GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 100

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 100

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 DECEMBER tW2

AD VÜ^LVAS

2

Open universiteit; een soort ontwil(l(elingsliulp Toen Harold Wilson in 1963 kwam met de idee van een universiteit van de ether, was dit een onderdeel van een kompensatieprogramma. Dit programma sou moeten inhouden- het nivelleren van verschillen m beloning, ken7iis etc. Nu is het principieel onmogelijk bestaande kennis weg te nemen om verschillen te nivelleren tussen individuen onderling en groepen onderling. Er moest dus een soort van 'bijspijkerprogramma' mh.t. kennis komen, een soort binnejilandse ontwikkelingshulp. Juist diegene die het meest verstoken waren van kermis door allerlei sociaal-kulturele redenen moesten van deze ontwikkelingshulp profiteren. De eenvoudigste manier hiervoor is massakommu-

PROMOTIES

Verstrooiing neytronen in optiscli model De heer E. Zijp te Amsterdam is donderdag gepromoveerd tot doktor in de wiskunde en natuurwetenschappen op het proefschrift : 'Polarization measurements and optical model analyses of neutron scattering at 3.2 MeV. Zijn promotor was prof, dr. C. C. Jonker. De verstrooiing van neutronen aan kernen k a n beschreven worden met h e t zgn. optische model. Hierbij wordt de ingewikkelde wisselwerking tussen de inkomende neutronen en de nucleonen van de kern vervangen door een eenvoudige gemiddelde potentiaal. De n a a m komt voort uit de analogie tussen dit verschijnsel en de verstrooiing van licht a a n een matglazen bol. Het aantal neutronen dat in een bepaalde richting verstrooid wordt, h a n g t af van de strooihoek. Het model beschrijft deze intenslteitsverdeImg. Echter, neutronen bezitten een draaiingsrichting of spin. Als de inkomende bundel neutronen gepolariseerd is, dwz als er een voorkeursrichting aanwezig is voor h u n spins, verandert de intensiteitsverdeling van de verstrooide neutronen. Bij polarisatlemetingen worden deze meestal kleine veranderingen bepaald. I n dit onderzoek is dit gedaan met 3.2 MeV neutronen aan 20 verschillende kernen Het optiscn moael blijkt in grote lijnen de verkregen resultaten r e delijk te beschrijven Een gedetailleerde analyse stuit echter op een aantal problemen Er wordt aangetoond dat de invloed van de direkte excitatie van de kern waarbij deze bijv. in een vibrerende toestand achter blijft, op de elastische verstrooiing verantwoordelijk kan zijn voor veel van de gesignaleerde moeilijkheden Dit effekt is belangrijk juist bij lage beschietingsenergie. PERSONALIA: Egbertus Zijp, 17 okt 1942 te Amsterdam geboren, studeerde n a tuurkunde a a n de V ü en legde in 1967 doktoraal examen experimentele natuurkunde af. Sindsdien is hi) wetenschappelyk m e dewerker op het natuurkundig laboratorium van de VXT. Hü bereidt zich voor op uitzending n a a r Indonesië In h e t kader van h e t rnjPPIC-samenwerkingsprojekt tussen de natuurkundeafdelingen van de Gadj a Mada universiteit te Yogyakarta en de VU. STELLINGEN: 8. De bepaling in de kerkorde van de Gereformeerde Kerken in Nederland d a t het presidium van de kerkeraad by de predikant berust, staat een zo goed mogelijk funklioneren van de kerkeraad in de weg en dient daarom geschrapt te worden. 9. Aan de verdeling van de inkomens in Nederland moet nog veel verbeterd worden. De argumentatie voor de kollegegeldverhoging met de stelling d a t h e t kollegegeld een investering is op een toekomstig hoog inkomen, s t a a t deze verbetering in de weg. 10. De inspanning besteed a a n h e t _ schrijven van een goed schaakprogramma voor een computer, is zeer waardevol, daar h e t veel inzicht geeft in de werkwijze en d e mogelijkheden van het menselijk denken en ervaring oplevert voor h e t opstellen van plannen op lange termijn.

