GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 161

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 161

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS

25 FEBRUARI 1975

Vervolg pag. 1

WEERGAVE BELEID bewoners eveneens zouden worden betrokken bij het bezette gebied het risico van lijfelijke konflikten. Het college van bestuur heeft in de volgende dagen zeer regelmatig met h e t presidium vergaderd; alle beleidsbeslissingen zijn gezamenlijk, in goed overleg, en in overeenstemming met elkaar genomen. Donderdag 8 februari is door de h e r e n Kuijper é n van Nes de bezetters aangezegd het hoofdgebouw te verlaten. Een daartoe strekkend stuk is a a n een delegatie van de bezettingsraad overhandigd (de d a t u m van dit stuk moet zijn 8 februari, ten onrecht e is 9 februari 1973 vermeld), 's Middags hadden de heren van Nes en Diepenhorst een gesprek met minister van Veen. 's Avonds werd in een vergadering van het universiteitsbestuur (college van bestuur en presidium) vastgesteld d a t er geen m a r ge voor onderhandelen met de bezetters aanwezig was, besloten werd blijvende en stijgende pressie uit te oefenen op de bezetters om te vertrekken. Tegelijkertijd werd besloten om aan de autoriteiten te verzoeken tot onruiming over te gaan bij voortgezette weigering tot vrijwillige beëindiging van de bezetting. Op vrijdag 9 februari 1973 h e b ben de heren B r i n k m a n en Wiggers een gesprek met de bezettingsraad gehad, waarin meegedeeld werd dat geen concessies konden en zouden worden gedaan en gewaarschuwd is dat voortzetting van de bezetting spelen met vuur en gevaarlijk was. Tegeiykertijd is ontruiming door de politie gevraagd. I n de loop van de dag publiceerde de voorzitter van de universiteitsraad een oproep tot de u n i versitaire gemeenschap om zich tegen de bezetting uit te spreken. Die avond l a a t h a d de heer B r i n k m a n ^ een telefoongesprek met de heer Rutgers, waarin de laatste een antwoord toezegde op de ontvangen mededeling dd. 9 februari van h e t universiteitsbestuur. Zaterdae 10 februari 1973 leidde een bemiddelingspoging van de heren van Baamsdonk en van der Zweep niet tot resultaat; wel brachten zij 's avonds laat een brief van de heer Rutgers over, die echter niet h e t gevraagde a n t woord bleek te bevatten. Öp zondag 11 februari 1973 werd besloten n a m e n s h e t universiteitsbestuur opnieuw a a n de bezettingsraad te schreven en daarin nog eens a a n te dringen op dit antwoord. Dlc dag hebbon ook de h e r e n Augustijn en Hesscis Mulder get r a c h t te bemiddelen, 's Avonds volgde een lang telefoongesprek tussen de heren Brinkman en Rutgers, waarin opnieuw het standpunt van het college van bestuur werd toegelicht. Een bemiddelingspoging van m e juffrouw Nora Salomons (PvdAlld 2de kamer) leidde in de n a c h t van zondag op m a a n d a g weer tot een gesprek met de bezetters: voor h e t college van bestuur de heren van Nes, Brinkman, de Niet en Wlggers en voor de bezettingsraad de heren Benschop, Drexhage, Rutgers en Saris. Ook

mejuffrouw Salomons woonde dit gesprek als toehoorster bü. Onderwerp van gesprek was de i n houd van een door de plenaire vergadering van de bezetters a a n vaarde motie. Dit gesprek duurde van maandagmorgen vroeg van kwart voor vier tot kwart voor zes. De motie bevatte weer de bekende punten — hoewel ander geformuleerd; h e t gesprek was een bevestiging van de s t a n d punten en eindigde met een beroep op de bezetters het gebouw zo spoedig mogelijk te verlaten. Op m a a n d a g 12 februari 1973 werd het actiecentrum van het universiteitsbestuur verlegd van de hortus n a a r het n a t u u r k u n d e gebouw. Eerder was d a t niet gebeurd omdat bozettingsgeruchten daartegen pleitten. D a a r kwam 's morgens om 9 uur burgemeester Samkalden om de stand van zaken ter plaatse op te nemen. Na deze bijeenkomst werd onder a n dere gesproken over een definitief tijdstip van ontruiming door de politie. 's Middags besloten de bezetters tot beëindiging van de bezetting. Ter dekking van h u n aftocht verspreidden zij h e t bericht dat concessies door h e t college van bestuur zouden zijn gedaan. Om ongeveer 21 uur heeft de heer Rutgers als laatste bezetter h e t hoofdgebouw verlaten. De heer van Nes wil a a n dit feitelijk verslag nog toevoegen dat h e t h e m verdriet dat dit alles zo gelopen is. Een universitaire werkgemeenschap kan slechts functioneren op basis van vrijwilligheid en zal nimmer mogen toegeven a a n geweldadige dwang van een kleine minderheidsgroep. Hij verwijst verder n a a r de brief van 13 februari en hoopt dat die goed zal doorwerken door onze gehele universiteitsgemeenschap heen. Aantekening: het betoog van de heer van Nes werd herhaaldelijk gestoord door geroep van: leugenaar, fout, graaien m a a r ! enz. en door gescandeerd handgeklap. De voorzitter maaxide de tribune tot stilte. UK-VOORZITTER K U I J P E R 3. De heer Kuijper begint met te zeggen dat h e t niet mogelijk was gedurende de besproken periode op de gebruikelijke wyze met de universiteitsraad te vergaderen. Het beleid van het presidium moest daarom volledig terugvallen op de twee moiies, die in de vergadering van 6 februari Jl. werden aangenomen. Het presidium heeft het college van bestuur dezer dagen kritisch gevolgd, d a t wil zeggen letterlijk (naar de hortus) en figuurl-jk In voortdurend overleg. Dit overleg was zo volledig en diepgaand d a t een nieuw begrip ontstond, namelijk 'universiteitsbestuur', waarmee dan wordt aangeduid dat tijdelijk en onder zeer bijzondere omstandigheden de heer Wlggers in zijn bijwonen van de vergaderingen van het college van bestuur werd bijgestaan door alle andere leden van het presidium. Het presidium is daarom mee verantwoordelijk voor h e t in de besproken week gevoerde beleid. Hij onderschrijft met n a d r u k de dank, als tot uiting gebracht in h è t VU-bulIetin van gisteren, a a n

VERKIEZINGEN STUDENTLEDEN UR MEI 1973 Examen- of tentamenstudenten en kiesrecht Ten vervolge van h e t door de universiteitsraad bepaalde met betrekking tot h e t verkrijgen van aktief kiesi'echt voor examen- of t e n t a m e n studenten — vide Ad Valvas dd. 9 februari jl. voorpagnia — volgt voor belanghebbenden onderstaande belangrijke mededeling. Formulieren, benodigd voor h e t aanvragen van aktief kiesrecht door examen- of tentamenstudenten zün verkrijgbaar bij h e t informatiecentrum, hoofdgebouw kamer lD-03. Volledig ingevulde formulieren dienen in tweevoud — vergezeld van een a a n de aanvrager geadresseerde envelop — uiterlijk 26 februari 1973, 13.00 uur t e zijn ontvangen door de kiescommissie. H e t adres van deze commissie is: kamer 2D-26, hoofdgebouw.

alle medewerkers, op wier bystand dezer dagen een byzonder beroep moest worden gedaan. Van naby heeft hij ook gezien met welk een inzet de leden van h e t college van bestuur de belangen van de u n i versiteit behartigden, waarvoor hij zijn waardering uitsprak. Sprekende over h e t VU-bulletin vraagt hij bijzondere a a n d a c h t voor de clausule uit dia brief waar gezegd wordt: pagina 2: 'Zelf vaststellen w a a r a a n m e n zich wil binden en het eigen en groepsbelang doorzetten ten koste van a n deren gebeurt vaak ook op a n d e re manieren dan door middel van bezetting'. Er Is nog een ander aspekt. Vanaf h e t eerste begin — reeds voordat besloten was politionele hulp te vragen — heeft in h e t overleg binnen het universiteitsbestuur het woord verzoening doorgeklonken als gesproken werd over onze houding tegenover de bezetters n a de bezetting. Dit moet niet verkeerd worden verstaan. Inderdaad is dat begrip gericht op samen verdergaan, m a a r het sluit verm a a n en afkeuring niet uit. I n derdaad is het nodi^ dat m a a t r e gelen worden getroffen m a a r die moeten zakelijk en niet emotioneel worden vastgesteld. Tenslotte noemt hij de vraag of inderdaad op h e t laatst nog concessies zijn gedaan. Die vraag is de laatste dagen herhaaldelijk gesteld, ook n a a r aanleiding van officiële nieuwsberichten. Met n a druk zegt spreker hier nog eens in het openbaar dat daarvan geen sprake is geweest. De studenten die in een brief protesteerden t e gen de inhoud van de vermeende concessie — geen maatregelen t e gen boycotters gedurende dit academisch Jaar — kunnen gerust zijn. Vanzelfsprekend was h e t ontbreken van enige o n d e r h a n delingsmarge mede gebaseerd op h e t feit d a t toegeven op dit gebied een ernstige ontaillijkheid zou zijn tegenover hen die wel a a n h u n verplichtingen hebben voldaan. Niet h e t universiteitsbestuur, — m a a r pers en nieuwsdiensten zijn verantwoordeiyk voor deze concessie-berichten. CvB-LID BRINKMAN 4. D e heer B r i n k m a n wil de gegeven verantwoording in zoverre aanvullen d a t hij weergeeft de taxatie van wat de SRVU bezielde n a a r het beeld d a t h e t college van bestuur d a a r v a n had. Het kan zijn d a t dit beeld fout was en d a a r o m korrektie behoeft. Van het begin af was duidelijk dat de bewegingsvrijheid der bezetters werd beperkt door landelijke afspraken. Eigen vrijheid tot escalatle-deëscalatie werd d a a r door belemmerd. De aktievoerende bezetters werden verenigd door een globaal doel — de bestrijding van de uitvoering van de coUegegeldwet — m a a r verder ded..n zich onder hen nogal wat verschillen voor, die dan betrekking hadden op: — h e t al of niet in konflikt komen met h e t univursiteitsbestuur in verband met de mogelijke crisis voor de WUB-struktuur en met de komende raadsverkiezingen; — h e t al of niet a a n v a a r d e n van de politieke en budgettaire realiteit voor h e t akademie-Jaar 19731974; — de grotere of kleinere persoonlijke geneigdheid tot h e t gebruik van harde middelen; — de verschillend politieke affiliaties; - ^ h e t verschil in gevoel van binding a a n landelijke afspraken. Als steunpunten voor de bezettingsaktie kunnen worden genoemd — de algemene ontevredenheid over de inhoud van de wet; — de technische gebreken van de wet; — wat men zou kunnen noemen de bezettingsfolklore. Bemoeilijkt werd de bezettingsaktie door — het vroeg en snel produceren van dociunentatie en argumentatie door h e t college van bestuur voor de faculteiten; — de duidelijke en direkte reaktle van het college van bestuur en de universiteitsraad op de w a a r schuwingsbezetting, waarin het gebruik van dergelijke intimide-

rende middelen .scherp werd afgekeurd; — de concessie van de universiteitsraad en het college van bestuur in de universiteitsraadsvergadering van 6 februari 1973 ^kwantitatieve, niet nominatieve opgaaf van boycotters a a n het college van b e s t u u r ) ; — gecompliceerdheid van de m a terie en van het programma tot wetsuitvoering in technisch-administratief opzicht. I n deze gehele situatie startte de bezetting op irrationele basis. Herinnerd wordt a a n h e t feit d a t de eisen niet vooraf werden gesteld, dat m e n zich k a n t t e tegen het college van bestuur en de universiteitsraad. Ook was van het begin af een element van geïsoleerd zijn waarneembaar. Voorts hing in bezet gebied duidelijk de roes van de bezettingsfolklore. Meelopers en een harde kern brachten h e t SRVU-bestuui' in de positie van de tovenaarsleerling. Ook bleek de reaktie op de bezetting in de universitaire gemeenschap niet mee te zitten. Door dit alles werden de plenaire vergaderingen van bezetters een moeilijk manipuleerbaar geheel. De daarin gestelde eisen varieerden sterk. De gemeenschappelijke greep van de leiding op de relatie doelen-middelen werd steeds zwakker. Het statement van het college van bestuur dd. 9 februari 1973 werd als politiedreiging opgevat en vergrootte dt verwarring. Een schaduw viel over de bezetting, die tot toen toe een wat feestelijk en gezellig karakter droeg. Landelijk dreigde men uit de pas te geraken. Hoe n u tijdig de aftocht te dekken? Wel gaf dit laatste streven enige nieuwe eenheid onder de bezetters, m a a r ook die werd direkt weer bedreigd omdat een deel er slechts op uit was 'om h e t gezicht te redden', terwijl a n d e ren meenden d a t in die aftocht toch ook wel een element moest liggen, d a t landelijk dergelijke akties elders steunde. Intussen bleef de argumentatie van h e t universiteitsbestuur over de volstrekte onredelijkheid der eisen, ook Jegens niet-bezettersbuitenstaanders en de d a a r o p ge-

baseerde weigering van concessies, evenmin zonder uitwerking. De bezetters kwamen meer en meer voor het dilemma te s t a a n : biyven tot of weggaan vóór de politie komt, v/aarbij een heroisch -destructieve groep op confrontatie bleef aansturen. Men zat vast als een huis. Via de M ü n c h h a u s e n - t r u c van zich a a n eigen h a r e n uit het moer a s trekken volgde toen h e t o p heffingsbesluit. Men zou vertrekken vóór de politie kwam, omdat door het politie optreden de acties a a n andere universiteiten bemoeiItjkt zou worden (meelopers vallen af), m a a r m e n moest een succes forceren met h e t oog op de landelijke aktie en dus de aftocht dekken door volle publiciteit te geven a a n een concessie, door h e t college van bestuur ged a a n in een geheime afspraak die niet bestond, daarom u i t e r a a r d door h e t college van bestuur ontkend zou worden, welke ontkenning dan juist de geloofwaardigheid zou verhogen en h e t algemene bezettlngsdoe" zou dienen. Voor deze Intelligente t r u c moet mede hulde gebracht worden a a n de voorzitster van de ASVA. De gezochte concessie word gevonden in de uitspraken n a m e n s het college van bestuur op dinsdagavond 6 februari 1973 over zijn plannen en intenties. De zekerheid dat politieoptreden zou volgen, lag ten grondslag a a n h e t besluit van de plenaire vergadering om de bezetting op te geven. De heer Brinkman eindigde met te zeggen d a t h e t droevig is d a t mondige en verantwoordelyke mensen zulke s t u n t s moeten uithalen om te maskeren d a t zij zich vergist hebben (meelopers) dan wel gefaald hebben (kern). Aantekening: De heer V. H. R u t gers voorzitter van de SRVU protesteert luid vanaf de tribune n a d a t al wegens rumoer de vergadering korte tijd geschorst is geweest. Hij meent dat t e n onrechte h e m h e t recht tot spreken wordt ontzegd. Voorts komen zijn woorden onduidelijk door omdat met allerhande byvalsbetuigingen van een deel der tribune niet gewacht k a n worden tot h y zyn zinnen beëindigd heeft (geroep, geschreeuw, zang, applaus, toetertjes). De voorzitter schorst de vergadering en heropent n a ongeveer tien minuten. Hy deelt niee d a t n a de vergadering h e t college van bestuur do pers zal ontvangen. Vervolgens deelt h y mee dat verder vergaderen niet mogehjk is, omdat h e m tydens de schorsing bleek dat, d a a r de SRVU geen spreekrecht kreeg, de orde op de tribune niet gegarandeerd kon worden, waarom h y de vergadering sluit.

GEEN ONENIGHEID BINNEN REDAKTIECOMMISSIE

Door bepaalde persberichten die een onjuist beeld geven van de situatie — en die (goede journalistieke wet) bij 7ie?i ook niet op waarheid zijn getoetst — zien ondergetekenden zich thans wel genoopt, hun aaiivankelijke terughoudendheid in de informatie over hun uittreden uit de redactiecommissie van Ad Valvas opzij te zetten en in deze opening van zaken te geven. Anders dan bedoelde persberic'iten doen voorkomen vond dit uittreden niet zijn oorzaak in feitelijke onenigheid "jinnen de redactiecominissie. Feitelijke onenigheid loas er namelijk niet. De redactiecommissie was één, ook in haar kritiek op de (eind)redacteur, ivie helaas telkens weer moest worden verweien: 1. het inschakelen voor het normale redactionele iverk, in een mate die groter ivas dan door de omstandigheden geboden, van anderen: ook van leden van de redactiecommissie, wier taak intussen een andere was, te iveten het toeziend begeleiden van de eindredacteur; deze inschakeling betrof niet zelden wezenlijke onderwerpen van berichtgeving; 2. het te weinig of geen ge-

volg geven aan de aanwijzingen van de voltallige redactiecommissie; het betrof hier aanwijzingen van velerlei aard, maar alle van rechtstreeks belang voor ee» juist functioneren van het blad in de totale universitaire gemeenschap; op deze wijze werd voor wat betreft Ad Valvas de persvrijheid aan de universiteit verschraald tot een vrijheid voor de (eind) redacteur. Verschil was er binnen de redactiecomm,issic ten slotte alleen voor wat de gevolgen aangaat die haar leden, ieder voor zich, hadden te trekken uit geschetste situatie. Een deel hunner achtte op den duur en na lang geduld bestendiging niet verenigbaar met hun eigen verantwoordelijkheid; een ander deel achtte het tijdstip voor aftreden nog niet gekomen, dit echter onverminderd bovenstaande bezwaren die dus ook door hen werden gedeeld. Het is derhalve, zulks anders dan bepaalde berichten doen voorkomen, niet onenigheid binnen de redactiecommissie geiveest die ondergetekenden ten slotte tot uittreden heeft bewogen. Dr. E. Diemer Dr. P. J. G. Keuss

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 161

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's