GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 187

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 187

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS — 23 MAART 1973

3

FARMACOCHEMIE IN UNIVERSITEITSRAAD

EEN NIEUWE STUDENTENORGANISATIE AAN DE VU

Aan onze universiteit is de Vrije Universiteit Studenten Organisatie (VUSO) opgericht, die in de vorm van een vrije kiesvereniging zal gaa,n deelnemen aan de verkiezingen voor de studentengeleding van de universiteitsraad, die in mei zullen worden gehouden.

Waarom een nieuwe organisatie? De voornaamst3 reden voor oprichting van de VUSO is dat naar de mening van de oprichters de bestaande organisaties niet de volledige studentenpopulatie van de VU vertegenwoordigen. De VUSO meent dat het voor het goed functioneren van de democratische structuui' noodzakelijk is dat zoveel mogelijk verschillend gerichte groeperingen in die structuur participeren. Nu is het een praktijkverschijnsel dat er altijd een groep bestaat die nergens biJ aangesloten is. Ook aan onze universiteit zal zo'n groep blijven bestaan. Het gaat de VUSO niet om deze mensen; de VUSO richt zich op diegenen die hun mening niet vertegenwoordigd zien maar wel een behoefte voelen die naar buiten te laten horen. Ben punt dat daarbij zeer belangrijk is, is dat het best mogelijk Is dat hun standpunt overeenstemming vertoont met dat van bestaande organisaties Hiaar dat de methode om die tot uiting te laten komen en te realiseren niet aanslaat. De VUSO wil duidelijk stellen dat bij een gerezen meningsverschil door overleg meer bereikt kan worden dan door een verscherpt conflict. De VUSO beseft dat zij participeert in de universitaire gemeenschap en dat, waar voorop staat dat de universiteit haar taken in de maatschappij zo goed mogelijk moet vervullen, van ieder binnen die universiteit verwacht mag worden dat hij zich hiervoor inzet door een constructieve bijdrage te leveren aan die universitaire gemeenschap. Dit betekent vooral niet een kritiekloos aanvaarden van de bestaande toestand, er zijn zaken die hard zullen moeten veranderen, de VUSO wil hiervoor oppositie voeren, maar dit zal constructieve oppositie zijn.

Wat is liet doel van de VUSO? Het doel van de VUSO is zich actief met onderwiJs-poUtieke zaken bezig te houden en een bijdrage te willen leveren tn de meningsvorming hierover. De VUSO heeft niet de pretentie zich te kunnen uitspreken over andere politieke zaken dan de hier genoemde. De student moet zich niet van anderen onderscheiden op gebieden, waar hü in zijn kwaliteit als student geen specifieke belangen heeft. Hij moet hiervoor naar politieke partijen, actiegroepen en dergeUjke.

De bestuursstructuren en de student

Door participatie in de verschillende bestuursstructuren wil de VUSO de student meer betrekken bij universitaire aangelegenheden, daarbij in het oog houdend dat de WUB het bestuw over de universiteit opdraagt aan de staf, TAS en de studenten samen en dat daardoor een verantwoordelijkheid is ontstaan voor ieder van deze groep voor het bestuur van de gehele universiteit zodat met name in de universiteitsraad geen specifieke deelbelangen maar het algemene belang gediend moet worden, hierop zal de VUSO zich richten. Van daaruit wil zij de fouten en onvolledigheden, hiervan signaleren en aanpakken. Het heeft geen zin je van participatie te onthouden tot de volgens Jou ideale

structuur is bereikt. Een voorbeeld kan hier genoemd worden. De door de Wet Universitaire Bestuurshervorming sterk geaccentueerde geledingensitructuur brengt een scheiding aan die volgens de VUSO niet reëel is. Zij gelooft niet in belangentegenstellingen tussen studenten, TAS en staf, hoogstens is er sprake van accentverschillen. De VUSO wil komen tot een bundeling van gelijkgezinden door de geledingen heen.

Studentenvoorzieningen De VUSO wil de student uit het isolement waarin hij leeft halen. Waarom is het nodig dat de student zijn eigen sportvereniging, zijn eigen mensa en zelfs zijn eigen kerk heeft? De studentenvoorzieningen zullen geïntegreerd moeten worden met de algemeen maatschappelijke voorzieningen, enerzijds door actieve integratie: integratie waarbij de student gebruik gaat maken van algemeen maatschappelijke voorzieningen, anderzijds door passieve integratie: waar de maatschappelijke struotuxu" niet op de student ingericht is, moet zoveel mogelijk worden getracht deze noodzakelijke studentenvoorzieningen te mengen met de algemeen maatschappelijke voorzieningen. De financiële voorzieningen zijn nog steeds noodzakelijk gezien het gemiddelde Studentenbudget. Het beleid zal echter niet gericht moeten blijven op de subsidiëring van goederen en diensten, maar op de inkomensverbetering van de student (incl. HBO). Zolang dit echter niet is gerealiseerd wü de VUSO de financiële voorzieningen en met name de kortingen op bepaalde artikelen realiseren voor alle studerenden, niet alleen voor leden van belangen'oehartigings organisaties. Dit moet door de universiteit geregeld worden. Hierbij komt nog dat waar deze organisaties ook politieke belangen behartigen een vertekend beeld ontstaat wanneer voor de representativiteit van deze groepen in verband met him politiek ge-

Vervolg van pagina 1

wicht het ledental als maatstaf wordt gehanteerd.

Universiteit- en maatschappij De universiteit zal zich steeds meer rekenschap moeten geven van de betrekkingen tussen wetenschap en samenleving. Dit omdat de universiteit als instelling voor wetenschappelijk onderwijs een steeds belangrijker rol in de samenleving vervult. Ook de taak die de universiteit heeft bij het vinden van mogelijkheden om grote problemen als oorlog, vrede e.d. op te lossen dient niet onderschat te worden. Daarom zal de universiteit zich betrokken moeten weten bij de maatschappij. Hierboven zijn een aantal redenen genoemd waarom de VUSO is opgericht en een aantal zaken die ze wil gaan doen. De VUSO wü 'dit alles realiseren in een constructieve sfeer en in het besef dat de VU een bijzondere universiteit is met een eigen doelstelling.

REKTIFIKATIE In onze berichtgeving omtrent de benoeming van mr. J. K. Pranx tot gewoon hoogleraar in het internationaal privaatrecht is helaas een fout geslopen. WU vermeldden daar dat mr. Pranx rechter is geweest o.m. in de Rechtbank te Leeuwarden en in de rechtbank te Amsterdam. De heer Pranx is echter vanaf 1968 tot heden rechter in de arrondissementsrechtbank te Amsterdam.

informatiecentrum hnofdgcbouw kamer (D 03

Interuniversitaire vergelijkingen 1971-'72; personeelsformaties volgens herziene begrotingen en studenten-aantallen volgens C3.S.-publikaties; samengest. door de afdeling ekonomische zaken en nieuwbouw van de Katholieke universiteit Nijmegen, Jan. 1973. 36 blz. Een nieuwe weg van secundair naar hoger onderwijs; discussienota over een nieuwe structuur van de verhouding tussen v.w.o. en h.a.v.o. enerzijds en w.o. en h.b.o. anderzijds. 's-Gravenhage. Academische Raad (cie. Algemene vraagstukken verhoudii^ v.w.o.-w.o.), 1973. 48 blz. Overmaas, P.B.M., en H. A. J. Verdonk. Doorstroming naar tertiair onderwijs; een vergelijkend onderzoek onder eerstejaars studenten van enkele verwante studierichtingen van hoger beroeps onderwijs en wetenschappelijk onderwijs. Nijmegen, Instituut voor onderzoek van het wetenschappelijk onderwijs, dec. 1972. 192 blz. Welke factoren spelen een rol bij de keuze: wetenschappelijk onderwijs of hoger beroepsonderwijs? Selectie-procedure machtigingswet inschrijving studenten cursusjaar 1973-'74. (Kamerstuk 12 274; nr. 1-2). 10 blz. Bevat o.a. Aanbevelingen van de centrale cie. aanmelding en plaatsing a.s eerstejaarsstudenten en Eerste rapport van de werkgroep selectie in verband met de machtigingswet (Wiegersma). Commentaar op het wetenschapsbudget 1973 van de Raad van advies voor het wetenschapsbeleid. Jan. 1973. 24 blz. (Kamerstuk 12.089; nr. 8). Speur- en ontwikkelingswerk in Nederland 1970; uitkomsten van de omvang van het speur- en ontwikkelingswerk. 's-Gravenhage, een onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek naar Staatsuitgeverij, 1973. 36 blz.

Voor de FC als normale vakgroep binnen de subfaculteit der scheikunde is er, gezien haar scherpomlijnde taak en haar huidige bezetting, geen achterstand in personeelsbezetting te constateren, tenminste wanneer wij voor de FC geen andere normen gebruiken dan elders in de (sub)faculteit. Het schijnt ons dan ook niet juist om op grond hiervan alleen voor de FC extra middelen te vragen. Haar behoefte aan een grotere personeelsbezetting en meer materiële middelen heeft binnen de (sub) faculteit a priori geen grotere prioriteit dan die van anderen. Met name baart ook de situatie in bijv. de vakgroep biochemie en bijv. de subfaculteit der loiskunde ons grote zorgen.

Over de perspectieven van een verdere ontwikkeling Moor de betrokkenen is steeds gesteld dat het voor een verdere ontwikkeling van FC nodig is dat op korte termijn de fasen 1 en 2 (zie faseringsnota Farmacochemie) gerealiseerd worden en dat bovendien uitzicht geboden kan worden op realisering van de fasen 3 en 4. Voor het realiseren van fasen 1 en 2 is uitbreiding van het personeelsbestand met zes plaatsen en vergroting van het jaarlijks materieel crediet van f 90.000,— in 1972 tot ƒ 175.000,— per jaar vereist. Op grond hiervan menen wij nogmaals te moeten constateren dat een uitbreiding met enkele personeelsplaatsen, sonder dat meerdere materiële credieten kunnen worden toegezegd en verdere perspectieven definitief in het vooruitzicht kunnen worden gesteld, voor de faculteit geen oplossing biedt, doch slechts de beslissing uitstelt en deze zaak nog langer slepend houdt.

Mogelijkheden voor studenten Het uitgangspunt van zowel faculteit als subfaculteit is, dat aan de door studenten getoonde belangstelling voor de levenswetenschappen zoveel mogelijk op verantwoorde wijze tegemoetgekomen dient te worden. Bij de studenten die FC als studierichting gekozen hebben blijkt deze belangstelling vooral gericht te zijn op de moleculaire farmacologie en de microbiologie (resp. dertien en elf van de 34 doctoraalstudenten). Ook zonder een speciaal doktoraal examen FC is het echter heel goed mogelijk een studie in de hierboven genoemde vakgebieden te volgen binnen het kader van de scheikunde-studie. Een en ander is in grote lijnen uitgewerkt in de nota 'Farmacochemie Nieuwe Stijl' die door de subfaculteitsraad in zijn vergadering van 26 februari jl. met ruime meerderheid werd aangenomen. Ook de faculteitsraad heeft in zijn vergadering van 1 maart j.l. de in deze nota opgenomen voorstellen goedgekeurd. Verder willen wij er op wijzen dat de (sub)faculteit zal streven naar het vergroten van de keuzemogelijkheden voor bijvakstudie van FC-studenten buiten de V.u. Dit betreft met name de biofarmacie en de farmaceutische chemie. Daarnaast dient gewezen te worden op andere mogelijkheden die de V.U. momenteel kan bieden aan studenten met belangstelling voor de levenswetenschappen. Parallel aan het kandidaatsexamen S2' in de subfaculteit scheikunde is de subfaculteit biologie onlangs gestart met een opleiding voor een kandidaatsexamen B5'. Na dit examen is afstuderen in de medische-biologische sfeer mogelijk. Eßn coördinatie van de afstudeerrichtingen van S2'- en BS'-studenten dient zeker overwogen te worden. Momenteel worden discussies gevoerd over de mogelijkheid en wenselijkheid van het-instellen van een interfaculteit waarin de levenswetenschappen op biologisch-chemisch en medisch gebied

gezamenlijk worden ondergebracht. Mocht een dergelijke interfaculteit geformeerd worden, dan zal de FC in haar nieuwe vorm hierin uitstekend passen en geheel tot haar recht kunnen komen. . > Een verantiDOorde aanpak van de milieuproblematiek (door sommi­ gen geïntroduceerd als een spe­ cifiek belang van FC) zal in het kader van een interfaculteit veel gemakkelijker te realiseren zijn dan binnen de FC in haar huidige opzet. Op grond van het bovenstaande ziet de (sub) faculteit geen aan­ leiding meer u te verzoeken FC een voorkeursbehandeling te geven. Bij een eventuele extra toewijzing zullen ook andere vakgroepen c.q. subfaculteiten mee moeten kunnen delen. In kader verwijzen loij nog naar de bij de voor de gehele faculteit opgevoerde 61 knelpunten, waar­ van vijf voor FC, die geen extra prioriteit gekregen hebben. In de subfaculteltsraad schei­ kimde is in de vergadering van 26­2­1973 een voorstel 'farmaco­ chemie nieuwe stijl' aangenomen waarbij de PC een normale vak­ groep binnen de subfaculteit wordt en slechts de chemische richting en de moleculaire farma­ cologie binnen de vakgroep tot ontwikkeling worden gebracht. Deze nieuwe koers wordt op zo­ danige wijze uitgezet dat even­ tuele nadelige gevolgen voor stu­ denten en staf tot een minimum worden beperkt. Hierbij zal rekening gehouden worden met die studenten die speciaal belang­ stelling hebben voor de levens­ wetenschappen en die door deze beperking van de studie in de farmacologie tot slechts 'twee richtingen' mogelijk nadelen zou­ den kunnen ondervinden.

C.V.B.: (sub)faculteit volgen Gezien de onder punt 6 ge­ schetste ontwikkeling past het op het ogenblik geheel in de democratische opzet van onze universiteit om de gezamenlijke voorstellen van de subfaculteit en de faculteit uit te voeren. Naar het oordeel van het college van bestuur is de besluitvorming in deze langs de juiste lijn tot standgekomen en heeft de rich­ ting PC alle gelegenheid gehad zijn belangen te bepleiten bij de subfaculteitsraad scheikunde en de faculteitsraad wiskunde en natuurwetenschappen. Er zou dan ook geen reden zijn om bij de UR in beroep te gaan indien het ongelukkige misver­ stand niet persisteerde dat er een speciale beleidsruimte in de begroting zou bestaan, waaruit nieuwe studierichtingen gefinan­ cieerd zouden kunnen worden. Deze beleidsruimte heeft voor de studierichting PC nooit be­ staan en zij bestaat ook nu niet.

NIEUW HOOFD FEZ Tot hoofd van de hoofdafdeling financieel­economische zaken is benoemd drs. H. A. van der Vegt, momenteel financieel­economisch directeur bij de centrale van de distributieorganisatie 'A O Ne­ derland'. De heer Van der Vegt werd op 3 februari 1929 te IJmuiden gebo­ ren. In 1962 legde hij aan de VU het doktoraal examen economie af. Met zijn benoeming is de vacature vervuld die ontstond door het vertrek van drs. Chr. L. Kam­ steeg die vanaf 1 september 1972 de functie bekleedt van econo­ misch directeur bij het Acade­ misch Ziekenhuis der Vrije Uni­ versiteit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 187

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's