mkatiemedia inschakelen. D.m.v. televisie en radio sou men inoeten appeleren aan de in kennis achtergestelde lagen van de bevolking. De eerste vooronderstelling is gelegen in het feit dat volwassenen, die door een achterstand in kennis beroepshalve geen mogelijkheden hebben, zich tot een open universiteit aangetrokken voelen Deze vooronderstelling is juist. De interpretatie hiervan is echter m Groot B r i t t a n m e verkeerd gehanteerd. Het is vanzelfsprekend dat degenen die zich het meest bewust zijn van achterstand m kennis deze handicap het liefst willen overwinnen. De tweede vooronderstelling bij de universiteit van de ether was het feit, dat mensen kunnen leren via radio en televisie. Dat Is onjuist; mensen kunnen niet leren via radio en televisie,ze kunnen er toe aangezet worden. Radio en-televisie zijn kommunikatiemlddelen of liever: middelen die afstanden overbruggen De interpretatie van deze op zich onjuite vooronderstelling van Wilson is de verkeerde kant opgegaan. I n het planningsrapport van de open universiteit wordt (o m. door Robtams 'Report on Higher «ducalion' te citeren; aangegeven d a l radio en televisie middelen zijn die ondergeschikt behoren te zijn aan de schriftelijke onderwijsmethode De derde vooronderstelling luidde dat wanneer men nu begon met een universiteit en geen toelatingsdrempel stelde, men het doel van overbruggen van verschillen in kennis zou bereiken. Deze vooronderstelling is volkomen onjuist. Een universiteit die open is voor ledereen blijft een kompensatiemiddel. Het bewust kiezen voor 5 a 6 percent van de leerstof per radio en televisie en de stof voornamelijk schriftelijk aan te bieden duidt op een bijzonder slechte plaatselijke verdoving.

Wat is er nu van de O.U. terecht gekomen? Er wordt geschermd met cijfers van 25.000 studenten in 1971 tot 70.000 m 1972. Uit een onderzoek blijkt d a t m de z.ß. middenklassen meer dan 8 6 ' , « ' v a n de ondervraagden van het bestaan van de open universiteit afwist; mbt de werkende klasse bleek dit slechts 23'o te zyn. Een belangrijke konklusie die getrokken kan woiden Is: er schort iets aan de kommunikatie. De open universiteit heeft d a n ook veel weg van ontwikkelingshulp Bestaande verschillen worden gekontiniieerd ol zelfs groter. De werkende klasse is sterk ondervertegenwoordigd m de studentenpopulatie. Daar komt nog bij dat deze vorm van ontwikkelingshulp totaal geen strukturele verschillen aanbrengt. De open universiteit lijkt een beetje op het uitdelen van benzine aan mensen. Wanneer je geen auto hebt kun je het gebruiken voor je aansteker.

Elitaire zaak Het grote probleem Itgt vooral m het feit dat de mensen die juist zouden moeten gaan studeren en belang hebben bij een open universiteit met loorden opgewekt er te gaan studere?i. Die opivekking moet niet geschieden in de trant van het is voor jullie bestwil. Het moet een voortdurend appeleren zijn aan het verantwoordelijkheidsbesef. Het olievlekeffekt van de kennis moet worden duidelijk gemaakt: kennis moet verspreid worden over zoveel mogelijk mensen Juist het -opleiden van mensen tussen muren van voorkennis of onmogelijkheden voor buitenstaanders m a a k t kennis tot een elitaire zaak. Iedereen moet voorbereidend wetenschappelijk onderwijs kunnen volgen. Radio en televisie dienen gebruikt te worden om mensen a a n te zetten om h u n kennisnivo te vermeeraeren. Radio en tele-

Verwarring Naar mijn mening ligt de grote fout bij het instellen van de open universiteit, zoals in Engeland" bij het verwarren van doel, middel en uitgangspunt. Bjj het interviewen van een leraar die studeerde a a n de open universiteit (O.U.) kwam juist een van die facetten naar voren, die Wilson bedoelde: hij antwoorde op de vraag n a a r zijn motief om a a n de O U. te studeren: wanneer miJn kinderen mij zien studeren dan grinniken ze in de t r a n t van, moet je die ouwe vent eens zien. Maar ik hoop dat ze, doordat ze mij zien studeren, zodanig gemotiveerd worden om ledere kans te grijpen die maar mogelijk is dat zij later niet a a n een O.U. behoeven te studeren. Deze m a n heeft het begrepen.

PROMOTIES De promotie is eigenlijk nooit veel geweest, schrijft Hylke Tromp in UK (Groningen) van 15 n o vember. Meestal staan titels, auteurs en promotores in de kleinst mogelijke letters iveggedrukt op de mededelingenpagina's van de- univer«' siteitskranten: en terecht, want het boek is onleesbaar, de titel onbegrijpelijk, en het gebeuren heeft vaak meer van een orthodoxe hoogmis voor drie heren met akolieten m aanwezigheid van gelovigen, dan van een kritische evaluatie en bespreking van een belangrijk wetenschappelijk werk.' E n de promovendi zijn er ook vaak naar, aldus Tromp. Neem Ferry Hogendijk. 'Nog veel korter geleden is de promotie van mr. G. B. J. Hilterman in Utrecht, begeleid door boegeroep, fluitgeschal en gewoon applaus (voor zijn critici) — het was net een echte voetbalwedstrijd. In de eerste twee gevallen is ondertussen komen vast te staan dat de heren geen proefschrift hebben ingeleverd, maar dat hun de doctorstitel is verleend tegen inlevering van een aantal dichtbeschreven vellen papier. Er is geen reden om aan te nemen dat het hier om uitzonderingen gaat'.

visie dienen te motiveren. Het is onzin te stellen dat radio en televisie ondersteunende middelen dienen te zijn bij de schriftelyke onderwijsmethode. Het is onzin te beweren dat de schriftelijke onderwijsmethode beter is dan welke andere onderwijsmethode ook. De enige taktoren die hieitoe a a n leiding geven zyn van kwantitatieve a a r d : het bereiken van zoveel mogelijk mensen en h e t oji zo goedkoop mogelyke wijze laten funktioneren van een en ander Het zegt niets over de kwaliteit. De open universiteit en haar onderwijsmethoden zijn een soort reklame-objekt geworden en worden als een sooit Walhalla algeschildeid, maar is m ieder geval niet de manier om zalig te worden. Daar komt nog bij dat de open universiteit een beetje de m a r k t van late roepingen dreigt te worden. Wanneer mensen problemen op het gebied van kenmsaohterstand proberen op te lossen beginnen ze altijd van achter at. Het is dan ook geen wonder dat prof. Roy Shaw zegt dat misschien over 50 jaar ons onderwijssysteem is veranderd en demokratischer geworden met mdeidaad gelijke kansen voor iedereen.

Kloof Waarom met van voren al.,beginnen? Al die onetfenheden a a n h e t begin worden later grote barrières. Het lijkt vaak vreemd dat wij een wereld kreèren voor mensen die er misschien m de vorm die wij ontwikkelen, totaal geen behoefte aan hebben, maar die door onze opvoeding en ons onderwijs die behoefte wel degelijk '^ zullen moeten gaan voelen. De open universiteit is een soort van ontimkkelingshulp. Het bereikt sporadisch de mensen in de jungle van problemen. De onderlinge verschillen worden breder en dieper. Het dichten van de kloof is onmogelijk, het overbruggei., vaak simpel Hei enige wat het kost is een paar passen op de plaats van de mensen die vooraan in kennis marcheren naar een technokratische afgrond voor iedereen. Dan hebhen we ook intussen de tijd om ons te bezinnen op het dichten van die afgrond en werkt de ontwikkelingshulp naar twee kanten. CEÜS FABER (afd. Onderwijsresearch)

4DVIES ACADEMISCHE RAAD:

PLANNINGWET VOOR MAXIMAAL 10 JAAR De Academische Raad heeft zaterdag 25 november in Utrecht besloten zich via een nota tot de (in) formateur van h e t nieuwe kabinet te wenden mbt de samenh a n g tussen kollegegelden en studiefinanciering. Wat de planning betreft wenst de raad a a n de daarop betrekking hebbende wet een beperkte geldigheidsduur toe te kennen t e n einde een tijdige evaluatie van de planningsprocedure (e waarborgen en voorts te onderzoeken of en in hoeverre de akademische ziekenhuizen binnen de werkingssfeer van deze wet dienen te vallen. De werkgroep planning van de Academische Raad konstateert dat de wenselijkheid van enigerlei variant van een nationale procedure voor de planning en budgettering van het postsekundair onderwijs t h a n s aanvaard is. Het advies van de r a a d is dan ook gericht op een planningswet, waarin tegemoet is gekomen a a n zijn voornaamste bezwaren aangaande het voorontwerp: 0 de eigen verantwoordelijkheid en inbreng van de instellingen biJ de planning is onvoldoende gewaarborgd; 0 er is onvoldoende duidelijkheid omtrent de plaats van het a a n de instellingen van wetenschappelijk onderwijs verrichte onderzoek; % er wordt niet genoeg rekening gehouden met het belang en de ontwikkelingsmogelijkheden van h e t interdisciplinair onderzoek; 0 de Academische R a a d heeft onvoldoende invloed bij het opmaken van de voordracht ter benoeming van de leden van de Stuurgroep Postsekundair Onderwijs (SPO). 0 de relatie tussen de Academische R a a d en de SPO, alsmede

tussen de sekties van de AR en de discipline-commissies is niet duidelijk genoeg; 0 de onafhankelijkheid van de SPO is niet afdoende gewaarborgd; 9 er zijn geen afdoende waarborgen voor de volledige openbaarheid van de planningsprocedure; ^ tussen de instellingen enerzijds en de SPO alsmede het Onderwijs Planbureau anderzijds bestaat slechts een éénrichtingsverkeer van informatie 'naar boven'; 0 de planning is slechts voor de instellingen en niet voor de regering, dus eenzijdig, bindend; 9 de instellingen hebben geen recht van beroep bij de Kroon indien zij de p l a n n e n van de regering onaanvaardbaar achten.

Definitie

De Academische Raad definieert planning als h e t proces van het voorbereiden en h e t nemen van beslissingen betreffende de toekomstige ontwikkeling van het postsekundair onderwijs. Dit proces dient zich in volledige openbaarheid te voltrekken. De planningwet moet het karakter hebben van een raamwet in die zin, dat zij geen regels bevat omt r e n t de inhoud van de toekomstige procedures voor de planning en budgettering. Zü bakent h e t veld af waarop de procedures betrekking hebben en geeft regels omtrent de indeling van de plannen, de mate van openbaarheid en de plicht tqt het verstrekken van inlichtingen. Aangezien de procedtu'e van p l a n ning en budgettering ingrijpende gevolgen zal hebben is tijdige, nauwkeurige en openbare evaluatie ervan noodzakelijk. Met het oog hierop stelt de Academische R a a d voor aan de planningwet een

(Voor)oorÉel in de rechtswetenschap Bij de beoefening van de rechtswetenschap spelen vooroordelen een zelfde rol /als bij de beoefening van andere wetenschappen, ledere onderzoeker neemt in zün onderzoek ziJn gedachten en overtuiging o m t r e n t wezen en bestemming van mens en wereld mee. Geen veld van onderzoek is apriori verboden terrein. Aan b ö het onderzoek gevonden feiten mag niet gesleuteld worden. I n de rechtswetenschap speelt de rechtsvinding een overheersende rol. Zij beschrijft het geldende recht niet als een feitelijk gegeven zonder meer. Zij zoekt niet naar nieuw recht m een pragmatische zin In beide gevallen toetst en schift zij naar de norm van de gerechtigheid Zo komt zij vooroordelen, die in h e t positieve recht h u n neerslag hebben gevonden op hot spoor: discriminatie van arbeiders, gehuwde vrouwen, belijders van een bepaalde godsdienst, mensen van een a n der ras of een andere huidskleur. Het spiegelbeeld daarvan is bevoordeling van bepaalde groepen: bezitters, belijders van de zuivere godsdienst, mensen, die behoren tot een beter ras of een fraaiere huidskleur. Niet alle verschil iii rechtspositie berust op vooroordeel Een rechtvaardige toetsing van verschillende belangen kan leiden tot onderscheid in toedeling van rechten en plichten. I n de rechtswetenschap valt telkens een oordeel. S t a a t dat ootdeel in een bepaalde verhouding tot h e t laatste oordeel? W. F. DE GAAY FORTMAN — Dit kollege in de cyclus Studium Generale heeft plaats donderdag 7 december in z a a l ' KC-07 van het hoofdgebouw van de VU.

beperkte geldigheidsduur, tot 1 jan u a r i 1982, toe te kennen. De evaluatie zal moeten plaatsvinden tav het afzonderlijk en m onderling verband fmiktioneren van de 'participanten', de uitvoering van de planningprocedure, de plaats van het onderzoek, het informatiesysteem on tav de openbaarheid.

Hbo-wo I n zijn advies aangaande de nota's 'Op weg n a a r hoger onderwijs nieuwe stijl' onderkent de raad dat voor het postsekundair onderwijs nieuwe strukturen gewenst zijn, m a a r d a t er duidelijkheid moet bestaan over de vraag n a a r h e t onderwijs, de maatschappelijke behoefte, de doelstellingen van de betreffende vormen van onderwijs, de aansluiting vwo-wo en havo-hbo, de beschikbare middelen en de mogelijkheden van het onderwijs in de huidige vorm om zich aan flie doelstellingen a a n te passen. De noodzaak van het ontwikkelen van een algemene konseptie tav het postsekundair onderwijs is t h a n s te meer wenselijk daar een eenzijdige benadering tot verbrokkeling van het beeld dreigt te leiden. Dit gevaar gaat schuil iii het p r e m a t u u r vastleggen van de struktuur, waarbinnen de samenh a n g hbo-wo vervolgens tot stand moet worden gebracht. 'In het huidige stadium van ontwikkeling', aldus de r a a d in zijn advies a a n de minister, 'zal als uitgangspunt voor het beleid bij gebrek a a n voldoende basis gekozen moeten worden voor een zo groot mogelijke flexibiliteit; een regeling en détail zal het zoeken n a a r antwoorden op fundamentele vragen en derhalve het uitzetten van een beleid op langere termijn bemoeilijken'. Volgens de raad moet de samenhang hbo-wo via experimenten worden teweeggebracht onder een a a n t a l tevoren vastgestelde voorwaarden. Tot deze behoort dat de regering wettelijke maatregelen treft om de experimenten mogelijk te maken, voorts dat tussen hbo en wo op regionaal niveau samenwerking tot stand komt, welke samenwerking op landelijk niveau wordt gekoördineerd en geëvalueerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 100

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's