van de Universiteit van Amsterdam. Enkele stellingen: I. De betekenis van 'onki-uid' in de land- en tuinbouw wordt onvoldoende beseft. V. De mogelijke beïnvloeding van elektrofysiologische processen in het menselijk lichaam door bekle ding met kunststoffen verdient nader onderzoek. VI. Bü verandering van grondbestemming dient h e t behoud van harmonieuze landschappen centraal te staan.

Wie van plan is dit afscheid bij te wonen, wordt verzocht hiervan kennis te geven a a n h e t sekretariaat van h e t Archelogisch I n stituut VU, De Boelelaan 1105,

Op 3 m a a r t zal prof. dr. H. Brunsting, sinds 1956 hoogleraar in de archeologie a a n de VU, zijn afscheidskoUege geven in zaal K C -07, van h e t hoofdgebouw om 15 uur. De hoogleraar krijgt daar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen