Ad Valvas 1972-1973 - pagina 172

8

COMMISSIE VAN OVERLEG De vergadering heeft tot doel te discussiëren over de samenstelling van de Commissie van Overleg. De Commissie Rechtspositie uit de Universiteitsraad woont deze vergadering bij. Bestuursreglement V.U. De deskundigen van de vakorganisaties zijn h e t niet eens met de procedure die gevolg is bij h e t vaststellen van h e t Reglement V.u. Men stelt dat dit reglement besproken had moeten worden in de C.v.O. voordat h e t werd vastgesteld. In het gesprek wordt erop gewezen, dat tijdens de voorbereidingen van het Reglement V.U. een raadplegend gesprek gevoerd is met de vakorganisaties. Verantwoordelijkheid voor het personeelsbeleid. De werknemersdelegatie is gekant tegen het feit. d a t de verantwoor-

r 1 f iADEMISCHE JALITEITEN

S*"t!sifen Kamererkes} Het Nederlands Studenten K a merorkest is opnieuw gevormd. Studenten uit alle hoeken van h e t land zijn eind november n a a r de audities in Utrecht en Amsterdam gekomen. Het enthousiasme voor de audities is zo groot geweest dat de dirigent van het Nesko — Joop van Zon, hoofdler a a r directie a a n h e t Amsterdams Conservatorium — een selectieve keuze kon maken bt) het s a m e n stellen van h e t kamerorkest. Het orkest zal dit j a a r bestaan uit ongeveer 40 studenten die omstreeks pasen drie weken zullen bezig zijn met de repetitieperiode en de daaropaansluitende tournee. Gezien de studieverzwaring die de studenten steeds grotere verplichtingen oplegt, m a g m e n h e t wel een verheugend feit noemen dat ook dit j a a r een studentenkamerorkest realiseerbaar is. Van 18 april tot en met 27 april zal h e t programma worden ingestudeerd in het vakantieverblijf 'de Leemkule' in Hattem en op 27 april zal in de N.H. kerk a l d a a r de openbare generale gehouden worden. I n eerste instantie is het Nesko opgericht om studenten de m o gelijkheid te bieden in kamerorkestverband t e mlisiceren. Het tweede doel is d a t de baten van de aktiviteiten van h e t Nesko t e n goede zullen komen a a n het Universitair Asyl Fonds, de stichting die steun verleent a a n vluchtelingstudenten. De stichting biedt materiële en morele hulp a a n buitenlandse studenten, die h u n geboorteland om redenen van discriminatie of geestelijke onvrijheid moeten verlaten; door deze steun worden ziJ in de gelegenheid gesteld him studie in Nederland voort te zetten. Het Nesko hoopt hieraan daadwerkelijk h a a r bijdrage te kunnen leveren, hetgeen slechts mogelijk is door h e t geven van concerten voor goedgevulde zalen. De concerten worden gegeven in de volgende steden: HATTEM — vrijdag 27 aprU, — N.H. kerk; DEVENTER — zondag 29 april; GRONINGEN — m a a n dag 30 april — Nieuwe kerk; E N SCHEDE — dinsdag 1 mei — Technische Hogeschool Twente; DEN HAAG — woensdag 2 mei — D ligentia; UTRECHT — donderd i g 3 mei — Geertekerk; R O T TERDAM — vrijdag 4 mei — Lambertuskerk; AMSTERDAM — zaterdag 5 mei — Mozes en Aäronkerk. Op het programma staan werken van Ravel, Strawinsky en Mozart; van de laatste zal de Symfonia Concertante voor viool en altviool worden uitgevoerd met als solisten Remy Baudet (viool) en Kees Dekker (altviool). Voor nadere informatie: Ada M. C. van Eeghen, Kerlcstraat 21, Amsterdam, telefoon 020-227731.

INZAKE AD VALVAS

delijkheid voor h e t personeelsbeleid binnen de V.U. gelegd Is bij de Universiteitsraad. De Universiteitsraad is n a a r h a a r mening een college d a t zich in de eerste plaats richt op onderwijs en onderzoek. Het personeelsbeleid behoort, zoals d a t ook wordt aangegeven door de W.U.B., tot de verantwoordelijkheden van h e t College van Bestuur. Dit college heeft volgens de W.U.B, algemene verantwoordingsplicht a a n de Universiteitsraad, die bovendien budgetrecht heeft. Dit s t a n d p u n t wordt bestreden met de volgende a r g u m e n t e n : De V.U. heeft als bijzondere universiteit de mogelijkheid bepaalde zaken in afwijking van de W.Ü.B, te regelen. Het personeelsbeleid kan niet losgemaakt worden van het overige beleid, d a t behoort tot de bevoegdheden van de universiteitsraad. Opnemen van het overleg met het personeel in het reglement V.U. De zaak van h e t overleg met het personeel is geregeld in h e t personeelsreglement. Er wordt voorgesteld, d a t in h e t Reglement V.U. bij de algemene bepalingen een paragraaf wordt opgenomen, waarin wordt gesteld, dat t.a.v. het personeelsbeleid geen beslissingen worden genomen dan n a overleg met de C.v.O. Men acht de importantie van het overleg van dien aard, d a t dit reeds duidelijk in het Reglement V.U. tot uiting moet komen. Bovendien is het formeel-juridisch juister. D a a r de meerderheid van de Commissie van Overleg dit voorstel steunt zal h e t College van BeStuur een voorstel tot aanpassing van h e t reglement in bovengenoemde zin voorbereiden en voorleggen a a n de Universiteitsraad. Samenstelling Commissie van Overleg Door de Universiteitsraad is besloten, d a t aan werkgeverszijde van de Commissie van Overleg

Kort verslag uit de vergadering ad lioc van de commissie van overleg, gehouden op 10 januari 1973. enkele leden van de Universiteitsr a a d zitting zullen nemen en voorts d a t de T.A.S. en h e t wetenschappelijk personeel leden ter werknemerszijde met raadgevende stem mogen afvaardigen n a a r de Commissie van Overleg. Argumenten voor deze beslissing waren o.a.: , — De T.A.S. en h e t wetenschappelijk personeel zijn geledingen die als zodanig erkend zijn binnen de V.U. — Men voelt zich sterk betrokken bij het arbeidsvoorwaardenbeleid. — De organisatie-graad van V.U.medewerkers bij de vakorganisaties is zeer gering. De werknemerszijde van de C.v.O. heeft zowel bezwaar tegen de procedure, d a t een besluit is genomen Inzake de C.v.O., zonder vooroverleg met de C.v.O. als tegen de inhoud van dit besluit. Het Universiteitsbestuur heeft weliswaar vrijheid van handelen inzake het samenstellen van werk-geverszljde van de C.v.O., doch met inachtneming van de procedure. Het opnemen van en samenwerking met niet-georganiseerden a a n werknemerszijde van de C.v.O. wordt door de vakorganisaties absoluut van de h a n d gewezen. Men wijst op de landelijke organisatie-graad, alsmede h e t grote aantal regelingen dat landelijk tot stand komt via het Centraal georganiseerd overleg. Het onderwerp samenstelling C.v.O. zal in de volgende v e r g a d ^ ring van de C.v.O. d.d. 7 m a a r t 1973 opnieuw a a n de orde komea.

Op het bericht van het bureau pers en voorlichting van de Vrije Universiteit dd. 20 februari 1973, omvattende

Bückmann, overlegd over wat er in het nummer opgenomen zou worden en is er over de inhoud van de toen aanwezige stukken gesproken. Hoe alles zou worden geplaatst kwam niet ter diskujsie: Bückmann maakte geheel zelfstandig de lay-out.

een:

'Mededeling van het College van Bestuur over de kwestie Ad Valvas en de schorsing van de eirdredakteur", zijn de volgende correcties en aanvullingen noodzakelijke a. Dat de oude redaktie van Ad Valvas unaniem tot de konklusie was gekomen niet meer met de heer Bückmann te kunnen samenwerken is volkomen onjuist. Van zijn vijf mede-redaktieleden bleek een samenwerking tussen hem en de heren Diemer, Keuss en Van Dijk op de lange duur niet vruchtbaar. De samenwerking met mejuffrouw De Rijk. de heer Van D:lden en enkele leden van de redaktieraad was daarentegen juist uitstekend. Na de ondertoezichtstelling van het blad onder het College van Bestuur van de VU bleven zij ten volle overtuigd en trouw meewerken a",n de samenstelling van Ad Valvas. Van Delden werkte mee tot hem door het hoofd van het bureau pers en voorlichting werd meegedeeld dat zijn medewerking niet meer op prijs werd gesteld, omdat Van Delden inmiddels allerlei informatie over de gang vat zaken aan de pers had verstrekt. b. De redaktie van Ad Valvas funktioneerde in zoverre onvoldoende, omdat met name de heer Diemer er niet voor voelde de redaktievergaderingen op woensdag te houden, zoals Bückman medio september 1972 voorstelde. Woensdagmorgen moest de laatste kopij bij de zetterij zijn. Op de redaktievergaderingen van woensdagmiddag zouden dan kopieën van alle doorgegeven redaktionele stukken en koppen ter inzage liggen. De problemen zijn tot dit zeer simpele feit terug te voeren. De vergaderingen werden echter in de regel op maandag of dinsdag gehouden, waardoor op dinsdagavond en -nacht doorgegeven kopij de redaktieleden niet meer kon passeren. Moeilijkheden, die bij kontrole achteraf ontstonden, sloegen meestal niet op andere situaties m.b.t. publikaties die zich later voordeden. Duidelijke afspraken werden er in die redaktievergaderingen nooit geTnaakt, hoogstens vaak vage aanwijzingen. Bückmann heeft nooit een artikel geplaatst dat de redaktieleden hem hadden verboden te plaatsen. Toen de redaktie op 10 januari 1973 op voorstel van Bückmann alsnog op woensdagmiddag ging vergaderen, was het echter te laat, was de heer Van Dijk reeds uitgetreden en hadden de heren Diemer en Keuss reeds toi uittreden besloten. c. Dat het hoofd bureau pers en voorlichting in overleg met het lid van het College van Bestuur drs. H. J. Brinkman vaststelde wat in het nummer opgenomen zou worden en waar en hoe het zou worden geplaatst, heeft de heer Bückmann vooreerst uit het persbericht, voornoemd, vernomen. Woensdagmiddag 7 februari is er tussen het hoofd bureau pers en voorlichting, de heer M. Reitsma, en eindredakteur P. W.

d. Het omstreden artikel over de bezetting van Ad Valvascorrespondent Quint Meyer, die, zo blijkt ook lid is geweest van de bezettingsraad, werd op verzoek van Bückmann door hem geschreven voor dat hij lid was van deze raad, aldus een mededeling van SRVU-voorzitter Victor Rutgers. Het artikel over de bezetting kwam in de plaats van een ander artikel over een meeting van de Studentenraad van de VU de avond tevoren, waar juist werd besloten niet tot een bezetting over te gaan. Dit artikel was dus door de feiten achterhaald. Van het artikel over de bezetting werden de heer Reitsma vóór de sluiting van het betrokken nummer van Ad Valvas twee kopieën op tivee afzonderlijke tijdstippen aangeboden. Daar het College van Bestuur spreekt van 'onzorgvuldige berichtgeving van andere zijde' zou verwacht mogen worden dat het persbericht wel zorgvuldig is samengesteld. Dat blijkt niet het geval en dat is alleen maar te betreuren. In een eerder bulletin heeft het College van Bestuur verklaard bereid te zijn tot een verzoening met de bezetters. Het is des te meer teleurstellend dat het college wel tot verzoening bereid is met een aantal studenten die van een omstreden machtsmiddel gebruik hebben gemaakt, maar niet met de eindredakteur van Ad Valvas die geheel gehandeld heeft zoals zijn journalistieke onafhankelijkheid van hem verwachtte. Immci.. het College van Bestuur heeft de heer Bückmann laten meedelen hem ter schorsing te zullen voordragen bij 't Gewestelijk Arbeidsbureau te Amsterdam. Voor nadere informatie: P. W. Bückmann, Rembrandtplein 217, Lisse, tel. 0252113S97. (tekst 'persbericht' - zonder d a t u m - zonder afzender)

Amsterdam

23-2-73

Ondergetekenden, leden van de oude redaktie van Ad Valvas, wensen langs deze weg enkele korrekties aan te brengen op de o.i. onjuiste voorstelling van zaken omtrent het konflikt rond Ad Valvas, zoals die in het laatst verschenen nummer van Ad Valvas gegeven wordt. Daarbij wordt gereageerd zowel op een mededeling van het College van Bestuur over de schorsing van de eindredakteur, als op een ingezonden brief van ex-redaktieleden dr. È. Diemer en dr. P. J. G. Keuss. 1.) De stelling in de 'mededeling' van het CvB, dat 'de oude redaktie unaniem tot de konklusie was gekomen niet goed met hem (de eindredakteur BückmannP. v. D.) te kunnen samenwerken', is volledig bezijden de waarheid. De samenwerking van de eindredakteur met ondergetekende ex-redaktieleden

verliep, ondanks schillen binnen uitstekend.

meningsverde redaktie,

De beëindiging van de bijdrage van ondergetekenden aan het werk in de redaktie hield verbaTid met de beslissing van de Universiteitsraad het statuut voor Ad Valvas op te schorten en daarmee de redaktieleden van hun funktie te ontheffen; dit loerd niet veroorzaakt door een slechte samenwerking met Bückmann, zoals in de CvB-mededeling wordt gesuggereerd. Overigens speelden bij het uittreden van Af. P. van Dijk uit de oude redaktie ook andere motieven mee dan de slechte samenwerking met Bückmann. De o.i. onjuiste en eenzijdige voorstelling van zaken van de zijde van het College van Bestuur is des te kwalijker, omdat de geponeerde slechte samenwerking van de eindredakteur met de gehele redaktie wordt aangevoerd als m,otivering voor de ontslagaanvrage bij het Gewestelijk Arbeidsbureau, naast de o.i. terechte weigering van het betreffende dienstbevel. Overigens achten wij dit dienstbevel niet in overeenstemming met de door het College van Bestuur in Ad Valvas gedane toezegging, dat 'met name aan de verscheidenheid van opvattingen binnen de universitaire gemeenschap aandacht' zal kunnen worden gegeven. (Bovendien viel uit het vorige nummer te konstateren, dat er uitsluitend aandacht is besteed aan de opvattingen van het CvB en de UR, en dat de beargumenteerde standpunten van de andere partij nergens aan bod komen j , 2.) T.a.v. de ingezonden brief van dr. E. Diemer en dr. P. J. G. Keuss kan opgemerkt worden, dat de overige leden van de vroegere redaktie niet vooraf in de inhoud zijn gekend, terwijl de brief toch pretendeert een standpunt van de gehele vroegere redaktie weer te geven. Uit deze brief valt o.i. op te maken, dat er juist wel een verschil van mening over de waardering van het werk van de eindredakteur binnen de redaktie bestond. In tegenstelling tot hetgeen altijd door de heren Keuss en Diemer in de redaktie naar voren werd gebracht, wordt in deze brief het 'overmatig' inschakelen van andere redaktieleden dan de eindredakteur in het redaktionele werk door hen nu plotseling aan de eindredakteur verweten. Ondergetekenden bestrijden hun stelling, dat de inschakeling van de rest van de redaktie plaatsvond in een mate, die groter was dan door de omstandigheden geboden. Evenm,in kan o.i. deze situatie op enigerlei wijze aan het in gebreke blijven van de eindredakteur toorden toegeschreven. Ten onrechte wordt hier door hen gepoogd de heer Bückmann tot zondebok te maken van door de redaktie gemaakte fouten, welke mede veroorzaakt werden door de slechte personeelssituatie en het ontbreken van een adekwaat redaktiebeleid. Voor dit laatste kunnen pok Keuss en Diemer verantwoordelijk gesteld worden. Mej. C. G. H. de Rijk (ex-redaktiesek.) P. J. van

Delden.

(tekst gestencilde brief, als 'ingezonden' aangeboden a a n Ad Valvas).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen